Samenvatting Private Banking Vermogensplanning - Financiën en Verzekeringen - Arteveldehogeschool
10 views 0 purchase
Course
Private Banking
Institution
Arteveldehogeschool (Artevelde)
Dit is een uitgebreide samenvatting voor het vak Private Banking voor het deel Vermogensplanning, gegeven door Mvr. Deslé. De samenvatting is gemaakt aan de hand van de powerpoints.
Hoofdstuk 1 : Wat valt in de nalatenschap
1 Terminologie
▪ In verband met erfenissen en nalatenschap zijn er heel wat verschillende termen. Hieronder zijn
de belangrijkste termen opgesomd die belangrijk zijn om te kennen.
₋ Erflater: De persoon die overleden is, degene die een erfenis nalaat
₋ Nalatenschap: Het totaal aan bezittingen en schulden dat iemand na zijn overlijden nalaat
₋ Erfdeel: Een deel van de erfenis
₋ Erfgerechtigde: Degene die oproeping doet tot de nalatenschap
₋ Erfgenaam: Degene aan wie de erfenis nagelaten wordt
₋ Reserve: Kinderen erven automatisch een minimum erfdeel
2 Samenlevingsvormen
▪ De samenlevingsvorm van de erflater is bepalend, we onderscheiden de volgende 4 vormen
₋ Alleenstaand
₋ Feitelijk samenwonend
₋ Wettelijk samenwonend
₋ Gehuwd
2.1 Samenlevingsvorm erflater is bepalend
▪ Alleenstaanden en samenwonenden hebben elk hun eigen vermogen
₋ Goederen die samenwonenden samen hebben gekocht, dat zijn goederen in ‘onverdeeldheid’
Het kan gebeuren dat ene partner 40% koopt en andere 60%
Partners kunnen samen de verdeelsleutel overeenkomen
₋ Wat op één naam staat, daarvan gaat alles wat in dat eigen vermogen zit naar nalatenschap
₋ Wat op twee namen staat, daarvan gaat de helft in de nalatenschap van de overleden partner
Eigen vermogen Eigen vermogen
Partner 1 Partner 2
onverdeeldheid
Nalatenschap partner 1 => wordt verdeeld en belast
1
,3 Huwelijksvermogensstelsels
▪ Er zijn 3 huwelijksvermogensstelsels
₋ Wettelijk stelsel
₋ Scheiding van goederen
₋ Algehele gemeenschap
3.1 Wettelijk stelsel
▪ Dit is het statuut van goederen en schulden volgens het burgerlijk wetboek
▪ In dit stelsel is er een vermoeden van gemeenschappelijkheid
₋ Een echtgenoot moet bewijzen dat iets in zijn eigen vermogen valt
₋ Als een echtgenoot niet kan bewijzen dat een rekening eigen is, dan is het gemeenschappelijk
3.1.1 Opbouw wettelijk stelsel
▪ Het wettelijk stelsel bestaat uit:
₋ Een eigen vermogen van elke echtgenoot
Voorhuwelijksgoederen Gemeenschappelijk
vermogen
Giften Echtgenoot 1 Echtgenoot 2
Erfenissen
₋ Gemeenschappelijk vermogen
Alles wat men tijdens huwelijk samen verwerft
Beroepsinkomsten
Vruchten eigen goederen Nalatenschap echtgenoot 1 Nalatenschap echtgenoot 2
Restcategorie
3.2 Scheiding van goederen
▪ Dit is het statuut van goederen en schulden volgens het burgerlijk wetboek
▪ In dit stelsel is er geen vermoeden van gemeenschappelijkheid
₋ Het beroepsinkomen van een echtgenoot komt in het eigen vermogen van die echtgenoot
₋ Als een echtgenoot geld op een rekening op zijn naam krijgt gestort, dan valt dit in het eigen
vermogen van die echtgenoot. Hier gaat men er niet van uit dat het gemeenschappelijk is.
▪ Dit stelsel wordt in 3 situaties vaak gekozen
₋ Groot onevenwicht in vermogen van de partners
₋ Tweede huwelijk en indien er al uit het eerste huwelijk kinderen zijn voortgekomen
₋ Als een partner een eigen zaak heeft, dit stelsel kiezen om beroepsinkomsten van andere
partner beschermen. Er kan aanspraak gemaakt worden op eigen vermogen van 1 partner.
