100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Hoofdstukken 2,3 en 5 $8.73   Add to cart

Summary

Samenvatting Hoofdstukken 2,3 en 5

 1 view  0 purchase
  • Course
  • Institution

dit bestaat uit 3 hoofdstukken: hoofdstuk 2 (Membraantransport) hoofdstuk 3 (membraanreceptoren) hoofdstuk 5 (Cytoskelet en Cellulaire beweging)

Preview 4 out of 46  pages

  • February 5, 2024
  • 46
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Hoofdstuk 2: Membraantransport
1. Eenvoudige diffusie
Definitie

- Hoe kleiner het deeltje -> sneller
- Ontstaan beweging, bij botsing tegen watermolecule
- Random beweging (1D): per ∆ t -> deeltje legt afstand ∂ (willekeurig: links of rechts)

SLIDES: 6 t.e.m. 16!!

RMS displacement = gemiddelde kwadratische verplaatsing

∂²
RMS displacement = √ 2 Dt => Diffusie Coëfficiënt D =
2 Δt
(voor stof)


RMS voor 2D =
√ 4 Dt => stelling Pythagoras


RMS voor 3D = √ 6 Dt
- Diffusie coëfficiënt is cte voor opgeloste moleculen in water D (in cm²/s)
- ↑T => ↓ ∆t => meer botsingen => D↑


Rekenvoorbeeld: Hoe lang duurt het eer glucose gemiddeld 10µm heeft gediffundeerd? En 1 cm?

 Als er geen dementie op staat geschreven = 3D




Is een cte (tabel)




Diffusie van gassen O₂ en CO₂ (in hersenen)

- Meeste cellen in hersenen heel dicht bij capillair (10-20 µm)
-> elke cel toegang dichtstbijzijnde partner om aan diffusie O₂ en CO₂ uit te wisselen

- In haarvaten (capillairen): O₂ van haarvat naar weefsel - CO₂ van weefsel naar haarvat
- Longen: omgekeerd


Wet van Fick -> passieve diffusie (macroscopisch)

mol
J= flux ( m 2 s ) -> hoeveel van een bep stof doorheen een bep opp beweegt in bep tijdseenheid ‘


D= diffusiecoëfficiënt ( m²/s)

C= concentratie (mol/m 3)

X= lengte (m)

1

,  - want waar concentratie afneemt dan dC/dX negatief
 Deze wet houdt geen rekening met invloed van elektrisch veld op geladen deeltjes!!

Passieve diffusie doorheen membraan

 Partitie coëfficiënt
“Hoe snel bewegen deeltjes doorheen membraan?” (binnen- buiten) -> hydrofobe staartjes

Partitie coëfficiënt K = geeft weer hoe een deeltje zich gaat verdelen tussen twee oplossingen met verschillende
eigenschappen

→ Is experimenteel te bepalen (tussen water en olie achtige substanties)
→ Hydrofobe stoffen, hoge K
→ Hoe hoger K, hoe beter oplosbaar is membraan


Cin= concentratie intracellulair

Cout = conc extracellulair

L= dikte membraan




→ Is specifiek voor bep stof en bep type membraan

→ Hoe beter een stof oplost in fosfolipide dubbellaag (hoe hoger K) -> hoe beter het door membraan kan
diffunderen

Vb. gassen, zuurstof -> K~ 1 => makkelijk doorlaatbaar

SLIDE 27!!!



 Afname van concentratiegradiënt door diffusie


(intra en extracell)

Aantal mol per tijdseenheid door plasmamembraan = J . Acel




=> hoe snel concentratie verandert


=> concentratieverschil



=> tijdste: hoe snel concentratieverschillen van een bepaalde stof door het mebraan van een cel gaan

=> hoe groter, hoe langer het duurt vooraleer alles verdwenen is

=> vb. water tijdscte = 1 sec / K en Na= 160 jaar => “ze geraken nooit door het membraan”




2

, SLIDE 32 oefening!!!



2. Gefaciliteerde diffusie
Definitie

Passieve Diffusie <-> Gefaciliteerde diffusie <-> actief transport

Passieve Diffusie:

- Transport volgens elektrochemische gradiënt (van hoge conc -> lage)
- Geen E nodig
- Leidt tot daling concentratieverschillen

Gefaciliteerde diffusie:

- Transport volgens concentratiegradiënt
- Membraan doorlaatbaar voor bepaalde stoffen door transport proteïnen

Actief transport:

- Transport tegen elektrochemische gradiënt (laag-> hoog)
- E nodig!!!
- Zorgt voor opbouw van concentratieverschillen



Passieve diffusie
Gassen: O₂, CO₂, NO
Steroïden
Transport van ionen, suikers, AZ en
Zwake zuren en basen
andere polaire moleculen => specifieke
Vetzuren
transportproteïnen
Ureum, ethanol, water



Soorten gefaciliteerde diffusie (zonder inbreng E) Soorten transportproteïnen

1. Uniporters (suikers en AZ ; 1000-10000 deeltjes/ sec) 1. ATP- transport pompen (primair actief transport)
→ doorgeefluik 2. Ion kanalen
2. Kanalen (water en ionen; sneller-> sluizen 3. Transporters : uniporter, symporter, antiporter

 Verschil in snelheid transport, stoffen die
getransporteerd worden en manier waarop


Uniporters <-> passieve diffusie

- Veel sneller
- Onafhankelijk van partitie coëfficiënt (verdeling concentraties)
- Gekenmerkt door maximale snelheid om te kunnen werken -> wnr alle uniporters op kracht werken
- Specifiek voormolecule of groep molecule



Toepassing: GLUT- transporters = glucose uniporters (doorgeefluik)




3

, Veel glucose buiten -> doorgeven naar binnen (richting hangt van concentratie gradiënt af)

1. Gluc bindt aan uniporter
2. v->
Conformatieverandering: sluit langs ene, opent langs ander (outward-> inward)
snelheid opname van glucose
3. Glucose los
Km: maat voor affiniteit voor glucose-> lage Km = hoge affiniteit (aantrekkingskracht) (hoe meer bij lage concentratie, dat
uniporter glucose kan transporteren)

Vmax: maat voor snelheid van conformatieverandering



Waar half maximaal transport is -> Km=1,5mM



Km> 15mM  Km is hoger; affiniteit uniporter lager




Verschillende types GLUT met verschillende Km:

GLUT1: RBC -> Km=1,5 mM

Waarom zo laag? Rbc veel E nodig- hoge nood aan glucose -> zelf bij lage glucose gaan ze max glucose opnemen

GLUT2: lever en -cellen (pancreas) -> Km= 20mM

-> gaan maximaal glucose opnemen als er veel glucose is; lever stapelt glucose op -> bij te veel glucose: levercellen nemen
het op en slaan het op onder vorm van glucageen

GLUT3 : hersenen en zenuwcellen

GLUT4 : vetcellen en spieren

GLUT5 : transporteert fructose

 Cellen die hoge nood hebben aan glucose= lage Km
 Cellen die glucose opnemen wanneer overdaad is = hoge Km



Glut en insuline

Inbouw glucose uniporters in bepaalde cellen is sterk geregeld vb. adipocyten (vetcellen):

Te veel glucose in bloed is slecht -> levercellen of vetcellen (vetcel: spons voor glucose )

- Voor behandeling met insuline: GLUT 4
- Na 2 min: GLUT4 vanuit cel naar plasmamembraan getransporteerd ; vetcel plots heel doorlaatbaar voor glucose




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller k1000alopeztobar. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.73. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

73918 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.73
  • (0)
  Add to cart