HC1 Wat is de empirische bestudering van het recht?
-Rvo: het perspectee van de rechtssociologie blz 11-16
Er kan een onderscheid worden gemaakt in een zgn. normatee en empirisch perspectee op het
recht. Welk perspectee is kenmerkend voor de rechtssociologie; en waarom?
- empirisch: gericht op de werkelijkheid.
- normatief: gericht op waardering van de werkelijkheid.
- kenmerkend voor de rechtssociologie is het empirisch perspectief. Het doel van rechtssociologie is
wetenschappelijk van aard: het steeds verder ontwikkelen van (empirische) theorie. Dat betekent dat
de rechtssociologie de werkelijkheid beschrijf en verklaart en dus empirisch van aard is.
Maak door middel van een voorbeeld uit de flm taphorst in tegenlicht het verschil duidelijk
tussen beide perspecteven:
Bijvoorbeeld: In de flm ien we dat een man wordt uitgesloten van een (protestant-christelijke)
gemeenschap vanwege ijn huwelijk met een katholieke vrouw.
Empirisch: Hoe ou je de e vorm van uitsluiting kunnen beschrijven en verklaren? Wat is de oor aak?
Wat ijn de efecten?
Normatief: Hoe beoordeel je de e vorm van uitsluiting? Is het rechtmatig? Is het rechtvaardig?
Rechtssosciologisch perspectief:
*vragen: over werkelijkheid = vragen over recht = extern.
*onderwerp: voor, tijdens en na de recht aak (efecten vonnis, ervaring partijen, hoe stelt rechter
ich op). Beschrijven en verklaren gedrag.
*bronnen: feiten+ empirische theorie
*uitkomst: emprisiche uitspraken
Vraag 6.
a. Wat wordt bedoeld met een ‘intern’ en een ‘extern’ perspectee op het recht?
Je hebt het interne (recht in de ogen van juridici) en het externe (het recht in de ogen van de rest van
de bevolking) rechtssysteem
b. Illustreer het verschil tussen deze perspecteven door ze allebei (kort) toe te passen op de zaak
van de mishandelde vrouw (serie De Rechtbank).
,WC1: juridische, normateve en empirische vragen.
- W: Macaulay, de betekenis van het contractenrecht in de zakenwereld blz. 1-21
tewart Maclaulay: De betekenis contractenrecht in de akenwereld.
Jaren ’50. Hij ging praten met mensen uit het bedrijfsleven.
Rechtssociologische vraag: externe vraag: waarom wordt het contractrecht gebruikt en wanneer?
Juridisch, empirisch en normatief.
Intern perspectief: als je bij de rechtsvragen blijf juridisch.
Extern perspecitef erbuiten, wanneer pas je het toe: normatief en empirisch.
Empirische vraag: vraag naar de beschrijving, vraag naar de theorie. ‘ je leest geen juridische
clausules aan elkaar voor als je ooit weer aken wilt doen. Je moet in de akenwereld fatsoenlijk
gedragen: je rent niet naar je advocaat als je mee wilt blijven doen.’
-Wat is een contract? = Een contract is niets ander dan een manier waarop ruiltransacties worden
aangegaan waarbij sprake is van een mogelijkheid om naleving met sancties af te dwingen en er
sprake is van een rationale planning van het contract.
-Wat staat er vaak in een contract? = De gevolgen van wanprestatie. Juridische sancties. Vaststelling
van ieders verplichtingen. Gevolgen van on ekere gebeurtenissen voor verplichtingen vaststellen.
-Waarom gebruiken akenlieden het akenrecht vrijwel niet? = Zij gaan af op iemands woord en
nemen elfs grote fnanciele risico’s voor lief. Dat komt omdat men in de akenwereld ijn eigen
normen kent te weten: een afspraak is vrijwel heilig en men is gehouden een goed product te leveren.
