Tolman = gedrag wordt niet gedreven door beloning/straf maar door interne cognitieve representaties
Cognitieve map = een interne representatie van ruimtelijke lay-out
Barlett = inhoud en structuur zijn belangrijk voor geheugen en schema theorie waarbij tijdens het
herinneren een beeld gemaakt wordt van componenten. Herinneren is niet hetzelfde als ophalen van
vergeten items
Declaratief/expliciet geheugen
Autobiografisch/episodisch = herinnering uit je eigen leven mediaal tem lobe/hippocampus
Semantisch = algemene wereldkennis/feiten neocortex
Ontwikkelen episodisch geheugen tussen 4-7 jaar met herkenning van gedeelde relaties tussen
gebeurtenissen. Axonen in corpus callosum worden gemyeliseerd en toename van hersenactiviteit
Als er structuur in de stof zit, onthoud je het beter
Bij ophalen van geheugen geldt dat wanneer er meer cues zijn die overeenkomen met geleerde materiaal,
hoe makkelijker deze op te halen. Als twee dingen meer met elkaar interacteren onthoud je ze beter 9ze
hoeven niet bizar te zijn om ze te onthouden)
HM = bij hippocampus weghalen is er geen episodisch geheugen meer
Hippocampus spatio-temporele informatie en onthouden gebeurtenissen dagelijks leven
Hippocampus
= ontvangt hoog verwerkte input van corticale gebieden en heeft hoge synaptische plasticiteit (hoge conc
NMDA en makkelijk LTP opwekken) verbonden met emotie (amygdala)
Geheugensporen aanmaken gebeurtenissen die weinig verschillen (pattern seperation)
Geheugensporen activeren op basis van deel van herinnering (pattern completion)
Dentate gyrus is goed voor pattern seperation omdat hij input ontvangt
en bevat veel granule cellen (moeilijk om actief te krijgen) dus wordt
verdeeld over heel veel granule cellen en nieuwe neuronen worden hier
aangemaakt
CA3 regio ontvangt input uit EC en DG en pyramidaal neuronen zijn sterk
onderling verbonden. Als 1 neuron geactiveerd is, kan het de rest
activeren voor pattern completion
CA1 regio geeft door wat er verteld wordt van CA3 en DG
Oude geheugensporen worden opgeslagen in de neocortex
Als info is opgeslagen in de neocortex is de hippocampus
uitgespeeld
Info activeert neocortex > encoding in hippocampus > bij
consolidatie terug naar neocortex en dan kan de neocortex
het alleen
,Hoorcollege 1
27 nov, Gluck H7
Episodisch en semantische geheugen
Anterograde amnesie
= Hippocampus is compleet kapot en kan geen lange termijn meer onthouden, moeite met nieuwe
herinneringen vastleggen. Er is geen continuïteit naar het verleden
HM had erge anterograde amnesie maar kan nog steeds skills leren
Ze hebben nog steeds een normaal impliciet geheugen (=) en gewoontes
Mirror drawing test wordt wel steeds beter
Model van hippocampus-cortex tijdens geheugen consolidatie
Link systeem hippocampus voor LTG
= Je hebt consolidatie waarbij hippocampus cortex dialoog zien, nadat je iets hebt geleerd zit het vooral in
de hippocampus (heel veel plasticiteit en connectiviteit met de hersenen) het houdt een nieuwe
herinnering bij elkaar met synapsen die veranderen (plasticiteit)
Trace systeem van neocortex
= De cortex kan alleen impliciete geheugen vastleggen
Je vormt geen episodes en je bent je er nooit van bewust,
dus om bewust te zijn van geheugen kan alleen met
sporen die via hippocampus gaan
Modulatory systeem
= in basale voorbrein waarbij lage acetylcholine spiegel
van die gebied zorgt voor vroege amnesie
Op een gegeven moment komen er zulke sterke connecties in het trace systeem dat je ze zonder de
hippocampus/links die herinnering kan vinden (hippocampus alleen nodig voor vormen/consolideren)
Theodule Ribot = Ribot law is dat met hersenschade de meest recente periode herinneringen zijn verloren
Iemand met Alzheimer vergeet de meest recente gebeurtenissen
Francis Bartlett = focus op bestaande kennis
Tulving = episodische en semantische geheugen zijn verschillend
Surface = hoe het eruit ziet
Tekst base = welke woorden er gebruikt worden
Mentale mode = het zien in je hoofd
Mental mode blijft het langst hangen in episodische geheugen
