100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting hoofdstuk 1/6 vastgoedeconomie $8.27   Add to cart

Class notes

Samenvatting hoofdstuk 1/6 vastgoedeconomie

 13 views  0 purchase
  • Course
  • Level
  • Book

Samenvatting van zowel les aantekeningen als stof uit het boek van hoofdstuk 1 t/m 6 van Vastgoedeconomie 1 :)

Preview 3 out of 21  pages

  • February 5, 2024
  • 21
  • 2023/2024
  • Class notes
  • Hans seijkens
  • All classes
  • Secondary school
  • 1
avatar-seller
Vastgoed economie

Welvaart: hoeverre de spanning tussen behoeften en beperkte middelen is opgeheven. (tot in
hoeverre de primaire behoeften voldaan kunnen worden)

Welzijn: de mate waarin we aan behoeften kunnen voldoen die niet afhankelijk zijn van schaarse
middelen.

Welstand: persoonlijke gezondheid en in tot hoeverre je tevreden bent

Economisch denken: gaat in essentie over keuzes maken en daarna vraag en aanbod.

Schaarste: omdat je beperkt middelen heb en je het optimaal wilt benutten.

Lurenzcurve= hoe de inkomen verdeeld zij in een land aan de hand
van een grafiek. In de grafiek kan je makkelijk zien hoeveel
procent van de bevolking hoeveel procent inkomen krijgt. De
overheid kan invloed hebben op deze grafiek door belasting en
toeslagen.

Behoeften onderscheiden we in een aantal categorieën:

- Primair (wat je echt nodig hebt) VS secundair (luxe)
- Stoffelijk (tastbaar) VS onstoffelijk (niet tastbaar)
- Individueel (persoonlijke behoeftes) VS collectief (gezamenlijke behoeftes)

Economische ordes

1. Centraal geleide planeconomie: (B.v. noord Korea alles word bepaald door de overheid, de
vraag word bepaald en daardoor ook de vraag)
2. Vrijemarkt: (de markt bepaalt alles alleen de dingen die een markt niet kan bepalen daar
pakt de overheid aan (waar de markt niks aan kan verdienen
3. Georiënteerde markteconomie: ( de kern taken en reguleert de normale markt) bijvoorbeeld
minimale loon. Minimale huurprijs.

Macro economie: kijkt naar productie, consumptie en overheidsgedrag van een land als geheel. bv:
nationaal inkomen, bruto nationaalproduct, etc. (Landelijk)

Meso economie: het middelniveau. Kijken naar economische processen op het niveau van de
bedrijfstak waarin bedrijven opereren. (Bedrijfstak)

Micro economie: alles wat er speelt op het gebied van individuele consument en bedrijf. (individuele
consumenten)

,Binnenlandse indicatoren

- Groei van het bruto binnenlandse product
een groei van de productie die leidt tot meer winsten bij bedrijven en dat bedrijven meer
gaan investeren.
- Conjuncturele situatie
hoe de conjectuur in een land is. Dus of het goed gaat met de economie of wat minder.
- Index van het consumentenvertrouwen
Het vertrouwen van de consument in de economie of ze willen uitgeven of dat ze liever
sparen.
- Ontwikkeling van werkloosheid, lonen en arbeidsproductiviteit.
of er veel werkloosheid is, lage lonen. Veel werkloosheid betekend dat er minder gekocht
wordt.
- Prijsontwikkeling (inflatie)
hoe het met de inflatie gaat. Bij hoge inflatie kopen mensen minder, omdat hun geld niet veel
waard is. Bij groeiende koopkracht kopen mensen weer meer.
- Ordeportefeuille bedrijven
Of een bedrijf veel orders klaar heb staan voor de toekomst zodat de economie vertrouwen
heeft in een bedrijf.

Buitenlandse indicatoren

- Rente ontwikkeling (door de ECB wordt de rente verhoog/verlaagd)
- Ontwikkeling export & import ( Vraag en aanbod vanuit het buitenland)
- Ontwikkeling wisselkoersen (de valuta koers tussen landen)

Economische indicatoren

- Internationale conjectuur
- CPB speelt belangrijke rol hierin. (centraal plan bureau)

, H2 Macro economie
Collectieve sector: overheden en instellingen die gericht zijn op het welzijn van mensen. Die voor
iedereen nut hebben.

Particulieren sector: ondernemingen die consumenten voorzien van individuele goederen.

Economische kringloop:




Y= C + S + B
BBP= C + I + O + (E-M)
Y= BBP


2.3 Nationaal inkomen
Subjectieve methode:

Kapitaal  Rente
Arbeid  Loon
Natuur  Pacht/huur
Ondernemerschap  Winst
----------------- +

Objectieve methode:
toegevoegde waarde van alle bedrijven + de overheid= nationaal inkomen (Y) (bij elkaar op tellen)

Als je het nationaal inkomen berekent heb moeten er nog een aantal correcties worden toegepast:

Primaire inkomens: (verdiende inkomens die in het buitenland worden uitgegeven of in het
buitenland verdiende inkomsens worden uitgegeven in Nederland.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MaartjeBr. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.27. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

82215 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.27
  • (0)
  Add to cart