Hoorcollege 21 t/m 25 van het vak Weefsels (Biomedische Wetenschappen, Universiteit Utrecht) uitgewerkt (2017/2018). De volgende onderwerpen komen aan bod: zenuwweefsel (hoorcollege 21 en 22), membraanfysiologie (hoorcollege 23, 24 en 25).
Hoorcollege 21 + 22 – Zenuwweefsel (12-06-2018)
Waar vind je zenuwweefsel?
Het zenuwstelsel is te verdelen in twee delen:
• Het centrale zenuwstelsel: cerebrum, cerebellum en ruggenmerg.
• Het perifere zenuwstelsel: zenuwen en ganglia (= zenuwknopen die
buiten het centraal zenuwstelsel liggen).
Functie van het zenuwweefsel
Het zenuwweefsel vormt een communicatienetwerk in het interne en externe
milieu.
Het zenuwweefsel kan stimuli/prikkel opvangen en verwerken. Impulsen worden voortgeleid via een
actiepotentiaal.
Waaruit bestaat zenuwweefsel?
Zenuwweefsel bestaat uit neuronen en gliacellen (= ondersteunende cellen). Zenuwweefsel bestaat uit
cellen. Tussen deze cellen lopen bloedvaatjes.
Het ontstaan van neurale cellen
Neuronen en gliacellen behoren tot neurale cellen. Neurale cellen ontstaan
uit de inner cell mass van een blastocyst. Hieruit ontstaan naast neurale
cellen ook vetcellen en gladde spiercellen.
Embryonale herkomst zenuwweefsel
Embryonale stamcellen waaruit neurale cellen ontstaan komen uit het neuro-ectoderm.
1. Vorming van de neurale plaat aan de dorsale zijde van het embryo.
Dit komt doordat ectodermale cellen prolifereren o.i.v. signaalfactoren. De neurale plaat bestaat uit
cellen (en nauwelijks extracellulaire matrix).
2. Vorming van de neurale groeve.
In het midden van de neurale plaat ontstaat een groeve, doordat de neurale plaat indeukt.
3. Vorming van neurale wallen.
Aan weerszijden van de neurale groeve zal het ectoderm zich gaan verheffen t.o.v. de omgeving en
zo de neurale wallen vormen. Daarnaast gaat er een laag cellen migreren vanuit deze laag. Dit zijn
de neurale lijstcellen. Neurale lijstcellen vormen uiteindelijk de cellen van het ganglion.
4. Fuseren van neurale wallen.
De toppen van de neurale wallen komen steeds
dichter bij elkaar te liggen en zullen uiteindelijk
fuseren. Hierdoor wordt de neurale buis
gesloten. Het oppervlakte ectoderm (dat aan
weerszijde naast de toppen van de neurale
wallen zit) zal zich over de neurale buis sluiten.
1
,Bij de vorming van de neurale buis zijn twee moleculen belangrijk:
• Actine filamenten.
• Cadherines.
Tijdens de ontwikkeling van de neurale buis komen verschillende
cadherine eiwitten tot expressie in de ectodermale cellen. Het contact
tussen cellen speelt een grote rol bij deze migratie en differentiatie van
cellen.
Uit de neurale buis ontstaan neuronen en gliacellen van het centrale zenuwstelsel. Uit de neurale
lijstcellen ontstaan neuronen en gliacellen van het perifere zenuwstelsel (dus alle ganglia en zenuwen).
Algemene bouw neuron
Een neuron bestaat uit de volgende onderdelen:
• Perikaryon = Soma = Cellichaam: opvangen van prikkels.
Het cellichaam bevat een grote celkern en een aanwezige nucleolus.
• Dendriet(en): ontvangen van prikkels.
• Axon = Neuriet: afvoeren van prikkels.
Dendrieten, het cellichaam en het axon kunnen signalen ontvangen van andere
neuronen. Uiteindelijk worden deze signalen allemaal geïntegreerd. Eén signaal
wordt dan doorgegeven via het axon. Het axon eindigt in terminal boutons.
Typen neuronen
Er bestaan verschillende typen neuronen:
• Efferente neuronen.
• Het cellichaam ligt aan het uiteinde bij
dendrieten.
• Een lange axon.
• Multipolair = Neuronen met één axon en twee of
meer dendrieten.
• Het axon kan collaterale vormen (= vertakken).
• Sensorische neuronen.
• Het cellichaam zit in het midden.
• Pseudounipolair (= Neuronen met één uitloper (axon en dendriet) die splitst vlakbij het
perikaryon in een langer deel en een korter deel) of bipolair (= Neuronen met één dendriet
en één axon).
• Interneuronen.
• De hoeveelheid dendrieten is groot.
Motorneuronen
In het perikaryon bevinden zich veel celorganellen, zoals RER
(in de vorm van Nissl bodies), Golgi, ribosomen,
mitochondriën en het cytoskelet.
Nissl bodies bestaan uit RER. In het cellichaam liggen op
bepaalde plaatsen veel RER. Dit komt doordat het cytoskelet
in neuronen uitgebreid is (neurofibrillen).
In het axon is cytoskelet aanwezig in de vorm van microtubuli.
2
, In het soma worden vesicles gemaakt die geschikt zijn voor neurotransmitters. De vulling van deze vesicle
met neurotransmitter gebeurt in het uiteinde van het axon.
Axonaal transport
Er zijn twee varianten:
• Snel (400 mm/dag): vesicles met stoffen en
mitochondriën. → Motoreiwitten.
• Langzaam (0,2-2,5 mm/dag): enzymen, cytoskelet
eiwitten. → Cytoplasmastroming.
Transportrichtingen:
• Anterograad = Er vindt transport plaats van het soma naar het uiteinde van de axon (VB: vesicles en
mitochondriën).
• Reterograad = Er vindt transport plaats van het uiteinde van de axon naar het soma (VB: versleten
mitochondriën).
Deze twee transportrichtingen worden mogelijk gemaakt door verschillende motoreiwitten.
Motoreiwitten
Motoreiwitten lopen over microtubuli. Er zijn twee typen motoreiwitten:
• Kinesine: naar het axonuiteinde.
Transport van blaasjes met neurotransmitters en mitochondriën.
• Dyneïne: naar het soma.
Cytoskelet
Microtubuli
In een axon van een neuron liggen de microtubuli bijna parallel
gerangschikt in één richting, waardoor transport snel kan plaatsvinden. In
een dendriet liggen de microtubuli minder gerangschikt.
Neurofilamenten
Neurofilamenten zijn lange structuren. Tussen de neurofilamenten
onderling bevinden zich dwarsverbinding. Het cytoplasma van een axon zit
vol met neurofilamenten.
Actine filamenten
Actine filamenten zijn vooral actief aan het uiteinde van de uitlopers, omdat ze betrokken zijn bij de groei
van de uitlopers.
Synaps
Het uiteinde van een axon is breder. Het heeft een discoïdale vorm.
Synapsen = Junctions tussen neuronen.
Op een neuron synapteren meerdere axonen.
Synaptische blaasjes
Synaptische blaasjes zijn klein en uniform.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anoukbmw. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.