Absolute rechten = kun je tegenover een ieder ten gelde maken/ handhaven.
Absolute rechten op een zaak Absolute rechten op een zaak en vermogen
Eigendom Vruchtgebruik
Erfdienstbaarheid Pandrecht
Erfpacht hypotheekrecht
Opstal
Appartementsrecht
Eigendom (artikel 5:1 BW)
Eigendomswet is de meest omvattende die je op een zaak kan hebben, Wel zijn er beperkingen:
Recht van een ander (dat je rekening houd met de rechten die anderen mensen hebben)
Wettelijke voorschriften ( een inbreuk op je eigendomswet die volgens de wet mag, dat de
gemeente bijvoorbeeld de onteigeningswet toepast)
Regels van ongeschreven recht (de ongeschreven regels dat je rekening houd met anderen
mensen, met bijvoorbeeld geluidsoverlast)
Vanaf hier de beperkte wetten:
Erfdienstbaarheid (artikel 5:70 BW)
Het bekendste voorbeeld van deze wet is het recht van overpad. Hierbij mag je gebruik maken van
het pad van je buren om bij je huis te komen. Dit kan je afspreken met een mondelingen afspraak,
maar je kan het ook bij de notaris laten vastleggen. Het voordeel daarvan is dat als je nieuwe buren
krijgt dat je dan nog steeds het recht op overpad houdt.
Erfpacht (artikel 5:85)
Met deze wet mag de eigenaar het grond gebruiken als eigendom. Alleen de eigenaar (de gene die
het huis op de grond heeft) mag het verkopen. Erfpacht loopt ook af en dan is het mogelijk om te
kopen. Dit word vaak gebruikt in steden, omdat gemeente (hoeft niet perse gemeente te zijn) graag in
bezit blijven van grond en voor extra inkomsten voor de gemeente. Als er erfpacht zit op een woning
betaal je een periodiek bedrag aan de gemeente.
Recht van opstal (artikel 5:101)
, Als je land huurt en je zet daar een schuurtje op is het schuurtje dan van jouw of de eigenaar van het
land? Het is dan van de eigenaar van het land, maar als je wilt dat het schuurtje van jouw wordt kan
je het recht van opstal toepassen dit zorgt ervoor dat het schuurtje nu wel van jouw is en de eigenaar
van de grond daar niet op kan na trekken.
Appartementsrecht (artikel 5:106)
Eigendom kan niet worden gedeeld, je kan niet eigenaar worden van een deel van een gebouw. Om
dit bij appartementen juridisch mogelijk te maken is er appartementsrecht. Als je een appartement
koop dan heb je appartementsrecht dan ben je eigenaar van het appartement.
Recht van vruchtgebruik (artikel 3:201) (kan gebruikt worden op een zaak en vermogen)
Dat je niet de eigenaar bent van iets, maar dat je wel de opbrengst mag toe-eigenen. En als je dit
recht toepast op vermogens recht dan moet je denken aan een lening die je afsluit en dan is als
opbrengst de rente.
Vanaf hier zekerheidsrechten:
Pandrecht (artikel 3:236)
Als jij iemand geld leent en een zekerheid wilt dat je het terug krijgt kan je een pandrecht leggen op
een roerende zaak. Dit kan bijvoorbeeld op een auto. Als iemand de lening niet terug betaald dan kan
je het object waarop jij pandrecht gevestigd hebt verkopen en zo het geld terug krijgen.
Vuistpand: dan krijg je het object daadwerkelijk in bezit.
Bezitpand: dan heb je niet het object niet fysiek.
Recht van hypotheek (artikel 3:260)
Het zelfde als het pandrecht, maar nu kan je recht leggen op een ontroerend goed. Vaak legt de bank
dit recht op je woning als je een hypotheek van de bank heb. Stel jij kan het niet meer betalen dan
kan de bank opslag doen op je huis en dan krijgt hij op die manier zijn geld terug.
Overdracht van goederen
Bezitter: iemand die doet alsof hij de eigenaar/ rechthebbende is (bijvoorbeeld een dief)
Houder: iemand die een goed van een ander onder zich heeft.
Eigendomsoverdracht (artikel 3:84 BW)
Om eigendom over te dragen zijn er drie vereisten.
1. Geldige titel: bijvoorbeeld er moet een koop overeenkomst zijn. Of contract.
2. Beschikkingsbevoegdheid: of je het eigendom wel mag verkopen. Alleen de eigenaar mag het
verkopen/ overdragen. Dus als jij een houder bent van een object en die verkoopt. Is de
koper niet de eigenaar.
3. Levering
- onroerende zaken: aan de hand van een akte bij de notaris
- roerende zaken: bezit verschaffing vaak door een mondelingen afspraak
Verbintenissenrecht
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MaartjeBr. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.17. You're not tied to anything after your purchase.