100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Anatomie en Fysiologie een inleiding H1-H3-H4-H6-H7-H8-H10-H12-H13-H15-H16-H18 $3.77   Add to cart

Summary

Samenvatting Anatomie en Fysiologie een inleiding H1-H3-H4-H6-H7-H8-H10-H12-H13-H15-H16-H18

3 reviews
 284 views  14 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Geneeskunde samenvatting anatomie en fysiologie, een inleiding. Voor de opleiding Gezondheid en Technologie (G&T) en HBO-V op de school Saxion. Uitgebreide samenvatting met plaatjes!!

Preview 4 out of 100  pages

  • No
  • Alles van leerjaar 1, h1-h3-h4-h6-h7-h8-h10-h12-h13-h15-h16-h18
  • July 2, 2018
  • 100
  • 2017/2018
  • Summary

3  reviews

review-writer-avatar

By: nicolettebijlaard • 5 year ago

review-writer-avatar

By: romyhoog • 5 year ago

review-writer-avatar

By: Anouschkahavik • 5 year ago

avatar-seller
Samenvatting Geneeskunde (GK)

Anatomie en Fysiologie

1.1

Alle levende wezens verrichten de volgende basale functies:
• Reactievermogen→ organismen reageren op veranderingen in hun onmiddellijke omgeving.
• Groei.
• Voortplanting.
• Beweging→ kan inwendig en uitwendig zijn.
• Stofwisseling→ alle chemische reacties in het lichaam.

1.2

Anatomie→ letterlijk opensnijden. Is de studie van inwendige en uitwendige structuren en de fysieke
relaties tussen lichaamsdelen. Onderverdeeld in:
- Macroscopische anatomie→ kenmerken onderzocht die met het blote oog zichtbaar zijn.
- Microscopische anatomie→ kenmerken onderzocht die niet zonder vergroting zichtbaar zijn.

Fysiologie→ studie van de manier waarop levende organismen hun vitale functies verrichten.
- Celfysiologie→ gebeurtenissen op chemisch of moleculair niveau.
- Orgaanfysiologie→ bestuderen van de fysiologie van bepaalde organen.
- Systeemfysiologie→ alle aspecten van het functioneren van specifieke orgaanstelsels
bestudeerd.
- Pathofysiologie/pathologie→ het bestuderen van de effecten van aandoeningen op het
functioneren van organen of stelsel.
- Speciale onderwerpen in de fysiologie, bijvoorbeeld sportfysiologie.

Relaties tussen de verschillende organisatieniveaus:
- Chemisch niveau→ atomen. Chemische organisatieniveau.
- Celniveau→ verschillende moleculen vertonen interacties, zodat grotere structuren
ontstaan. Cellulaire organisatieniveau.
- Weefselniveau→ weefsels bestaan uit cellen van hetzelfde type die samenwerken om een
specifieke functie uit te voeren.
- Orgaanniveau→ een orgaan bestaat uit twee of meer verschillende weefsels die
samenwerken om een specifieke functie uit te voeren.
- Orgaanstelselniveau
- Organismeniveau.

Orgaanstelsels:
- Huid.
- Beenderstelsel.
- Spierstelsel.
- Zenuwstelsel.
- Endocriene stelsel.
- Cardiovasculaire stelsel.
- Lymfestelsel.
- Ademhalingsstelsel.
- Spijsverteringsstelsel.
- Urinaire stelsel.
- Voorplantingsstelsel.

,1.5

Homeostase→ bestaan van een stabiel intern milieu verstaan. Omvat:
- Een receptor die gevoelig is voor een bepaalde verandering in de omgeving.
- Besturingscentrum dat informatie van de receptor ontvangt en verwerkt.
- Effector die reageert op de signalen van het besturingscentrum en waarvan de werking de
prikkel tegengaat of versterkt.

Figuur 1-2 op bladzijde 9, 10, 11 en 12. De orgaanstelsels van het menselijk lichaam.

1.6

Negatieve terugkoppeling→ bijvoorbeeld regeling van lichaamstemperatuur.

Positieve terugkoppeling→ bijvoorbeeld bij bloedstolling.

3.1

Celtheorie:
- Cellen zijn de bouwstenen van alle planten en dieren.
- Cellen zijn de kleinste functionerende eenheden van leven.
- Cellen worden gevormd door de deling van eerder bestaande cellen.
- In elke cel wordt de homeostase gehandhaafd.

Cytologie/celleer→ bestuderen van structuur en functie van cellen.

