PGZE02 Anatomie & Fysiologie A
Les 1 – Skelet
Algemene termen 1
• Craniaal = aan het hoofd/de kop of naar het hoofd/de kop
gericht.
• Caudaal = aan de staart of naar de staartzijde gericht.
• Ventraal = aan de buik of naar de buikzijde gericht.
• Dorsaal = aan de rug of naar de rugzijde gericht.
• Proximaal = dicht bij de romp of naar de romp gericht.
• Distaal = ver van de romp af of van de romp af gericht.
Algemene termen 2
• Lateraal = aan de zijkant of naar de zijkant gericht.
• Mediaal = aan de binnenzijde van, of naar het midden gericht.
• Centraal = in het midden.
• Perifeer = aan de uiteinden.
,Functies skelet
• Steun.
• Aanhechting spieren waardoor beweging
mogelijk is.
• Bescherming organen.
• Ophanging ledematen en organen.
• Opslagplaats mineralen (met name Ca).
• Aanmaak van bloed.
Belangrijkste verschillen mens en dier
• Gezelschapsdieren en landbouwhuisdieren hebben geen sleutelbeenderen.
• Borstkas van de mens is van de zijkant gezien qua skelet smaller dan van de voorkant gezien.
• Borstkas van een dier is van de bovenkant gezien qua skelet smaller dan van de zijkant gezien.
Opbouw van beenderen
• Om het bot zit een beenvlies. Wanneer je een trap tegen
je scheenbeen krijgt doet dit vlies zeer en niet het bot.
• Bot bestaat voor een groot deel uit sponsbeen met
daaromheen een dun laagje compact been.
o Sponsbeen is heel licht met veel ruimte tussen de
botdelen.
o Compact been is erg zwaar. De cellen zitten dicht
op elkaar.
• Het been bestaat uit twee delen Epiphysis en één deel
Diaphysis.
o De Epiphysis is het uiteinde van het bot, een soort
knop.
o De Diaphysis is het middelste, slanke gedeelte
tussen de twee knoppen in.
Bouw van het bot
• Bot is steunweefsel met stevige tussencelstof dat voor 2/3de uit kalkzouten bestaat.
• Een bot heeft veerkracht door het 1/3de deel aan collageenvezels.
• De lamelliare bouw zorgt voor stevigheid.
o De laagjes vezels liggen in dezelfde richting.
o Iedere lamel heeft een andere vezelrichting.
• Onderdelen van botbouw.
o Periost (beenvlies).
o Substantia compacta (compact been).
o Substantia spongiosa (sponsbeen).
Periost (beenvlies)
• Vlies van blindweefsel.
• Veel gevoelszenuwen.
• Bloed aan- en afvoer van het bot.
• Aanhechtingsplaats pezen en gewrichtskapsel.
Substantia compacta (compact been)
• Buitenste laag van het bot -> vlakke lamellen (=platte laagjes op elkaar).
• Binnen gelegen laag bestaat uit lange ronde zuilen van botweefsel = osteonen (botbuizen).
• Tussen de lamellen liggen osteocyten (botcellen).
• Voeding voor de cellen gaat door het kanaal van Havers.
, o Hierin vind uitwisseling van stoffen plaats doormiddel van bloedvaten.
Substantia spongiosa (sponsbeen)
• Lamelliare opbouw, in een netwerk van beenbalkjes.
o Dit deel van het been vangt de meest voorkomende druk die op het been wordt gezet
op.
o Maximale stevigheid, minimaal gewicht (erg licht bot).
• In de holtes tussen de beenbalkjes zit rood beenmerg. Dit zorgt voor bloedcelvorming (rode en
witte bloedcellen).
• Het sponsbeen heeft geen osteonen (botbuizen) of Havers-kanalen.
Pijpbeenderen
• Opperarmbeen (humerus), dijbeen (femur), ellepijp (ulna).
• Lange botten, klassieke botvorm.
o Schacht (diafyse) -> lange, slanke vorm tussen de twee knoppen in.
o Mergholte (geel beenmerg -> voornamelijk vet).
o Epifysen (knop aan het einde van het been) met in het sponsbeen rood beenmerg.
o Epifysiare schijven (lengtegroei van het bot; hier groot het bot).
• Functie: steun aan het lichaam en hefboom.
Platte beenderen
• Schedelbeenderen (ossa cranni), schouderblad (scapulae), ribben (costea), heupbeenderen.
• Groot en plat.
• Veel compact been, daar tussenin een dun laagje sponsbeen.
• Functie: bescherming organen en aanhechtingen van spieren.
Onregelmatige beenderen
• Bovenkaak (maxilla), gebitselementen, wervels (vertebrae).
• Dunne laag compact been, binnenin sponsbeen.
• Uiteenlopende vormen met een eigen functie.
Eens bot, altijd bot?
• De aanmaak en afbraak van botweefsel loopt altijd door.
o Osteoblast: botcel, maakt botweefsel aan.
o Osteoclast: botcel, breekt botweefsel af.
• Aanpassingsvermogen: een veel belast bot wordt dikker en steviger gemaakt waar het nodig is.
o Oorzaak: het periost (beenvlies) zorgt voor een prikkeling op de plek waar extra botcellen
nodig zijn. Het periost gaat deze prikkeling pas maken wanneer aanhechtende pezen
behoefte hebben aan meer botcellen.
• Teveel prikkeling zorgt voor botwoekering. Door botwoekering ontstaat artrose, spondylose en
osteofyten.
Botverbindingen
• Geen beweging: bindweefselverbindingen.
• Beperkte beweging: kraakbeenverbindingen.
• Grote beweging: gewrichten.
Bindweefselverbindingen
• Geen beweging mogelijk.
• Functie: stevigheid en stabiliteit.
• Voorbeelden:
o Naadverbinding tussen schedelbeenderen.
o Verende verankering van tanden in de kaak.
o Bekkensymfysis.
Kraakbeenverbindingen
• Beperkte beweging mogelijk.
• Drukvast en enigszins vervormbaar.
• Drie soorten:
o Hyalien kraakbeen: veel
collagene en elastische
vezels.
• Verbinding tussen de
ribben en het
borstbeen.
o Elastisch kraakbeen:
voornamelijk veel elastische
vezels.
• Oorschelpen en de
neuspunt.
o Vezelig kraakbeen: dicht op een gepakte collagene vezels.
• Kraakbeenverbindingen tussen de wervels (tussenwervelschijven).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller DemiHoek. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.83. You're not tied to anything after your purchase.