- Wanneer stellen akenlieden wel een gedetailleerd contract op? = Wanneer de baten/lusten van
een overeenkomst veel groter ijn dan de kosten/lasten als finke toekomstige problemen
waarschijnlijk lijken. Als andere sancties bij niet-naleving ontoereikend ijn is men aangewe en op
juridische sancties. Ook kan een uitgebreide overeenkomst dienen als communicatiemiddel binnen
een groot bedrijf.
- Waarom is een contract niet o belangrijk in de akenwereld? = Andere factoren spelen bij het
aken doen minstens net o’n belangrijke rol. De belangrijkste daarvan is het opbouwen van
duur ame verhoudingen tussen de partijen. Velen menen dat het recht onvoldoende rekening houdt
met de e duur ame verhoudingen omdat het contractenrecht enkel ou uitgaan van incidentele
transacties.
Macaulay onderzocht de werking van het contractenrecht. Wat betekent het als Macaulay schrijf
dat een contract “meer contractueel” is.
Contract gaat bij Macaulay naar een wij e waarop ruiltransacties worden aangegaan en uitgevoerd
(en dus niet een ander woord voor ruiltransactie, en dus ook niet een geschrif dat een
overeenstemming weergeef). Een ruiltransactie kan wel of niet ‘contractueel ijn’. Of een
ruiltransactie ‘contractueel’ is hangt af van twee factoren:
- rationele plannen van de transactie
-en het bestaan/gebruik van juridische sanctie om nakoming af te dwingen.
Meer contractueel betekent dus dat er meer sprake is van rationele planning en/of juridische
sancties.
,Bespreek twee verklaringen die Macaulay geef voor het meer oe minder “contractueel” zijn van
relates en geee bij beide een eigen voorbeeld:
- Macaulay verklaart het weinig contractueel ijn van ruiltransacties door er op te wij en dat
akenlieden menen doordat men een meer ‘contractuele’ manier van doen niet nodig vindt. Bij een
goede keu e van akenpartners ijn de kansen op een geschil klein. Als men de risico’s goed spreidt,
al de schade beperkt ijn en er ijn andere manieren om onenigheden (onderling) op te lossen.
+ eigen voorbeeld.
- Op de tweede plaats vindt men een meer ‘contractuele’ manier onwenselijk. Het belemmert
fexibiliteit, het is kostbaar, het belemmert kansen, en het is niet bevorderlijk voor de toekomstige
relatie met de andere partij noch voor de reputatie. + eigen voorbeeld.
- [Op de derde plaats ijn er interne redenen die het externe beleid van een bedrijf beïnvloeden. Bij
een meer contractuele wij e van handelen worden bijvoorbeeld juristen en accountants
belangrijker.] + eigen voorbeeld. 3
Macaulay stelt dat zakenlieden het gebruik van contractenrecht onnodig en ongewenst vinden.
Geee in uw eigen woorden weer hoe dit volgens Macaulay kan worden verklaard.
Zakenlieden vinden het contractenrecht onnodig omdat er andere manieren ijn om problemen op te
lossen, omdat normen die de akenlieden delen ervoor orgen dat eventuele problemen
bevredigend worden opgelost, dat die normen een rol blijven spelen komt doordat de akenlieden
duur ame, intensieve verhoudingen met elkaar hebben. Zakenlieden vinden het oplossen van
problemen via contracten ongewenst vanwege het gebrek aan fexibiliteit die e met ich
meebrengen en de hoge kosten die dat met ich meebrengt. De verklaring is dus in we en de
relational distance stelling: recht gebruik je wanneer er geen overlappende intensieve banden
bestaan.
Motveer waarom in het moderne bedrijesleven de verklaring van Macaulay al dan niet van belang
is.
