100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Fiscaal Recht - Financiën en Verzekeringen - Arteveldehogeschool $10.75
Add to cart

Summary

Samenvatting Fiscaal Recht - Financiën en Verzekeringen - Arteveldehogeschool

 49 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Dit is een uitgebreide en duidelijke samenvatting voor het vak Fiscaal Recht. De samenvatting omvat de volgende delen: - Fiscaal recht: inleiding - Personenbelasting: inleiding - Vak II: Persoonlijke gegevens en gezinslasten - Vak III: Inkomsten van onroerende goederen - Vak IV: Bezoldigingen ...

[Show more]

Preview 9 out of 75  pages

  • February 6, 2024
  • 75
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
Fiscaal recht – Inleiding

Deel 1: Begrip en kenmerken van de belasting

1 Het begrip belasting
▪ Er bestaat geen wettelijke definitie voor ‘belasting’
▪ De belasting is een bijdrage die volgens bepaalde rechtsregels door de overheid wordt opgelegd
met het oog op het verzamelen van financiële middelen die nodig zijn om uitgaven te doen in het
algemeen belang en voor zover die bijdrage bij wet of decreet als belasting wordt erkend.’


2 Kenmerken van belasting
Twee hoofdkenmerken van een belasting zijn haar financieel doel en haar publiekrechtelijk, d.w.z.
dwingend karakter.


2.1 Het financieel doel
▪ Belastingen worden gebruikt voor het dekken van overheidsuitgaven
▪ Belastingen worden geheven en aangewend ter financiering van diensten van openbaar nut
▪ Geen rechtstreekse en individuele tegenprestatie (= de betaler weet niet water precies met de
door hem betaalde belastingen gebeurt)


2.2 Het dwingend karakter
▪ Belastingen worden eenzijdig door overheid opgelegd
▪ Gebeurt volgens bepaalde rechtsregels die afdwingbaar zijn
▪ Niet-naleving: belastingplichtige kan gesanctioneerd worden
▪ Fiscale wet is van openbare orde


2.3 Overheidsinkomsten die geen belastingen zijn
Om van een belasting te kunnen spreken moet aan beide bovenstaande kenmerken worden voldaan.
Ontvangsten van de overheid die niet voldoen aan beide kenmerken, zijn bijgevolg geen belastingen.

- Retributies
- Parafiscale heffingen
- Inkomsten die overheid haalt uit vervreemding, verpachting of concessie van openbare
domeingoederen (= inkomgelden musea, vaatrechten, houtkappingen,...)


2.4 Retributie
▪ Geen belastingen
▪ Vergoeding voor een geïndividualiseerde dienstverlening (= er is geen tegenprestatie)
▪ Voorbeelden:
- Tolgelden voor gebruik van bruggen, tunnels en autowegen
- Taksen inzake uitvindingsoctrooien
- Parkeerretributies



1

,2.5 Parafiscale bijdragen
▪ Opbrengst ervan komt niet in rijksmiddelenbegroting terecht
▪ Voorbeeld: Toewijzing van allerlei inkomsten uit btw, accijnzen en roerende voorheffing aan
sociale zekerheid


2.6 Situering
Privaat recht Publiek recht
Burgerlijk recht Staatsrecht
Handelsrecht Administratief recht
Gerechtelijk recht Strafrecht
Sociaal recht Fiscaal recht
Sociaal recht




Deel 2: Wie mag belastingen heffen?

1 Heffende overheid
▪ De federale overheid

▪ De lokale besturen
- Gemeenten, provincies en agglomeratie Brussel
▪ De regionale besturen
- Gewesten en gemeenschappen
▪ De publiekrechtelijke instellingen
- Belast met een opdracht van algemeen belang en waartoe de wet de burgers verplicht onder
bepaalde voorwaarden aan te sluiten
▪ De supranationale overheden
- Europese Unie
- Voorbeeld: douane aan buitengrens, btw


1.1 Eigenlijke fiscale bevoegdheden
▪ Op grond waarvan de gewesten autonome belastingen in het leven hebben geroepen
▪ Algemeen rechtsbeginsel (= niet in de grondwet)
▪ Je kan niet 2 keer op hetzelfde worden belast
▪ Regionale en lokale overheden kunnen geen belasting heffen op federale bevoegdheden


VOORBEELDEN:
- Heffingen op oppervlakte – en grondwater
- Heffing op wateropvang
- Afvalstoffenheffing
- Heffing op meststoffen
- Leestandheffing
- …



2

,Deel 3: Grondwettelijke beginselen van belastingheffing
Met het oog op bescherming van de burgers moet de overheid bij de invoering en de toepassing van
de belastingwetgeving een aantal beginselen respecteren. Een aantal van deze beginselen staan
uitdrukkelijk vermeld in de grondwet, andere zijn ongeschreven basisregels die het voorwerp
uitmaken.