3.2.1 Opbouw scheiding van goederen
▪ Het stelsel scheiding van goederen bestaat uit: Echtgenoot 1 Echtgenoot 2
onverdeeldheid
₋ Een eigen vermogen van elke echtgenoot
Beroepsinkomsten
Alle goederen voor of tijdens huwelijk verkregen
₋ Goederen in onverdeeldheid
Goederen die men samen verwerft
Nalatenschap echtgenoot 1 Nalatenschap echtgenoot 2
2
,4 Toegepast op beleggingsportefeuille
▪ Kijk naar het titulatuur van de rekeningen of beleggingen
▪ Altijd rekeningen houden met de samenlevingsvorm van de erflater
₋ Indien rekening op 2 of meerdere namen staat (gehuwden, samenwonenden, broers…)
Dit valt niet volledig in de nalatenschap van de overledene
₋ Indien rekening op 1 naam staat
Valt mogelijks ook maar gedeeltelijk in de nalatenschap
Denk hierbij aan wettelijk stelsel waarbij er een vermoeden van gemeenschappelijkheid is
Opgelet voor vermenging van eigen en gemeenschappelijke gelden
5 Praktische gevolgen – termijnen
▪ Aangifte van de nalatenschap
₋ De erfgenamen moeten de aangifte nalatenschap bezorgen aan de fiscus
₋ Bij overlijden is er wettelijke verplichting om aangifte van nalatenschap te bezorgen aan fiscus
₋ De fiscus wil een overzicht verkrijgen van alle activa en passiva van de overledenen
₋ Op basis van dit document gaan ze de erfbelasting berekenen
₋ De erfgenamen hebben hiervoor 4 maanden
▪ Aanslagbiljet
₋ Eens erfbelasting berekening rond is, dan gaat ficus aanslagbiljet opsturen naar erfgenamen
6 Praktische gevolgen – bij de bank
▪ De bank heeft enkele wettelijke verplichtingen na een overlijden
₋ Fiscale aangifte versturen
₋ Blokkering van rekeningen (van beide echtgenoten)
▪ Het blokkeren van rekeningen gaat als volgt
₋ Afname of betalingen zijn hierna niet langer meer mogelijk
₋ Deze blokkering duurt tot er meer duidelijkheid is over wie de erfgenamen zijn.
₋ De langstlevende echtgenoot of wettelijke samenwonende partner krijgt leefgeld
Dit is 50% van geblokkeerde zicht – en spaarrekeningen, met een maximum van 5.000 EUR
₋ Pas vrijgave van de rekeningen bij ontvangst van attest of akte van erfopvolging
Een bank mag niets vrijgeven aan de erfgenamen vooraleer dit document binnen is
Erfgenamen moeten dit zelf aanvragen via FOD Financiën
Een akte van erfopvolging kan je enkel via de notaris
Alle erfgenamen moeten tekenen
3
,4
, Hoofdstuk 2 : Wie erft de nalatenschap
1 Het wettelijk erfrecht
▪ Wie erft in België is bepaald door ons Burgerlijk Wetboek
▪ Alle regels in verband met erfrecht zijn wettelijk bepaald, maar regels moeten niet gevolg worden
₋ Iedereen mag van de regels afwijken
₋ Indien men zijn nalatenschap anders wil verdelen, moet men hier testament voor opstellen
₋ Een manueel, dus handgeschreven is perfect geldig, naar de notaris gaan is dus niet verplicht
▪ Indien een testament manueel opgemaakt wordt, moet het aan enkele regels voldoen
₋ Het moet gedateerd zijn
₋ Er moet een handtekening aanwezig zijn
₋ Het moet geschreven, manueel opgemaakt zijn
2 Het wettelijk erfrecht van langstlevende partner
WETTELIJK ERFRECHT
Feitelijk samenwonende
Geen wettelijk erfrecht
partner (FSP)
Wettelijk samenwonende
Vruchtgebruik gezinswoning en huisraad
partner (WSP)
In samenloop met afstammelingen Vruchtgebruik volledige
erflater nalatenschap
In samenloop met andere Volle eigendom
bloedverwanten tem 3e orde gemeenschappelijk vermogen
Langstlevende partner (LLE) (ouders, broers, zussen, kinderen +
van broers en zussen) vruchtgebruik eigen vermogen
In samenloop met bloedverwanten
Volle eigendom over volledige
4e orde of geen andere
nalatenschap
bloedverwanten
2.1.1 Feitelijk samenwonende partner
▪ Partners die feitelijk samenwonen hebben geen wettelijk erfrecht
▪ Als één partner overlijdt, ookal hebben ze samen kinderen, zal overlevende partner niets erven
₋ Alles gaat automatisch naar de kinderen
₋ Als de partner wilt dat langstlevende iets erft, dan moet hij hiervoor een testament opmaken
2.1.2 Wettelijk samenwonende partner
▪ Partners die wettelijk samenwonen hebben wel wettelijk erfrecht
▪ Er is wel een vrij beperkt erfrecht, men krijgt het vruchtgebruik over de gezinswoning en inboedel
₋ Voorbeeld: Wettelijk samenwonende partners hebben elk hun eigen vermogen en eventueel
een vermogen samen. Stel dat ze samen onroerend goed hebben en elk een eigen rekening bij
de bank. Een van de partners komt te overlijden. Langstlevende echtgenoot zal vruchtgebruik
krijgen over de gezinswoning en inboedel. De blote eigendom van de woning blijft over en de
volle eigendom op het geld op rekening van overleden partner. De wettelijk samenwonende
partner heeft hier geen recht op.
5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Studente456. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.78. You're not tied to anything after your purchase.