100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
GSFILO HC 3 $3.23   Add to cart

Class notes

GSFILO HC 3

 47 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Collegedictaat van 5 pagina's voor het vak Geschiedfilosofie B1 aan de RU (hc 3)

Preview 2 out of 5  pages

  • July 3, 2018
  • 5
  • 2017/2018
  • Class notes
  • Unknown
  • All classes
avatar-seller
Geschiedfilosofie hoorcollege 3
Het verleden en de geschiedenis: over gebeurtenissen en historische feiten
Wat wij als verleden beschouwen is nooit alle gebeurtenissen uit het verleden wij
maken altijd een selectie  dit wordt geschiedenis. De relatie tussen gebeurtenissen
en historische feiten. De toegang tot het verleden  het verleden is voorbij,
bronoverlevering resulteert in gekleurde optekening en ‘’ willekeurige ‘’ selectie, wij
kiezen 1 zelf wat we bestuderen en 2 wat we aan bronnen hebben is willekeurig, niet
alles werd vastgelegd, hier begint de kleuring al wat leg je vast en wat niet en daarbij
wat hebben we nu nog over en wat niet dit zijn allemaal factoren die de optekening
kleuren en het willekeurig maken. Afgezien van de gekleurde en fragmentarische
bronnen, is de overlevering ook willekeurig, bronnen worden vernietigd door vuur,
water en muizen maar ook soms bewust zoals door IS maar ook dit gebeurde in de
geschiedenis (vernietiging cultureel erfgoed), moderne historici hebben ook talloze
andere bronnen tot hun beschikking maar ook deze zijn vergankelijk en gekleurd,
kortom we kunnen nooit toegang hebben tot alle gebeurtenissen door fragmentarisch
bewijs. Op basis van het bewijs dat we wel hebben worden historische feiten
opgesteld die samen worden gesmeed tot het geschiedverhaal. Het historische feit,
we kunnen nooit alle relevante historische feiten achterhalen, de status van een
historisch feit  historisch feiten vallen samen met feiten uit het verleden, maar vaak
blijkt het geen enkelvoudige gebeurtenis te zijn geweest. Bijna elk historisch feit van
enig belang een complex van in de tijd uitgestrekte verleden gebeurtenissen,
historische feiten hebben slechts betekenis binnen een context, oversteken van de
Rubicon heeft enkel betekenis binnen de context van de senaat en de wet waarbij je
deze niet mocht oversteken, deze oversteek was een doelbewuste en symbolische
zet van een staatsgreep, het is dus een historisch feit dat enkel betekenis heeft
binnen de Romeinse machtspolitiek, nu steekt nog steeds iedere dag mensen de
Rubicon over dit zijn ook historische feiten maar niet belangrijk want ze betekenen
niks in de context. Afbakenen van historische feiten , de visie van Becker  historici
bepalen welke serie gebeurtenissen en bijkomstigheden binnen een historisch feit
passen, Becker schreef het boek ‘’ What are historical facts ‘’, 3 vragen wat is een
historisch feit, waar is een historisch feit, en wanneer is een historisch feit  het zijn
niet zozeer de gebeurtenis uit het verleden zelf, maar complexe gebeurtenis die
betekenis hebben, deze betekenis wordt door de historici toegedicht, deze feiten
worden dus door historici gecreëerd. Zijn ze dan wel waar  want het is een
constructie van de historici. De feiten liggen niet in het verleden maar in hoe wij over
het verleden praten, door er betekenis aan toe te dienen ontstaan deze feiten.
Historische feiten hebben belang en zijn dus niet alle gebeurtenissen, bv. de dood
van Kennedy is een historisch feit want is belangrijk en heeft gevolgen, de dood van
zijn bediende is ene gebeurtenis en gen historisch feit want de historicus zou dit niet
opnemen in zij verhaal. Er is een verschil tussen de gebeurtenissen in het verleden
en de feiten met betekenis die de historicus eruit haalt, geen enkele historicus is in
staat om een complexe gebeurtenis in al zijn details volledig weer te geven, dit ka
niet door fragmentarische overlevering en doordat je aan bepaalde dingen betekenis
geeft en aan andere zaken dus niet. Historische feiten zijn dus een
representatie/weergave van de historicus, historische feiten zijn ook afhankelijk van