Grondwettelijke basisbeginselen:
▪ Het legaliteits – of wettelijkheidsbeginsel
▪ Het annualiteits – of eenjarigheidsbeginsel
▪ Het gelijkheidsbeginsel


1 Het legaliteitsbeginsel
▪ Alles is vrij van belasting, tenzij de wet anders bepaalt
▪ Het legaliteitsbeginsel kan beschouwd worden als bescherming van de burgers tegen al te
buitensporige belastingen
▪ Daaruit volgt een strikte interpretatie van de fiscale wet, het verbod op analogische toepassing en
het principe in dubio contra fiscus
- De wet moet in het geval van dubbelzinnigheid tegen de fiscus worden uitgelegd
▪ Gebonden bevoegdheid van de administratie: zij moet de fiscale wetten toepassen zoals zij zijn


1.1 Draagwijdte van legaliteitsbeginsel
▪ Legaliteitsbeginsel = vrije keuze van de minst belastbare weg
▪ Belastingplichtige mag belastingen ontwijken op een legale manier. Hij mag geen wettelijke
verplichtingen schenden.
▪ Belastingontwijking = toegelaten
▪ Wet gebruiken om minder belasting te betalen, zolang maar legaal is (bv. wet dubbelzinnig)
- Voorbeeld: dienstencheques voor poetshulp aftrekbaar van belasting (Je betaalt minder
belasting, maar deze manier is volledig legaal, dus dit mag je doen)

Belastingontwijking Belastingontduiking
Toegelaten Niet toegelaten
Vb. vennootschap oprichten i.p.v. zelfstandig te zijn Vb. fraude, zwartwerk, valse facturen,…




2 Het eenjarigheidsbeginsel of annualiteitsbeginsel
De belastingen ten behoeve van staat, gemeenschap en gewest worden jaarlijks gestemd en regelen
die ze invoeren, zijn slecht voor een jaar van kracht als ze niet worden vernieuwd.


2.1 Gevolgen van annualiteitsbeginsel
▪ Voor ieder belastbaar tijdperk een nieuwe aangifte indienen
▪ Beroepskosten enkel aftrekbaar voor het belastbaar tijdperk waarin zij zijn gedaan of waarop zij
betrekking hebben
▪ De aanslag gebeurt voor één jaar
▪ Jaarlijkse indexatie fiscale bedragen



3

,3 Het gelijkheidsbeginsel
 Artikel 10 van Grondwet bepaalt dat alle Belgen gelijk zijn voor de wet, m.a.w. dat allen die zich in
eenzelfde feitelijke toestand bevinden, op een gelijke wijze behandeld moeten worden.

 Artikel 172 van Grondwet trekt dit voorschrift door naar belastingen. Het eerste lid bepaalt dat
inzake belastingen geen voorrechten kunnen worden ingevoerd.


3.1 Gevolgen van gelijkheidsbeginsel
▪ Elke fiscale wet kan door het Grondwettelijk Hof worden getoetst aan het grondwettelijk
gelijkheidsbeginsel
▪ Verschillen zijn enkel mogelijk op basis van een objectief criterium dat redelijk verantwoord is




Deel 4: Indeling van de belastingen
De belastingen kunnen volgens diverse criteria worden ingedeeld: naar de belasting heffende
overheid, naar de grondslag van de belasting, naar de wijze van vereffening van de belasting, naar de
drager van de belasting en in directe en indirecte belastingen volgens het fiscaal – administratief
criterium.


