Gebruik en misbruik van statistiek: visualisatie van data (statistieken worden vaak verkeerd weergegeven,
bijvoorbeeld in de politieke media).
Kansrekening (probability): gaat veelal uit van deductie (theorie toetsen). Gegeven dat we alle details
weten van een populatie, hoe waarschijnlijk is dan een bepaalde (steekproef-)uitkomst? (algemeen >
specifiek) (populatie > steekproef) (model > data).
Statistiek gaat veelal uit van inductie (theorie creëren). Gegeven een bepaalde (steekproef-)uitkomst, wat
kunnen we dan met welke waarschijnlijkheid zeggen over de populatie? (specifiek > algemeen)
(steekproef > populatie) (data > model).
Overeenkomsten: houden beiden rekening met toeval. Zelfde technieken voor steekproef en populatie.
Statistiek maakt aannames over populatie (bijvoorbeeld nulhypothese) om deze op basis van steekproef
te kunnen weerleggen (falsificatie). Als het onwaarschijnlijk is dat de nulhypothese klopt > verwerpen.
Statistiek: de wetenschap van het verzamelen, organiseren en interpreteren van numerieke feiten, die
gegevens of data worden genoemd.
Beschrijvende statistiek (descriptive statistics): heel zeker (descriptive statistics summarize sample or
population data with numbers, tables, and graphs) (gemiddelde).
Inferentiële statistiek (inferential statistics): af en toe onzeker (inferential statistics make predictions
about population parameters, based on sample data) (op basis van steekproef je uitspraak generaliseren).
Methodologie: systematische wijze van hoe je onderzoek zou moeten uitvoeren (recept of bouwplan).
Statistiek: het instrumentarium om onderzoek uit te kunnen voeren (gereedschapskist)
Methodologie en Statistiek zijn verschillend, maar kunnen in goed onderzoek niet zonder elkaar.
Populatie: totale set deelnemers, relevant voor de onderzoeksvraag (populatiegrootheid (parameter)).
Steekproef: een deel van de populatie waarover data verzameld is (steekproefgrootheid (statistic)).
Met een steekproefgrootheid kan je een verwachting doen over de parameter.
Goede data is betrouwbaar en valide.
In de statistiek zijn validiteit en betrouwbaarheid twee losse dingen. Betrouwbaarheid is hierbij dus niet
de voorwaarde voor validiteit (zoals methodologie).
Variabele: gemeten karakteristiek die kan verschillen tussen subjecten (gedrags-, stimulus-, subject-,
fysiologische-variabelen)
Meetniveaus (NOIR) (hoe verder je komt in het rijtje, hoe meer je er mee kan):
- Categorisch/kwalitatief
Nominaal: ongeordende categorieën (kleur ogen)
Ordinaal: geordende categorieën (opleidingsniveau, Likertschaal)
- Kwantitatief/numeriek
Interval: gelijke afstand tussen opeenvolgende waarden (interpreteerbaar verschil) (°C)
Ratio: absoluut nulpunt (K)
Likertschalen (geef aan in welke mate…) zijn ordinaal, maar we gebruiken het in de statistiek als interval.
Voordeel van ratio t.o.v. interval: heeft een nulpunt, dus je kunt uitspraken doen als ‘dit is 4x zoveel als…’.
, Waardenbereik:
- Discreet: eindig ondeelbare meeteenheid (hoeveel broers/zussen)
- Continu: oneindig deelbare meeteenheid (lichaamslengte) (je kan doorgaan met kommagetallen).
Voorbeeld tentamenvraag: is iets kwalitatief/kwantitatief, is het N, O, I of R en wordt het gemeten op een
discrete of op een continue schaal?
Inferentiële statistiek: op basis van een steekproef uitspraken doen over gehele (doel-)populatie.
Doel: betrouwbare en valide uitspraken over populatie o.b.v. een steekproef.
Steekproefgrootheden dienen dan niet te verschillen van populatiegrootheden.
Verschil tussen gemeten steekproefgrootheid en populatiegrootheid kan ontstaat door: natuurlijke
variatie (toeval) of problemen tussen steekproeven.
Problemen:
- Steekproeffout (sampling error): toevallige steekproefverschillen (kleine steekproef).
- Steekproefvertekening (sampling bias): selectieve werving (eigen lezers bevragen).
- Meetfout (response bias): incorrect antwoord (sociaal wenselijkheid, onduidelijke vragen).
- Selectieve respons (non-response bias): selectieve deelname (bereidheid tot participatie).
Oplossing: een aselecte steekproef van voldoende omvang die informatie (data) oplevert over iedereen
die benaderd is, met correcte responses voor alle subjecten op alle items.
Mediaan: middelste waarde na rangschikking (niet beïnvloed door uitschieters/scheve verdeling).
Modus: meest voorkomende waarde.
5 steekproefmethoden (eigenlijk alleen de eerste 4; de laatste is een combinatie van de eerdere 4):
1. Enkelvoudige aselecte steekproef (simple random sampling)
2. Systematisch aselecte steekproef (systematic random sampling)
3. Gestratificeerde steekproef (stratified random sampling)
4. Cluster steekproef (cluster sampling)
5. Getrapte steekproef (multi-stage sampling)
Kiezen tussen de steekproefmethoden hangt af van:
- Samenstelling doelpopulatie
- Onderzoeksvraag
- Haalbaarheid van de te vormen steekproef
Enkelvoudige aselecte steekproef (simple random sampling): random proefpersonen trekken.
- Elke combinatie van deelnemers heeft evenveel kans om steekproef te vormen.
- Haalbaar als participanten vanuit gehele doelpopulatie benaderbaar zijn.
- Vereist groot aantal willekeurige getallen om steekproef te bepalen.
Stap 1: stel steekproefkader (sampling frame) vast (overzicht van gehele populatie waaruit je je
steekproef wil trekken) (lijst met alle studentnamen uit studentadministratie).
Stap 2: trek willekeurig/aselect steekproef van n deelnemers (willekeurige studenten kiezen).
Systematisch aselecte steekproef (systematic random sampling): bijvoorbeeld elke 4e en 7e persoon.
- Niet elke combinatie deelnemers heeft evenveel kans om steekproef te vormen (door
skipnummer).
- Eenvoudig om uit te voeren en vaak goede representativiteit.
Stap 1: stel steekproefkader vast (sampling frame).
Stap 2: bepaal stapgrootte k=N/n (skipnummer) (bijvoorbeeld je wil 4 proefpersonen (n=4) en je hebt 20
mensen in je populatie (N=20) > k=20/4=5 (iedere 5e persoon)).
Stap 3: kies eerste deelnemer aselect en bepaal vervolgens deelnemers met stapgrootte k.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller destiny2002. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.57. You're not tied to anything after your purchase.