Kassin
Om te begrijpen hoe anderen zich gedragen en waarom, maken we zelf ‘attributies’ op.
Attribution Theories: een groep theorieën die beschrijven hoe mensen de oorzaken van
gedrag verklaren.
Attributions kunnen worden ingedeeld in 2 groepen:
1) Personal attribution: Toewijzing aan interne kenmerken van iemand, zoals iemands
vermogen, persoonlijkheid, stemming of inspanning.
2) Situational attribution: Toeschrijving aan factoren buiten iemands persoon, zoals de
taak, andere mensen of geluk.
Jones, Davis’s correspondent inference theory:
Voorspelt dat mensen uit handelingen proberen af te leiden of de handeling overeenkomt met
een blijvende persoonlijke eigenschap van die persoon. (Is de persoon die een daad van
agressie pleegt een beest?) Om dit soort vragen te beantwoorden, trekken mensen conclusies
op basis van drie factoren.
1) Choice, gedrag dat vrijwillig wordt gekozen
2) Expectedness, wanneer het gedrag van de persoon afwijkt van de verwachtingen, zijn
mensen meer geneigd om aannames over de persoonlijke eigenschappen te maken.
3) Effects
Kelley’s Covariation Theory: Wanneer iets de oorzaak van een gedraging zou zijn, moet het
aanwezig zijn wanneer het gedrag zich voordoet en afwezig zijn wanneer het zich niet voordoet.
Soorten informatie die je zoekt als onderzoeker:
1) Consensus information; wat denken anderen over deze film?
2) Distinctiveness information; wat denkt deze persoon over andere films?
3) Consistency information; hoe voelt deze persoon zich over deze film in andere situaties?
Er zijn 2 manieren waarop sociale waarnemers van elkaar verschillen:
Ten eerste geloven we niet allemaal even veel dat menselijk gedrag wordt veroorzaakt door
persoonlijke eigenschappen die vast staan. Ten tweede is de kans groter dat sommigen van ons
nieuwe informatie verwerken op manieren die gekleurd zijn door zelfzuchtige motieven.
Attribution Biases
Daniel Kahneman kwam met een theorie over systemen:
Systeem 1: snel, makkelijk en automatisch -> errors
Systeem 2: langzaam, gecontroleerd en heeft aandacht en moeite nodig.
Veel sociaal psychologen vragen zich af of dit echt klopt. Hebben wij echt de tijd, motivatie en
het cognitieve vermogen voor zulke ingewikkelde systeem-processen? Soms wel, soms niet.
, Cognitieve Heuristics (bias)
Cognitive heuristics: duim regels die mensen gebruiken om informatie te verwerken. Dit doen
we zodat we snel kunnen nadenken, maar dit leidt vaak tot fouten.
Een voorbeeld is de availability heuristic: mensen denken dat iets eerder zal gebeuren als het
sneller in hun opkomt. Hier zijn 2 gevolgen van:
- False-consensus effect: houdt in dat we ons eigen gedrag als typisch zien, en dat we
er daarom vanuit gaan dat anderen zich onder normale omstandigheden ook zo zouden
gedragen.
Oorzaken: we zoeken mensen uit die op ons lijken. Onze meningen zijn zo opvallend voor ons
dat ze de mogelijkheid van andere meningen overschaduwen. We willen onze eigen meningen
onderbouwen aan de hand van consensus om ze te bevestigen en een stabiele wereld voor
onszelf te bouwen.
- Base-rate fallacy (dit houdt in dat mensen meer worden beïnvloed door een foto, dan
door argumenten en getallen)
Counterfactual thinking
Counterfactual thinking: zou een gegeven uitkomst gebeurd zijn als de omstandigheden net
ietsjes anders waren geweest?
- Als ik beter had gestudeerd, had ik een voldoende kunnen halen.
- Emotional amplification: wanneer onze emotionele reacties heel intens zijn in het
geval dat een gebeurtenis bijna niet gebeurd zou zijn.
Wat zijn factoren die bepalen of een counterfactual event erop lijkt alsof het bijna gebeurd had
kunnen zijn?
- Tijd en afstand: vb. Als iemand anders bijna gered zou zijn (afstand, tijd), komt het nog
tragischer over.
- Routine of afwijkende actie. Vb. Vrouw shopt in zaak waar ze altijd komt of vrouw shopt
in zaak waar ze nooit komt. Men vindt het tragischer wanneer de vrouw overvallen wordt
op het moment dat ze shopt in de zaak waar ze nooit komt. (deze zaak had vermeden
kunnen worden)
Fundamental attribution error (FAE)
Fundamental attribution *onderzoek met interviewer + quiz: Houdt in dat mensen de neiging
hebben om de kracht van persoonlijke oorzaken op gedrag te overschatten, en de kracht van
omgevingsfactoren te onderschatten. Zelfs als mensen zich bewust zijn van de invloed van de
situatie op gedrag, schrijven ze dit gedrag toe aan persoonlijke factoren. We maken namelijk
automatisch een interne attributie, en dit kost weinig moeite. Pas later nemen we de
omgevingsfactoren in beschouwing, en dit proces kost juist veel moeite. Er zijn verschillende
verklaringen voor de FAE:
- Focus of attention (Heider): houdt in dat iemands gedrag meer de aandacht trekt dan
de achtergrond
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sannebeekink. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.31. You're not tied to anything after your purchase.