1 Vaste, evenredige en progressieve belastingen
1.1 Vaste belastingen
▪ Belastingen die geheven worden tegen vast tarief, zonder rekening te houden met belangrijkheid
van het te belasten voorwerp.
- Voorbeeld: het algemeen vast registratierecht van 50,00 EUR


1.2 Evenredige belastingen
▪ Belastingen die geheven worden tegen een vast percentage, zonder rekening te houden met de
belangrijkheid van het te belasten voorwerp.
- Voorbeeld: de registratiebelasting bij verkoop van een onroerend goed, omzetbelasting,
vennootschapsbelasting


1.3 Progressieve belastingen
▪ Belastingen worden geheven tegen progressief klimmend tarief en dit naarmate de belangrijkheid
van het te belasten voorwerp groter wordt.
Voorbeeld: de personenbelasting en de erfbelasting

Van 0 tot 13 540 25%
Van 13 540 tot 23 900 40%
Van 23 900 tot 41 360 45%
Van 41 360 tot… 50%




4

,2 Directe en indirecte belastingen
2.1 Directe belastingen
▪ Schuldenaar ook de drager
▪ Aanhoudende toestand wordt belast
▪ Inkomensbelasting:
₋ Personenbelasting
₋ Vennootschapsbelasting
₋ Rechtspersoonlijkheid
₋ Belasting van niet-inwoners
▪ Er zijn 6 met de inkomstenbelastingen gelijkgestelde belastingen, het zijn:
₋ Verkeersbelasting
₋ Belasting op de spelen en weddenschappen
₋ Belasting op automatische ontspanningstoestellen
₋ Belasting op inverkeerstelling
₋ Kilometerheffing voor zware vrachtwagens in België
₋ Belasting op deelname van werknemers in de winst of in kapitaal van vennootschap


2.2 Indirecte belastingen
▪ Belastingen die geheven worden naar aanleiding van toevallige of voorbijgaande gebeurtenissen
(=materiële feiten of juridische handelingen), zonder dat daarbij de persoon van de
belastingplichtige zelf in acht wordt genomen.
▪ Schuldenaar niet noodzakelijk de drager
▪ Toevallig of voorbijgaande gebeurtenissen
▪ We kunnen twee groepen van indirecte belastingen onderscheiden:
- Verbruik van goederen: douane, accijnzen, milieuheffing
- Rechtsverkeer/juridische feiten: btw, erfbelasting, registratiebelasting, hypotheek – en
griffierechten



3 Naargelang de grondslag van de belasting
▪ Kapitaal – of vermogensbelastingen:
- Vermogensbelasting = kapitaalbelasting
- Hebben betrekking op het vermogen zelf en tasten het vermogen als dusdanig aan, ongeacht
of dit vermogen al dan niet een inkomen oplevert.
- Slechts belasting in België: erfbelasting

▪ Inkomstenbelastingen:
- Belasten de opbrengsten van het vermogen
- Bijvoorbeeld: personenbelasting




5

,6

, Personenbelasting – Inleiding
1 Essentiële begrippen
1.1 Wie is aan de personenbelasting onderworpen?
De personenbelasting is verschuldigd door de rijksinwoners. Dat zijn de natuurlijke personen die:
▪ Woonplaats in België gevestigd
₋ Feitelijke toestand
₋ Gekenmerkt door verblijf of het werkelijk in een land wonen
₋ Ingeschreven in Rijksregister = weerlegbaar vermoeden
₋ Gehuwden/wettelijk samenwonenden = onweerlegbaar vermoeden
₋ Er geldt onweerlegbaar wettelijk vermoeden dat voor gehuwden die gemeenschappelijk
worden belast de belastingwoonplaats voor die gehuwden wordt bepaald door plaats waar
gezin is gevestigd.
▪ Wanneer ze geen woonplaats in België hebben, zetel van fortuin in België hebben gevestigd
₋ Zetel van hun fortuin = plaats van waaruit goederen die fortuin vormen, worden beheerd
₋ Geen woonplaats in België, echter vermogen wordt beheerd vanuit België


1.1.1 Toepassing 1
Kim en Sam zijn wettelijk samenwonend. Ze hebben 2 kinderen ten laste. Sam woont in de week in
Kortrijk (België), waar hij ook werkt. In het weekend keert hij telkens terug naar Rijsel (Frankrijk), waar
Kim continue verblijft. De kinderen lopen school in Rijsel en Kim is daar aan de slag. Sam is
gedomicilieerd in België, Kim en de kinderen in Frankrijk.

