Artikel Stein et al. 2022 t/m pagina 400
Psychiatrische diagnose en behandeling in 21e eeuw: paradigmaverschuivingen versus
incrementele integratie
Eind 20e eeuw psychoanalyse naar evidence-based farmacotherapieën en psychotherapieën
Psychiatrische nosologie bijzondere focus van vorderingen en kritiek vanuit veld
→ DSM-III: grootste belang betrouwbaar diagnostische constructen
→ DSM-5 en ICD-11 bouwen hierop voort
→ Psychoanalytische psychiatrie bekritiseerden diagnostische constructen vanwege
ontbreken van paranormale verschijnselen
→ Velen pleiten voor andere classificatie
→ Research domein criteria (RDoC)
→ Hiërarchische taxonomie van psychopathologie (HiTOP)
Huidige modellen en benaderingen in psychiatrie
→ Intramurale psychiatrie gericht op ernstige psychische stoornissen; schizofrenie, BPD
→ Psychiaters leiders van multidisciplinair team
→ Poliklinische psychiatrie voornamelijk op veelvoorkomende psychische stoornissen
→ DSM-systeem gebruikt door onderzoekers
→ 20e eeuw de-institutionalisering van psychiatrie
→ ICD wettelijk verplichte standaard voor gezondheidsgegevens
→ Verhogen betrouwbaarheid
→ Bieden aanpak om stoornissen te conceptualiseren en erover te communiceren
(klinisch nut)
→ Veel gebruikt in onderzoek (DSM)
→ Kritiek op DSM en ICD
→ Zelden formele toepassing in dagelijkse praktijk
→ Te grote afhankelijkheid van criteria leidt tot checklistbenadering van
beoordeling
→ Geen wetenschappelijke validiteit
→ Vertekend door invloeden van farmaceutische industrie
→ Momenteel uitgang biopsychosociaal model (Engel)
→ Breed scala aan risico- en beschermende factoren die rol spelen bij
ontwikkeling stoornissen
→ Sterke punten: systeembenadering die rekening houdt met breed scala aan
variabelen die van invloed zijn op begin en verloop van ziekte, en aandacht
besteedt aan biomedische ziekte en ziekte ervaring
→ Kritiek: overdreven eclectisch en vaag
→ Steeds meer nadruk op farmacotherapeutische interventies
→ Behandelingskloof: wereldwijd veel geen toegang tot ggz
→ Onderzoekspraktijk kloof: verschillen tussen behandelingen die worden gegeven en
die worden ondersteund door wetenschappelijk bewijs
, → Klinische beoefenaars gebruiken eclectische benadering, omdat ze zich
onvoldoende houden aan evidence-based klinische richtlijnen
→ Waarom deze kloven? Bewijsbasis relatief schaars voor beheer van
behandelingsresistente en co-morbide aandoeningen, gebrek aan pragmatische real
world onderzoek proeven en mogelijk bescheiden posi impact van
richtlijnimplementatie
→ Psychiatrische behandelingen even effectief als die in andere gebieden van gz, maar
meer bewijs nodig m.b.v. pragmatische ontwerpen in real life context
→ Gegevens uit hele wereld suggereren dat personen met psychische stoornissen die
gespecialiseerde, multisectoriële zorg hebben gekregen, vaker dan andere patiënten
melden dat ze zijn geholpen
→ Voortdurende behoefte aan betere schattingen van effectieve behandeling
Klinische neurowetenschap en gepersonaliseerde farmacotherapie
→ In 20e eeuw verschuiving psychoanalyse naar biologische psychiatrie
→ DSM en ICD niet voldoende gebaseerd op neurowetenschap, daarom klinische
neurowetenschap
→ Aanzienlijke overlap van symptomen
→ Genetische overlap tussen verschillende psychische stoornissen
→ Biomarkers vinden moeilijk
→ Paradigma beschouwt psychiatrie als klinische neurowetenschap, rust op stevig
fundament van neurobiologische kennis
→ Met neurobiologische beschouwing beter in staat relevante mechanismen aan
te pakken en specifieke behandelingen te ontwikkelen
→ Beelvorming en onderzoek mogelijkheden personaliseren van psychiatrische
interventie
→ RDoC: invloedrijk conceptueel kader voor dit nieuwe paradigma
→ DSM-III steun van research diagnostische criteria (RDC)
→ RDoC nadruk op domeinen van functioneren die worden ondersteund door
specifieke neurobiologische mechanismen
→ Aanvankelijk 5 werkingsdomeinen en verschillende analyse-eenheden
→ Elk domein verschillende constructies opgenomen o.b.v. bewijs dat ze
gedragsfunctie inhouden en dat neuraal circuit of systeem de functie
implementeert
→ Analyse eenheden om construct te beoordelen: genen, moleculen,
cellen, hersencircuits, gedrag, fysiologische en verbale responsen
→ RDoC-matrix bedoeld om ontwikkelingstrajecten en omgevingseffecten op te
nemen
→ Psychische aandoeningen gezien als neurologische
ontwikkelingsstoornissen
→ Rijping CNS in wisselwerking met reeks externe invloeden vanaf
moment van conceptie
→ Heeft geleid tot conceptueel werk m.b.t. neurobiologie van psychische
stoornissen en ontwikkeling van maatregelen en methoden
→ Bruikbaar advies voor onderzoek
→ Beperkingen
→ Herarticulatie van ideeën in biologische psychiatrie; nadruk belang
cross-diagnostisch neurobiologisch onderzoek
, → Neurobiologie van bepaald construct kan heel complex zijn, zodat
alternatieve benaderingen voor afbakenen van mechanismen voor meer
grip kunnen zorgen
→ Methoden die worden gebruikt om domeinen te meten mogelijk niet