Wanneer je veronderstelling is dat het moderne bedrijfsleven bestaat uit multinationals en andere
bedrijven die alleen maar akelijke relaties met elkaar onderhouden dan al de praktijk veranderd
ijn (maar de centrale stelling niet). Wanneer je veronderstelling is dat ook heden ten dagen nog veel
akenlieden in het midden- en kleinbedrijf werken en elkaar goed kennen dan is de verklaring owel
theoretisch als praktisch nog van belang
Ondergraaf oe bevestgt het onderzoek van Macaulay, in uw ogen, de relatonal distance-stelling?
Het onder oek van Macaulay bevestigt de relational distance-stelling. Zakenlieden vinden het
contractenrecht onnodig omdat er andere manieren ijn om problemen op te lossen. Kenmerkend
voor die andere manieren is wederkerigheid en begrip voor elkaars problemen. Dat die informele
manieren een rol blijven spelen komt doordat de akenlieden duur ame, intensieve verhoudingen
met elkaar hebben. Zakenlieden vinden het oplossen van problemen via contracten ongewenst
vanwege het gebrek aan fexibiliteit die e met ich meebrengen en de hoge kosten die dat met ich
meebrengt. De verklaring is dus in we en de relational distancestelling: recht gebruik je wanneer er
geen overlappende intensieve banden bestaan. En ook het latere onder oek waarin geconstateerd
wordt dat het recht belangrijker geworden is, bevestigt de stelling. Globalisering maakt dat de
relational distance veranderd is en daarmee ook het beroep op het recht.
, Vraag 4. Macaulay deed onderzoek in de Amerikaanse zakenwereld.
a. Wat waren, in uw eigen woorden, de belangrijkste bevindingen van Macaulay?
Het contractenrecht oals juristen dat kennen wordt slecht nageleefd en is van weinig betekenis in
het alledaagse praktijk van akendoen. Macaulay stelt dat akenlieden het gebruik van
contractenrecht onnodig en ongewenst vinden.
b. Welke nieuwe verklaring geef Macaulay hiervoor?
Zakenlieden vinden het contractenrecht onnodig omdat er andere manieren ijn om problemen op te
lossen, omdat normen die de akenlieden delen ervoor orgen dat eventuele problemen
bevredigend worden opgelost, dat die normen een rol blijven spelen komt doordat de akenlieden
duur ame, intensieve verhoudingen met elkaar hebben. Zakenlieden vinden het oplossen van
problemen via contracten ongewenst vanwege het gebrek aan fexibiliteit die e met ich
meebrengen en de hoge kosten die dat met ich meebrengt. De verklaring is dus in we en de
relational distance stelling: recht gebruik je wanneer er geen overlappende intensieve banden
bestaan.
HC2: de rechtssociologische werkkamer
- W: Aubert, enkele eunctes van wetgeving blz. 23-42
-Nestor: Van Rossum en tchelaar, een empirisch geeundeerde bespreking van mogelijke
wijzigingen van de wrakingsprocedures
empirische cyclus:
De empirische cyclus beschrijf de stappen die nodig ijn om op een empiristische manier kennis op
te nemen. De empirische cyclus wordt toegepast om kennis op te doen uit ervaring, door middel van
het opstellen van hypotheses en de e te toetsen.
Iedere theorie is altijd een voorlopige theorie, die geldt alleen tot er een betere theorie is.
Stappen: (volgens Adriaan de groot)
1. observatie: het waarnemen en ver amelen van empirische feiten
2. inductie: het formuleren van een algemene veronderstelling op basis van observatiess van
specifek naar algemeen
3. deductie: formuleren van specifeke toetsbare hypothesess van algemeen naar specifek (van
theorie naar hypothese)
4. toetsen: het toetsen van de hypothese door middel van een experiment
5. evaluatie: de resultaten van het experiment waarnemen en evalueren door middel van
falsifcatie of verifcatie
Indien de e stappen nog niet tot het verwachte of tot een onvolledig resultaat leiden, kan men de
hypothese bijstellen en een nieuw experiment uitvoeren. Zo wordt de cyclus vaak een aantal keren
herhaald om tot een volledige conclusie te komen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller melissaallisonvansuijlekom. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.