Leerdoel: de student verwoordt welke deelvaardigheden nodig zijn voor een
verantwoorde klinische redenatie.
Klinisch redeneren = het continue nadenken en meedenken over de situatie van de
patiënt en het geheel van kleine en grote beslissingen die voortvloeiend daaruit
meegenomen moeten worden met betrekking tot de bestaande en de te verwachten
problematiek in de zorg.
Het proces van klinisch redeneren:
1) Risico inschatting
2) Vroegsignalering
3) Probleemherkenning
4) Interventie
5) Monitoring
Anatomie = bouwstenen
Fysiologie = hoe werken dingen in het lichaam
Pathologie = als iets niet goed is
Klinisch redeneren past vooral bij de CanMEDs-rol: zorgverlener; vakinhoudelijk
handelen.
PESDIE
P probleem
E etiologie
S + S signs + symptoms
D doel
I interventions
E evaluatie
Leerdoel: de student laat zien welke leermiddelen mogelijk gebruikt kunnen worden
binnen de lessen AFP.
Leerdoel: de student benoemt de relatie tussen klinisch redeneren en methodisch
handelen.
Klinisch redeneren is het denkproces dat aan het methodisch handelen vooraf gaat.
Methodisch handelen = een systematische aanpak van verpleegkundig handelen.
Op deze manier wordt zo effectief en efficiënt mogelijk he doel bereikt of nagestreefd
wat men voor ogen had.
1) Hoe wordt het probleem aangepakt
2) Plan opstellen
3) Plan uitvoeren
,Dit wordt aan de hand van het biomedisch domein (de kernset van
patiëntenproblemen) gedaan.
Bij methodisch handelen reageer je analystisch. Je analyseert eerst de situatie. Dit is
beter dan intuïtief handelen (op het gevoel).
Leerdoel: de student is zich bewust van de relatie tussen kennis van biomedisch
domein en het klinische besluitvormingsproces.
Verpleegkundig proces = wijze van verpleegkundig
denken en handelen om aan de patiëntbehoeften
te voldoen.
1) Gegevens verzamelen (anamnese)
2) Problemen/diagnoses: vaststelling van
de aandoening of ziekte.
3) Doelen/uitkomsten maken
4) Interventies vaststellen: wat heeft de
patiënt nodig?
5) Uitvoeren: in werking brengen
6) Evalueren
2 soorten diagnoses:
- Medische diagnose: vaststellen van de aandoening,
ziekte of klacht.
- Verpleegkundige diagnose: vaststellen van de gevolgen van de aandoening,
ziekte of klacht.
Les 1 – basisparameters
Begrippen:
- Normaalwaarden = de waarden die tussen minimum- en maximumwaarden
liggen.
- Auscultatie = m.b.v. een stethoscoop luisteren naar geluiden afkomstig van
organen in het lichaam.
- Vesiculair ademgeruis = zacht geluid bij in- en uitstromen van lucht ter
hoogte van de longblaasjes. Het normale geruis bij in- en uitademing.
Leerdoel: de student heeft kennis en maakt gebruik van medische terminologie.
Medische terminologie = de medische ‘vaktaal’ die vaktermen bevat die medici
over de hele wereld begrijpen. Latijn is de voertaal.
Leerdoel: de student kent de normaalwaarden van relevantie basisparameters.
Leerdoel: de student relateert observatieparameters aan orgaanfuncties.
Parameter Normaalwaarde
Reactiepatroon AVPU/EMV AVPU:
- A: alert (reageert de patiënt als je
binnen komt lopen)
- V: verbaal (zegt de patiënt iets?)
, - P: pijn (m.b.v. pijnprikkel)
- U: geen reactie
EMV:
- E: ogen openen
- M: motoriek, opdrachten
uitvoeren
- V: verbaal
Oriëntatievermogen Tijd, plaats, persoon
Pupil reactie Snelle constrictie bij veel licht (klein)
Bij weinig licht langzame/grote
constrictie (groot)
Pijnscore Geen pijn (0-4)
Ademfrequentie 12-16x per minuut in rust.
Meten: 30 seconden tellen x 2
Ademhalingspatroon Regelmatig, zonder geluid
Ademgeruis Stil, geen piep of rochel
Saturatie: SpO2 95-100%
Saturatie = % hemoglobine wat zich
aan de rode bloedcellen heeft
gebonden. Zuurstofgehalte in het bloed.
Kleur Huidskleur: normale toestand
Bleek: geschrokken, in shock
Rood: inspanning, warm
Geel: leverontsteking
Blauw/paars: koud, weinig zuurstof
Zwart: afsterven
NIBP (non invasive blood 120/80 mmHg
pressure/bovendruk); MAP (gemiddelde Marge: 110-140/70-90 mmHg
bloeddruk/onderdruk = 2 x diastole + 1 x
systole / 3)
Hartfrequentie; pulsaties 60-100x per minuut
Kinderen 0-10 jaar: 70-130x per minuut.
Meten: 15 seconden x 4
Hartritme Regelmatig
Halsvenen/CVD Niet voel- en zichtbaar. Niet opgezet
CVD = het opzwellen van de halsaderen
Capillaire refilltijd 1,5 seconden
Capillaire refilltijd = tijd die nodig is om
weer kleur te krijgen in een capillair
netwerk.
Diurese (ml per kg per uur) Normale hoeveelheid urineproductie: 4-
Urine productie 5x per etmaal.
1 tot 1,5 liter per 24 uur.
Diurese = afscheiding van urine.
Huidturgor (elasticiteit) Normaal: vormt snel terug
Laaf: huid is droog en blijft wat staan
Huidturgor = spanning en vochtgehalte
van de huid.
Slijmvliezencontrole Vochtig & glanzend
Acute gewichtsveranderingen Binnen 2% gewichtstoename en -
, afname
Kerntemperatuur 36,5-37,5 graden Celsuis
Peristaltiek/defecatiepatroon (darmen) 30 hoorbare geluiden per minuut
gedurende 4 minuten.
Peristaltiek = knijpende beweging van
een buisvormig orgaan.
1/2x per dag ontlasting.
Belangrijkste parameters in een acute situatie:
- Saturatie
- Hartfrequentie
- Bloeddruk
- Temperatuur
- Ademhalingspatroon
Leerdoel: de student selecteert relevante observatieparameters aan de hand van de
aangeboden casus.
Dit wordt in de les besproken.
Leerdoel: de student kent de redeneerhulpmiddelen ABCDE, (M)EWS, SBAR en
DENWIS.
ABCDE-methode eerst de vitale functies controleren en dan naar hetgeen waar
de patiënt werkelijk last van heeft.
- A: airway
o Vrije ademweg als iemand kan spreken
- B: breathing
- C: circulatie
o Bloeddruk, hartslag, temperatuur, kleur
- D: disability
o Alert, verbaal, pupilreactie, pijnprikkel
- E: exposure/environment
o Lichaamstemperatuur
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller veerle2502. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.47. You're not tied to anything after your purchase.