Immunologie
Samenvatting leerdoelen immunologie – Biologie en medisch laboratoriumonderzoek
Inleiding immunologie
Immunologie is de biologische wetenschap die onderzoek doet naar de fysiologische mechanismen
van het immuunsysteem in de afweer tegen binnengedrongen lichaamsvreemde organismen, cellen
of stoffen.
Het immuunsysteem is het complex verdedigingssysteem bestaande uit cellen en oplosbare
moleculen die nauw samenwerken om binnengedrongen organismen en lichaamsvreemde cellen/
stoffen te weren.
Een adequate afweerreactie vereist een goede herkenning van niet-lichaamseigen deeltjes
(organismen, cellen en/of stoffen), een juiste en specifieke immuunreactie, een goede en snelle
eliminatie of neutralisatie van het lichaamsvreemde deeltje en een goede opbouw van een
immunologisch geheugen.
Beschrijven waartegen het immuunsysteem ons beschermd.
Het immuunsysteem beschermt het lichaam tegen infecties, meeste van deze infecties worden
veroorzaakt door micro-organismen.
Het immuunsysteem maakt onderscheid tussen extracellulaire en intracellulaire pathogenen.
Extracellulaire pathogenen zijn micro-organismen die de gastheer infecteren en veelal overleven
buiten gastheercellen in de weefsels of in het bloed.
Intracellulaire pathogenen zijn micro-organismen die de gastheer infecteren en veelal overleven in
het cytoplasma van de gastheercellen.
Een definitie geven van een commensaal en een pathogeen. Vier verschillende typen
van pathogenen noemen.
Een commensaal is een micro-organisme die van nature in of op de gastheer aanwezig is en geen
schade aanbrengt aan de gezondheid van de mens. Commensale micro-organismen helpen ons
lichaam met het verwerken van voedsel, het maken van essentiële vitaminen en ze voorkomen
kolonisatie van ziekte veroorzakende micro-organismen.
Het totaal van alle microbiële soorten dat het menselijk lichaam bewoont, wordt microbiota
genoemd.
Een micro-organisme die ziektes veroorzaakt wordt een pathogeen genoemd. Een pathogeen kan
onderverdeeld worden in vier verschillende typen: virussen, bacteriën, schimmels en parasieten.
Opportunistische pathogenen zijn micro-organismen die normaal gesproken onschadelijk zijn maar
ziekte veroorzaken als een persoons immuunsysteem of andere bescherming van het lichaam
verzwakt is. Antibiotica doden veel commensale bacteriën, dit geeft ook mogelijkheid voor
opportunistische pathogenen. Een opportunistische pathogeen kan ook ziekte veroorzaken wanneer
deze op de verkeerde plek in het lichaam terecht komt.
,De vier karakteristieke eigenschappen noemen van de innate (aangeboren) en
adaptieve (verworven) immuunrespons
Innate immuunrespons (aangeboren afweermechanismen):
- Basale afweermechanismen reeds bij geboorte aanwezig
- Snel en onmiddellijk beschikbaar/ biologisch actief
- Weinig pathogeen-specifiek (“aspecifieke afweer”).
- Geen opbouw van immunologisch geheugen -> afweerreactie is constant
Adaptieve immuunrespons (adaptieve/ verworven afweermechanismen):
- Ontwikkelt zich na contact met een pathogeen
- Komt relatief traag op gang
- Zeer pathogeen specifiek
- Wel opbouw van immunologisch geheugen -> Afweerreactie verbetert zich na elke infectie
Beschrijven wat de functie en kenmerken van de 1e, 2e en 3e linie van immunologische
afweer zijn en hierbij ook beschrijven wat hun onderlinge samenhang is
1e linie: natuurlijke barrières. Het buitenoppervlak van het menselijke lichaam omvat de huid en het
slijmvliesepitheel dat de spijsverterings-, ademhaling-, en urogenitale kanalen bekleedt. Deze
epitheelweefsels vormen effectieve fysieke en chemische barrières die voorkomen dat
ziekteverwekkers uit de externe omgeving toegang krijgen tot de interne weefsels en organen.
(Mechanisch, chemisch en microbiologisch). O.a. haar, huid, nagels (dit zijn de sterke barrières) en
het slijmvlies (zwakkere barrières).
2e linie: sommige celtypen en oplosbare moleculen van het immuunsysteem.