direct beschikbaar voor clinici
→ Clinical pharmacogenetic implementation consortium (CPIC) heeft klinische
richtlijnen opgesteld voor geneesmiddelen in psychiatrie gebruikt
→ Onderbouwing dat farmacogenomische tests resultaten verbeteren
→ Vanuit RDoC omvatten bepaalde domeinen specifieke neurale circuits, gemoduleerd
door moleculaire routes
→ Recente ontwikkeling is focus op big data
→ Enhancing neuroimaging meta-analyse consortium (ENIGMA) en
psychiatrische genetics consortium (PGC)
→ Cruciale inzichten in psychische stoornissen door scans en DNA-gegevens
→ Niet direct bruikbaar voor praktijk, en overgrote deel van publicaties heeft
weinig verband met klinische praktijk
→ Conclusie: neurobiologisch onderzoek tot op heden geen rijke pijplijn van
nauwkeurige biomarkers voor mentale stoornissen, noch heeft het snel nieuwe
moleculaire entiteiten gevonden die effectief zijn voor aandoeningen
Nieuwe statistische benaderingen van psychiatrische nosologie, beoordeling en onderzoek
→ Ziektetaxonomie complex en mogelijk niet in staat historische modellen van
wetenschappelijke taxonomieën te volgen
→ Getracht een evidence-based, klinisch betekenisvolle alomvattende classificatie te
bieden, gebaseerd op etiologie en therapieën
→ Idee dat onder waarneembaar syndroom een causale entiteit ligt, vormt kern van
medische praktijk
→ Psychiatrie staat voor uitdaging om causale nosologie te ontwikkelen die behandeling
kan sturen
→ Pinel 1e alomvattende nosologie voor mensen met ernstige psychische
stoornissen, samen met morele behandeling
→ DSM en ICD kritiek omdat ze te veel focussen op betrouwbaarheid ten koste van
validiteit
→ Bijv bij persoonlijkheidsstoornissen ziekte-entiteit verder verwijderd
→ Bij bipolaire stoornis en schizofrenie kan het ziekte-entiteiten zijn, maar mist
specificiteit, en er zijn verschillende oorzakelijke routes
→ Dekt niet lading van stoornissen
→ Nieuwe paradigma HiTOP: hiërarchisch raamwerk dat latente superspectra en spectra,
syndromen en lagere niveau componenten
→ Dimensie is continuüm waarin element voorkomt in graduele verschillen
tussen normale en pathologische
→ Gebaseerd op factoranalyse en aanverwante technieken die gebruik maken van
covariatie van waarneembare kenmerken om een niet-waargenomen,
gemeenschappelijke factor te identificeren die covariatie verklaart
→ Neuroticisme verklaart volledig covariatie van bepaalde eigenschappen
→ Conceptuele uitgangspunt: stoornissen op zelfde manier conceptualiseren en
nosologie moet afwenden van focus op categorische entiteiten
→ Verminderde heterogeniteit
→ Overmatige co-morbiditeit verklaren
, → Consistent met risicofactoren, biomarkers, ziekteverloop en
behandeluitkomst
→ Algemene psychopathologische factor p, wijst uiteindelijk op bestaan van een
eigenschap die alle psychopathologie zou verklaren (g-factor)
→ Netwerkbenadering: psychische stoornissen opgevat als problemen in leven, en beste
begrepen op niveau van wat waarneembaar is
→ Knooppunten van netwerken verklaren interactie tussen tekens en symptomen
→ Deze interactie zijn zelf oorzakelijke elementen
→ Stoornis is alternatieve stabiele toestand van sterk verbonden
symptoomnetwerken
→ Problemen in leven i.p.v. ziekte, geen diagnostische beperkingen maar gebrek
aan aandacht voor oppervlak, symptomen zelf
→ Verwerpen nosologische hiërarchie
→ Symptomen geactiveerd door verstoringen uit externe veld (verlies,
hersenafwijking)
→ hiTOP en netwerkanalyse belangrijk geweest:
→ Datagestuurde benaderingen belangrijke rol bij versterken van relevante
wetenschap
→ Sommige dimensionale constructies klinisch nut
→ Associaties tussen symptomen van 2 verschillende stoornissen kan
sterker zijn dan binnen elke stoornis
→ Gebruik van nieuwe statistische methoden om causale gevolgtrekkingen te
trekken belangrijke inzichten opgeleverd in risico op en veerkracht van
psychische stoornissen
→ Ook belangrijke beperkingen:
→ Categorische en dimensionale benaderingen zijn uitwisselbaar
→ Geen reden om psychische stoornissen uitsluitend dimensionaal te beschouwen
→ Netwerkanalyse specificeert niet specifieke niveaus van uitleg die ten
grondslag liggen aan een netwerkstructuur, HiTOP maakt gebruik van DSM-
terminologie
→ Nieuwe inzichten?
→ Oplossing voor nosologische uitdagingen ligt niet in vanuit het niets opbouwen van
nieuwe nosologieën of psychopathologieën, maar eerder in voortzetten van
systematische klinische observatie, nauwgezet onderzoek en creatief denken
→ Kwantitatief kan helpen valse theorieën te onderscheiden van juiste
→ Veel data en verfijnde statistische analyses hebben veel bruikbare inzichten in
psychopathologie tot gevolg gehad
Hoorcollege 2
Hoofdstuk 3
Trans-diagnostische benadering
Stoornis specifieke benadering
→ DSM-diagnose staat centraal
→ Al 25 jaar dominant in ggz
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller meikesmulders6. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.80. You're not tied to anything after your purchase.