Lichtmicroscoop (LM)→ microfoto. Hierbij worden dunne plakjes uit een groter weefsel bekeken.
Elektronenmicroscopie→ kun je veel fijne details mee zien.
Transmissie elektronenmicrofoto’s (TEM’s)→ foto’s van zeer dunne plakjes waarin fijne details van
celmembranen en intracellulaire structuren zichtbaar zijn.
Scanning elektronenmicrofoto’s (SEM’s)→ geven een kleine vergroting, maar daarmee kan de
driedimensionale aard van celstructuren zichtbaar worden gemaakt. Hierbij wordt dus een
oppervlakteaanzicht gegeven.

3.6

Celkern→ besturingssysteem voor alle celactiviteiten.

Kernmembraan→ omgeeft de kern en vormt de scheiding tussen de vloeibare inhoud, het
kernplasma en het cytosol.

Kernplasma→ionen, enzymen, nucleotiden van DNA en RNA, eiwitten, en kleine hoeveelheden RNA
en DNA.

Chemische communicatie tussen de kern het cytosol vindt plaats via de poriën in de kernmembraan.

De meeste kernen bevatten verschillende kernlichaampjes. Dit zijn organellen waar ribosomaal RNA
wordt gesynthetiseerd en waar de subeenheden van de ribosomen tot functionele ribosomen
worden opgebouwd.

Histonen→ elk chromosoom bevat DNA-strengen die rond eiwitten zijn gewikkeld.

Gen→ functionele eenheid van erfelijkheid.

De genetische code wordt ook tripletcode genoemd.

,3.7

Transcriptie→ DNA naar RNA (celkern)
Translatie→ RNA naar eiwit (cytoplasma)

Ribosomen vinden zich in de cytoplasma.

Codon→ reeks van drie stikstofhoudende basen langs de nieuwe mRNA-streng.

Mutaties→ blijvende veranderingen in het DNA van een cel, waardoor de nucleotidenvolgorde in een
of meer genen wordt verstoord.
Puntmutatie→ verandering van nucleotide, waardoor 1 codon wordt gewijzigd.

3.8

Interfase→ tijdsperiode tussen celdelingen waarbij cellen hun normale functies verrichten.

Mitose:
• Profase.
• Metafase.
• Anafase.
• Telofase.




Figuur 1 mitose




Figuur 2 de celcyclus

, Tijdens de telofase geldt→ n

4.1

Weefsels→ verzameling gespecialiseerde cellen en celproducten die een beperkt aantal functies
verrichten.

Histologie→ besturen van weefsels.

4 basale weefseltypen:
- Epitheel
- Bindweefsel
- Spierweefsel
- Zenuwweefsel

4.2 (niet 4.2.2 en 4.2.4!!!!)

Epitheel→ bestaat uit lagen cellen die in- of uitwendige oppervlakken bekleden en uit klieren. Klieren
bestaat uit cellen die producten afscheiden.
Kenmerken epitheel:
- Cellen dicht opeengepakt
- Ze hebben een vrij opperplak dat aan de omgeving, of aan een inwendig compartiment of
inwendige transportbuis, is blootgesteld.
- Ze zijn via een basale membraan met het onderliggende bindweefsel verbonden.
- De afwezigheid van bloedvaten.
- Voortdurende vervanging of regeneratie van epitheelcellen die aan het blootgestelde
oppervlak beschadigd raken of verloren gaan.
Functies epitheel:
- Fysieke bescherming bieden.
- Doorlaatbaarheid reguleren→ Alle stoffen die het lichaam in- of uitgaan moet door het
epitheel heen.
- Zintuigfunctie→ kunnen veranderingen in de omgeving waarnemen en informatie over die
veranderingen aan het zenuwstelsel doorgeven.
- Gespecialiseerde klierproducten vormen
o Exocriene→ klierproducten worden aan het externe oppervlaak van het epitheel
afgegeven.
o Endocriene→ klierproducten worden intern, aan het weefselvocht en het bloed,
afgegeven.

Basale membraan→ zorgt dat de epitheelcellen stevig aan de rest van het lichaam zijn verbonden.

4.4

Bindweefsels→ zijn gespecialiseerde cellen, extracellulaire eiwitvezels en grondsubstantie.
De extracellulaire vezels en de grondsubstantie vormen samen de matrix die de cellen omgeeft.
Functies bindweefsels:
- Stevigheid en bescherming
- Transport van stoffen
- Opslag van energiereserves
- Verdediging van het lichaam

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller NinaScholten4. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.77. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73918 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.77  14x  sold
  • (3)
  Add to cart