CIE Core Human Geography Revision Notes (AS)
All for this textbook (1)
Written for
Fontys Hogeschool (Fontys)
Docenten opleiding aardrijkskunde
Aardrijkskunde
All documents for this subject (9)
Seller
Follow
Geoguy
Reviews received
Content preview
Chapter 7 – Patterns of Economic Development
Economische ontwikkeling is het veranderingsproces met betrekking tot de aard en samenstelling van een
regio’s economie, alsmede de algehele welvaartsgroet van deze regio. Er zijn drie soorten verandering:
Veranderingen in de economische structuur van een regio.
Veranderingen in de economische organisate binnen de regio.
Veranderingen in de beschikbaarheid en gebruik van technologie binnen een regio zo begon de
industriële revolute niet voor iedere regio/land gelijk.
Manieren om economische ontwikkeling te meten:
Bruto binnenlands product (BBP) – in Engels: GDP. Totale waarde van alle materialen, goederen,
levensmiddelen en diensten die een land produceert per jaar. Om deze te standaardiseren, wordt de
totale gedeelte gedeeld door het aantal inwoners, wat een BBP per hoofd oplevert.
Bruto natonaal inkomen (BNI) – in Engels: GNI. Een maat van inkomen van alle producte, waar deze
ook op de wereld moge plaatsvinden.
Koopkrachtpariteit (KKP) – in Engels: PPP. De hoeveelheid materialen, levensmiddelen, goederen en
diensten waarvan men gebruik kan maken met een bepaalde hoeveelheid van een bepaalde valuta.
Deze is het best te gebruiken voor het vergelijken van economische welvaart, omdat het BBP
en BNI gebaseerd zijn op natonale valuta’s. Gebruiken we de KKP dan zien we lagere BNI-
waardes voor ontwikkelende landen (immers, hoge levenskosten) en hogere BNI- waardes
voor de onontwikkelde landen (immers, lage levenskosten)
Hedendaagse patronen zijn afankelijk van verschillende factoren, die allemaal ongelijk verdeeld zijn over de
wereld, waaronder:
Bouwland
Waardevolle mineralen
Energie – zoals olie, kolen en aardgas. Dit is, door de extreem ongelijke verdeeldheid, de meest
belangrijke component geworden wat betref wereldhandel.
Chapter 7.1 – Technological Change and Economic Development
Sinds de industriële revolute kunnen we vier/vijf technologische systemen herkenen, waarbij telkens de
geografie qua kernlanden en periferielanden is gereorganiseerd:
1) 1790 – 1840 --- Vroege mechanisate gebaseerd op waterkracht en stoommachines; ontwikkeling
katoen textelindustrie en ijzerbewerking; aanleg watertransportsystemen zoals kanalen.
2) 1840 – 1890 --- Benutng van door kolen aangedreven stoommachines; staalproducte; aanleg
treinrails; wereldverscheping; werktuigmachines.
3) 1890 – 1950 --- Benutng van de inwendige verbrandingsmotor; olie en plastc; elektrische en zware
machinebouw; vliegtuigen; radio- en telecommunicate.
4) 1950 – 1990 --- Benutng van kernenergie, ruimtevaart, elektronica en petrochemie; ontwikkeling
snelwegen en wereldwijde luchtroutes.
5) 1990 – heden --- Benutng van zonne-energie, robotca, micro-elektronica, biotechnologie, nano-
technologie and informatetechnologie.
Energieconsumpte in de kernlanden is vele malen hoger dan dat in perifere landen. Er dient wel rekening
mee gehouden te worden dat hierin niet het gebruik van energievormen als brandhout is meegenomen, dat
in grote maten gebruikt wordt in perifere landen. Het gevolg van het gebruik van brandhout als energiebron
is grootschalige ontbossing.
Draagkracht is het maximaal aantal mensen die door een plaats van bouwland onderhouden kunnen
worden zonder dat er beschadigingen aan de eigen producte of aan dat van anderen wordt aangericht.
, Benutng van industriële bronnen (industrial resources) is afankelijk van:
Geologie – verspreiding van natuurlijke hulpbronnen en mineralen, zoals olie, gas, kolen, koper, ed.
Politeke stabiliteit – Afrika heef door politeke instabiliteit nooit haar bronnen kunnen benuten, dit
in tegenstelling tot landen met een stabiel politek klimaat zoals Europa, de VS of Rusland.
Beschikbare technologie – omschakeling van natuurlijke vezels naar synthetsche vezels of de
omschakeling van kolen naar olie. Voor sommige, vooral perifere landen is zo’n omschakeling
(herschrijven van de geografie qua economische ontwikkeling) moeilijk of niet mogelijk, dit in
tegenstelling voor vaak de kernlanden.
Fluctuates in prijs – daling van diamant- of goudprijs kan rampzalig zijn voor landen die heel
grotendeels of geheel afankelijk van zijn.
Ecologische voetafdruk – Een maat voor de menselijke vraag op het ecosysteem van de Aarde. Gebaseerd
op de consumpte van herbruikbare hulpbronnen en de producte van vervuiling. Afankelijk van drie
factoren wat betref omvang:
1) Omvang van de populate.
2) Gemiddelde consumpte per persoon.
3) Hoeveel grondstofen bepaalde technologie die gebruikt wordt nodig heef.
Duurzame ontwikkeling betekent dat hernieuwbare natuurlijke bronnen ook opnieuw gebruikt
worden op een dusdanige manier dat hun waarde/betekenis/omvang niet wordt verlaagd. Er zijn
echter een aantal belemmeringen hiervoor:
Een contnuering van de afankelijkheid van fossiele brandstofen als de meest
fundamentele energiebron voor economische ontwikkeling.
Grote bevolkingsgroei in de perifere landen. Dit moet geleidelijk aan gaan met de groei van
de productecapaciteit van de ecosystemen.
Insttutonele organisates zijn inadequaat bezig door aparte beslissingen te maken
betrefende wat economisch reëel is en ecologisch gewenst.
Chapter 7 – The Economic Structure of Countries and Regions
Vier economische sectoren:
Primaire sector – direct betrokken met de natuurlijke hulpbronnen. Bijvoorbeeld de landbouw,
mijnbouw, houtkap en visserij.
Secondaire sector – betrokken bij de verwerking van de natuurlijke hulpbronnen. Bijvoorbeeld
industrie, textelproducte, meubelproducte, autoassemblage, ed.
Tertaire sector – betrokken bij de verkoop en uitwisseling van goederen en diensten. Bijvoorbeeld
warenhuizen, kappers, commerciële diensten, winkels, ed.
Quartaire sector – betrokken bij het verwerken van kennis en informate. Bijvoorbeeld educate,
dataverwerking, polite, brandweer, ministeries, research and development (R&D), ed.
Over het algemeen geldt:
Dat landen met een hoog aandeel in de primaire sector een laag BBP kennen, met uitzondering van
de olielanden.
Door middel van de internationale arbeidsverdeling (meer specifiek, op export gerichte specialisate),
zijn er nieuwe opkomende landen ontstaan met een grote secondaire sector. Dezen kennen
vanzelfsprekend ook een hoger BBP semiperifere landen.
Het hoogste BBP kan men vinden in landen met grote tertaire en quartaire sectors, en een kleine,
maar zeer producteve secondaire sector.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Geoguy. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.