3e linie: T- en B-lymfocyten van het immuunsysteem. Er wordt onderscheid gemaakt tussen cellulaire
immuniteit en humorale immuniteit. Bij cellulaire immuniteit zijn Helper T-lymfocyten (Th) en
cytotoxische T-lymfocyten (Tc) betrokken. Humorale immuniteit is de productie van antistoffen door
B-lymfocyten. De meeste T- en B-lymfocyten zijn gelokaliseerd in de lymfoïde organen.
De 1e en 2e linie behoren tot het aangeboren/innate immuunsysteem, ook wel de aspecifieke afweer.
De 3e linie behoort tot het verworven/adaptief/acquired immuunsysteem, ook wel de specifieke
afweer.
,Specifieke voorbeelden geven van mechanische, chemische en microbiologische
barrières die bijdragen aan de verdediging tegen infecties en kort uitleggen hoe dit
werkt
Chemische afweerfactoren:
- Zuren: maagzuur, lage pH huid. Remt bacteriegroei (bacteriostatisch). Doodt bacteriën
(bactericide).
- Lactoferrine: in traanvocht, speeksel, longvocht en moedermelk. Bindt Fe2+ dit remt
metabolisme van bacteriën en remt de bacteriegroei (bacteriostatisch)
- Lysozym: in traanvocht, speeksel en transpiratievocht. Afbraak peptidoglycanen in bacterie
celwand -> doodt bacteriën (bactericide).
- Antimicrobiële peptiden (bv. defensinen): geproduceerd door o.a. darmwand- en
huidepitheelcellen en fagocyten. Zeer kleine positief geladen eiwitten (35-40 az). Maken
poriën in bacterieel membraan (bactericide).
Mechanische afweerfactoren:
- Epitheelcellen die aan elkaar geplakt zijn door tight junctions
- Beweging van de mucus door celia
- Tranen
Microbiologische afweerfactoren:
- Commensalen micro-organismen koloniseren de huid en mucosale oppervlaktes van gezonde
individuen. Om te leven, vermenigvuldigen en een infectie te creëren, moet een pathogeen
concurreren met commensalen voor voedingsstoffen en ruimte. Een populatie van
commensalen micro-organismen wordt microbiota genoemd.
, Beschrijven hoe het verloop van de innate immuunrespons afhankelijk is van het type
pathogeen dat een infectie veroorzaakt
Er zijn drie mechanismen waarmee pathogenen onze cellen en/of weefsels kunnen beschadigen,
namelijk:
- Afgifte van exotoxines
- Afgifte van endotoxines
- Een direct cytopathogeen effect
Extracellulaire pathogenen zijn micro-organismen die de gastheer infecteren en veelal overleven
buiten gastheercellen in de weefsels of bloed. Het immuunsysteem reageert door fagocytose en
bijvoorbeeld met behulp van antilichamen de pathogeen op te ruimen.
Intracellulaire pathogenen zijn micro-organismen die de gastheer infecteren en veelal overleven in
het cytoplasma van de gastheercellen. Immuunsysteem reageert door onder andere NK-cellen en
cytotoxische T-cellen in te zetten.
Receptoren van het innate immuunsysteem zijn van vele verschillende typen en kunnen
verschillende liganden binden. Voorbeelden van deze liganden zijn: peptiden, eiwitten,
gyloproteïnen, proteoglycanen, koolhydraten, fosfolipiden, aminozuren, kleine moleculen en
metabolieten.
Een beschrijving geven hoe de cellen van het immuunsysteem gevormd worden en
hoe de indeling in de verschillende lijnen (lymfoid, myeloid, megakaryocyte en
erythroid) opgebouwd is.
Bloedcellen worden gemaakt door een proces genaamd hematopoëse. De cellen van het
immuunsysteem ontstaan allemaal uit pluripotente hematopoëtische stamcellen.
De myeloïde precursor cel geeft aanleiding tot de myeloïde cellijn. Een groep van de myeloïde cellijn
zijn de granulocyten: neutrofielen, eosinofielen en basofielen. Een tweede groep van myeloïde cellen
bestaat uit macrofagen, monocyten en dendrieten.
De lymfoïde precursor cel geeft aanleiding tot de lymfoïde cellijn. Morfologisch wordt deze lijn
onderverdeeld in grote granulaire lymfocyten (NK-cellen en ILC-cellen) en de kleine granulaire
lymfocyten (B- en T-cellen).
Erythroïde lijn: erytroblast, megakaryocyt, bloedplaatjes en erytrocyten.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller cheryloortwijn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.34. You're not tied to anything after your purchase.