,Transfer appropriate porcessing = hetgeen waar jij o focust is wat het best bewaard wordt =
Er moet match zij tussen encoding en retrieval, het gaat niet om de diepte maar om hoe je iets leert
Context effecten:
Godden en Baddeley = onderwater woordjes leert kan je ze ook beter ophalen als je dit onderwater doet
State-dependent geheugen
= bij alcoholisten als die veel drinken kunnen ze de verstopte drank niet meer vinden maar dronken wel
Zelfde fysiologische toestand zorgt dat je dingen beter onthoudt
Herhaling van iets laten zien betekent niet dat je het heel goed kan onthouden (NS-logo tekenen)
Zelf iets reproduceren helpt wel om iets te onthouden om iets te onthouden moet je bewust ervan zijn
Retrieval practice effect = tijdens het leren jezelf vragen stellen
of je het snapt. Puur herhaling is niet genoeg maar testen is
beter en dan lange termijn ertussen
Ebbinghaus forgetting curve
= als je eerst tien keer moet oefenen om alles te weten en
daarna 6 heb je er 4 bespaard (savings)
Als je minder trials nodig hebt, heb je meer savings
Na dag 1 heb je een stijging en dit is het effect van slaap, het
werkt dus positief op het ophalen van info
Permastore = vergeten komt tot stilstand, wat je nog weet na
zoveel jaar blijft zitten. Vergeten duurt ongeveer 3-12 jaar en dan
stopt het
Memory illusion = je geheugen dingen voorschotelt die niet
gebeurd zijn. Er werden 3 verhalen verteld aan proefpersonen die
gebeurd waren en 1 verzonnen. En mensen onthouden het
verzonnen verhaal ook omdat ze dachten dat het echt was
Semantische geheugen
= algemene kennis, dingen die je weet (weet niet waarom)
De kennis die je van de wereld hebt, begin je hoogste niveau of levend of wel, dan welke dieren, onder
vogels weer wat voor soort vogels er zijn, dan kanarie wel of niet kan zingen
hoe verder de boom in, hoe moeilijk te antwoorden
, Theorie heeft geen uitleg voor typicality effecten = soorten vogels waar mensen sneller op reageren (appel
is meer typisch dan een mango). Wanneer het typisch is, onthoud je het beter
Hoe vaker je met iets geconfronteerd wordt, hoe sneller je bent in antwoorden (frequentie van associatie)
Spreading activatie model = je hebt begrip rood die is geassocieerd met andere kleuren, vuur, rozen. Als er
een meer directe lijn is, kan je sneller ja zeggen
Schema’s = geheugen is reconstructief dus als je een verhaal hoort kan je het niet als een computer
herhalen, richting de schemas die je al hebt in je semantische systeem een verhaal navertellen uit een
andere cultuur wordt verbogen zodat het jouw referentiekader bevat
Schema’s = semantische patronen gebruikt om het verhaal te begrijpen. Nieuwe info wordt encoded en
opgehaald binnen dit semantische framework/schema’s.
Sturen geheugen in een bepaalde richting en zorgen voor valse geheugen
Als je een kamer moet onthouden, onthoud je boeken in een ‘boekenkamer’, dingen werden niet genoemd
omdat ze niet paste in een kamer
Semantische dementie = tegenovergestelde van anterograde amnesie
Nog heel lang functioneren (goed praten) tenzij jij het gesprek overneemt en specifieke vragen stelt
Semantische kennis is helemaal weg (concepten/categorieën zijn weg)
Veel woord vinden problemen, snappen dingen niet meer maar geen problemen met leren als ze die kennis
nog wel hebben over de concepten lesie in hippocampus
Wat lijkt op semantische kennis blijkt episodisch te zijn
Iconic memory Sperling
Wat kunnen mensen in een korte tijd onthouden?
Paradigma is ‘partial reproduction’
Bij een bepaalde toon onthouden mensen meer een specifieke rij
Echoic memory
Kleur krijgen en dan moet je een bepaald geluid/woord herhalen
Na ongeveer 4 seconden vergeet je al veel (begin nog veel letters
weet te noemen). Alle andere info eromheen gaat compleet weg
Kortetermijngeheugen
Short term store STS = kan ongeveer 7 stukjes onthouden
Gelimiteerd capaciteit
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nummer34. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.18. You're not tied to anything after your purchase.