, het perspectief van de historicus. Consensus over historische feiten en hun
betekenis ontstaat in een historisch debat, er komt uit het debat een consensus wat
nou de relevante historische feiten zijn van een bepaald iets en hoe we dus
uitspraken kunne doen over deze gebeurtenissen.
Niet iedereen is het eens met Becker, zoals bv. Ankersmit in denken over
geschiedenis  volgens Ankersmit is het wel degelijk mogelijk om betekenis
generende beschrijvingen ten aanzien van significante gebeurtenissen in het
verleden te maken, zij noemt het historische uitspraken i.p.v. feiten, maar is
hetzelfde. Je creëert een klein beeld van het verleden waarmee je aan de slag gaat
als historicus dit zijn nooit exacte kopieën van gebeurtenissen en handelingen uit het
verleden, probleem is dat wij gebeurtenissen en feiten als hetzelfde zien. Historische
feiten en historische uitspraken zijn talige dingen. Historische feiten of uitspraken
vormen de ruggengraat van elk geschiedverhaal, discussies over historische feiten
deels over correspondentie met reeks samenhangende gebeurtenissen uit het
verleden  de vraag of het feit relevant is in verband met wat je aan het bestuderen
bent bv. is het interessant of Rommel van koffie hield, of schildpadden had enz. gaat
dat over hem als strateeg of heeft het niks mee te doen, het is niet relevant voor het
historische verhaal. ook altijd debat over vervalsingen want veel bronnen zijn
vervalsingen uit een andere tijd. Vaak discussie over relevantie en betekenis
historische feiten in het licht van de en in de relatie tot andere historische feiten en
uitspraken. Correspondentietheorie en coherentie-theorie van de waarheid.
Betekenis en waarheid geschiedverhaal veelal kwestie van coherentie,
geschiedverhaal voorstel van de historicus een conglomeraat aan historische feiten
op een bepaalde manier te verbinden, het os dus een voorstel van een coherent
verhaal die feiten samenvoegt, is dit verhaal geloofwaardig of niet dat bepalen
andere historici, feiten moeten op coherente wijze samenvallen  vandaar dat de
coherentietheorie belangrijk is voor historici, je moet het ermee eens zijn maar kunt
het nooit checken. Historici discussie over de verschillende coherente verhalen dit is
het historisch debat. Verzameling van historische feiten  colligerende concepten 
Walsh Colligerend concept is een term/begrip dat verzameling historische feiten
samenbindt, een vb. van een Colligerend concept is bv. Franse Revolutie of WO II,
dit zijn termen die de historische feiten samenbinden, een Colligerend concept, Col
betekent lijm, ofwel Colligerend betekent samenplakken van historische feiten. Louis
Mink  Configurational understanding, dit zijn begrippen die een bepaald begrip
geven zoals als je Renaissance zegt weten mensen gelijk ongeveer waar het over
gaat ofwel het gebruik van Colligerende concepten leid tot deze Configurational
understanding ofwel mensen weten gelijk waar je het over hebt. De grens tussen een
tijdvak als de Antieke oudheid en een Colligerend concept zoals bv. de Romeinse
republiek is erg vaag, deze colligerende concepten zijn al een eerste voorstel/visie
op de samenhang van historische feiten, maar de concepten zijn moeilijk af te
grenzen en verschillen ook per locatie, wat wij de opstand noemen, noemen ze in
Spanje natuurlijk anders, er is dus ook differentiatie in colligerende concepten.
Historisten als voorstanders directe correspondentie verleden en geschiedverhaal 
Von Ranke, ‘’ bloss zeigen wie es eigentlich gewesen ‘’, je moet geschiedenis
schrijven op een manier waarop het werkelijk gebeurt was, de historicus als

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller gsbachelor. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.23
  • (0)
  Add to cart