100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Bedrijfseconomie samenvatting bedrijf starten VWO LWEO $7.48
Add to cart

Summary

Bedrijfseconomie samenvatting bedrijf starten VWO LWEO

 15 views  1 purchase
  • Course
  • Level

Dit is een samenvatting van het kaartenkatern bedrijf starten VWO van de methode LWEO.

Preview 2 out of 11  pages

  • February 4, 2024
  • 11
  • 2023/2024
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
Bedrijfseconomie Bedrijf starten - TW3 & TW4 - A4B - Nina Groothuizen

Hoofdstuk 1 De oprichting van De Kast

1.1 De start
Er zijn grote verschillen tussen een werknemer en een ondernemer.
Werknemer Ondernemer
Loondienst - vast salaris. Leven van de winst - geen vast salaris.

Verzekerd tegen werkloosheid. Krijgt niks bij werkloosheid.

Pensioenverzekering. Geen pensioenverzekering, moet zelf
pensioen sparen.

Veel belastingvoordelen. Weinig belastingvoordelen.

1.1.1 Vergunningen
In sommige branches moet je een vergunning aanvragen voor het starten van het
bedrijf. Voor het verbouwen van een bedrijfspand of het plaatsen van een
gevelreclame moet je een omgevingsvergunning aanvragen bij de gemeente. In de
omgevingsvergunning staat dat ook dat jij je bedrijf mag plaatsen binnen het
bestemmingsplan van de gemeente.

1.1.2 Inschrijven in het handelsregister
De naam van het bedrijf moet ingeschreven worden bij de Kamer van Koophandel in
het handelsregister zodat het bedrijf niet dezelfde naam krijgt als een ander bedrijf
en of het niet een misleidende bedrijfsnaam is.

1.1.3 De administratie
Als bedrijf moet je verplicht je administratie uitvoeren, waaruit alle rechten en
verplichtingen blijken. Elk jaar wordt er een balans opgesteld. Dit volgens het
Wetboek van Koophandel.

1.1.4 De vestigingsplaats
Waar is de beste plek om je bedrijf te vestigen?

1.1.5 De investeringsbegroting
Op een investeringsbegroting staat wat je moet aanschaffen om het bedrijf te
kunnen starten.

1.1.6 De resultaten- of exploitatiebegroting
In een resultaten- of exploitatiebegroting staat hoe hoog je opbrengsten en kosten
zullen zijn in een toekomstige periode. Dit wordt gedaan om te kijken of je ervan kan
leven en het haalbaar is.

, 1.1.7 De liquiditeitsbegroting
In een liquiditeitsbegroting staat alle uitgaven en ontvangsten in een toekomstige
periode. Dit geeft aan of je genoeg liquide middel bezit.

1.1.8 Rechtsvorm
Er moet een rechtsvorm worden gekozen, waarin je kunt bepalen hoe je belasting
betaald en wie er aansprakelijk is. Een soort rechtsvorm is een eenmanszaak etc. Bij
een eenmanszaak is 1 iemand aansprakelijk en houd in dat privé en zakelijk
vermogen niet gescheiden is.

1.1.9 De verzekeringen
Als ondernemer moet je je verzekeren. Je kunt je niet laten verzekeren voor het
verlies draaien van het bedrijf. Wel kun je andere risico’s verzekeren.
● Wettelijke Aansprakelijkheidsverzekering, verzekering tegen schade van bijv.
een bestelauto.
● Opstalverzekering, verzekering voor het winkelpand tegen bijv. brand.
● Verzekering voor inventaris en voorraden, tegen schade etc.
● Overlijdensrisicoverzekering, stel iemand overlijdt, wie neemt de zaak over.
● Bedrijfsschadeverzekering, vergoed schade als het bedrijf niet door kon gaan
door bijv. brand.

1.1.10 De financiering
Waar wordt het geld vandaan gehaald en hoeveel daarvan is eigen vermogen? Komt
later in het Hoofdstuk.

1.1.11 Diversen
● Open van bankrekeningen.
● Zoeken van leveranciers.

1.2 De btw
Btw (omzetbelasting) betekent belasting op de toegevoegde waarde. Alle goederen
en diensten die een bedrijf verkoopt moet btw worden berekend. Dat is belasting die
aan de overheid wordt betaald. Bedrijven verkopen goederen en diensten inclusief
btw, wat later wordt gegeven aan de belastingdienst. Dit verhoogt de prijs, en dus
prijsverhogende belasting genoemd.
● 6%-tarief - Noodzakelijke levensbehoeften
● 21%-tarief - Luxe goederen
● 0%-tarief - Geëxporteerde producten
● Vrijstellingen voor btw - Onderwijs, bepaalde diensten in gezondheidszorg.

De verkoopprijs inclusief btw bereken je door 21% van de verkoopprijs exclusief btw
te nemen en dat bedrag erbij op te tellen. Dit geeft uiteindelijk 100% + 21% = 121%.
(verkoopprijs inclusief btw) LET OP: Als je exclusief btw wil berekenen van 121%
moet je 121:100 x 21 doen! Niet 21% van de 100% berekenen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ninagroothuizen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.48. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53022 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.48  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added