Is Sam Belgisch rijksinwoner?
- Ondanks zijn domicilie in België zal hij toch Frans rijksinwoner zijn, omdat zijn gezin gevestigd is in
Frankrijk = onweerlegbaar vermoeden



1.2 Welke inkomsten zijn belastbaar
Het belastbare inkomen van een rijksinwoner bestaat uit 4 categorieën van inkomsten
▪ Onroerende inkomsten
∙ Verhuring/ niet verhuring van een onroerend goed
▪ Roerende inkomsten
∙ Dividenden
∙ Interesten spaar – en zichtrekening
▪ Beroepsinkomsten
∙ Bezoldiging
∙ Vervangingsinkomsten
∙ Winsten van zelfstandige handelaars
▪ Diverse inkomsten
∙ Restcategorie




7

,1.3 Belastbaar tijdperk en aanslagjaar
▪ Belastbare tijdperk
- Jaar waarin belastingplichtige belastbare inkomsten heeft verkregen of behaald
- Valt altijd samen met een kalenderjaar
- Belastbaar tijdperk = kalenderjaar
- Belastbaar tijdperk = inkomstenjaar

▪ Aanslagjaar
- Jaar waarvoor die inkomsten aangeslagen of belast worden
- In personenbelasting is aanslagjaar altijd het jaar dat volgt op belastbare tijdperk
- Aanslagjaar = belastbaar tijdperk + 1 jaar




1.4 Individuele of gemeenschappelijke aanslag
▪ Gemeenschappelijke aanslag
- Beide partners dienen samen een aangifte in en krijgen samen een aanslagbiljet
 Gehuwden
 Wettelijk samenwonenden

▪ Individuele aanslag
- De belastingplichtige dient een individuele aangifte in
 Alleenstaanden
 Feitelijk samenwonenden
 Gehuwde personen voor het jaar van het huwelijk of wettelijk samenwonen



1.4.1 Gemeenschappelijke aangifte of niet?
Afzonderlijke aanslag, dus afzonderlijke aangifte, is van toepassing:
▪ Jaar van het huwelijk of verklaring van wettelijke samenwoning
▪ Jaar van echtscheiding of beëindiging wettelijke samenwoning
▪ Jaar na jaar van de feitelijke scheiding
- Feitelijke scheiding = toestand waarbij echtgenoten samenwoningsplicht niet meer nakomen.
Het huwelijk/de wettelijke samenwoning blijft echter wel voortbestaan.




8

, 1.4.2 Aangifte bij overlijden
▪ De aangifte wordt ingevuld door…
- Overlevende partner
- Erfgenamen

▪ Voor het jaar van overlijden mag worden gekozen tussen…
- Gemeenschappelijke aanslag
- Afzonderlijke aanslag


1.4.3 Toepassing 2
Carine en Eddy zijn gehuwd sedert 08/03/1984. Op 14/08/2021 beslissen zij echter om uiteen te gaan.
Eddy beslist om de echtelijke woning te verlaten en naar een eigen appartement te verhuizen. De
procedure m.b.t. de echtscheiding is in gang gezet, maar de definitieve echtscheiding wordt pas op
25/02/2022 uitgesproken.

• Welk soort aangifte dienen Eddy en Carine in voor aanslagjaar 2022?
- Gemeenschappelijke aangifte (aanslagjaar 2022 gaat over het jaar 2021)

• En voor aanslagjaar 2023?
- Afzonderlijke aangifte (jaar na jaar feitelijke scheiding of jaar van scheiding)

• Wijzigt antwoord voor aj. 2022 indien definitieve echtscheiding nog in 2021 was uitgesproken?
- Afzonderlijke aangifte (jaar van echtscheiding)


1.5 Volledige cumul
▪ Volledige cumul
- Alle belastbare inkomsten van echtgenoten en wettelijk samenwonenden worden volledig
gedecumuleerd vastgesteld en belast
- Niet het gezin wordt belast, maar het individu

▪ Opsplitsing inkomsten tussen partners
- Eigen beroepsinkomsten
- Andere inkomsten die eigen zijn op basis van het vermogensrecht
- 50% van alle andere gezamenlijke en onverdeelde inkomsten


1.5.1 Huwelijksvermogenstelsel
Er zijn 3 huwelijksvermogenstesels in België:
 Het stelsel scheiding van goederen
 Het wettelijk stelsel
 Het stelsel algehele gemeenschap


A. Het stelsel van scheiding van goederen
₋ Er zijn 2 vermogens en eventueel onderverdeelde goederen:
 Eigen vermogen 1
 Eigen vermogen 2




9

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Studente456. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.75. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$10.75  2x  sold
  • (0)
Add to cart
Added