Hoofdstuk 1: begrip en aard van het internationaal publiekrecht
HB: P17-40
inleiding
Je moet staten hebben en die gaan afspraken maken = internationaal publiek – privaat recht
Staatsgezag: soevereiniteit (=onafhankelijkheid) boven de Staat staat er geen hoger gezag : door
o verdrag van ‘Westfalen’ (OSNABRUCK& Münster) verdrag van 1648, uit 17e eeuw.
Recht co-assisentie = staten zijn juridisch gelijk door hun soevereiniteit= soevereine gelijkheid
,Internationaal recht I
Vertrekken uit staat
Internationaal privaatrecht
is gewoon privaatrecht met een aantal vreemde elementen.
Bv: huwelijkstelsel van twee personen met verschillende nationaliteit.
we hebben te maken met andere soorten actoren, andere soorten bronnen.
En de kenmerken van dat internationaal recht zijn verschillend van het nationaal recht. (een publiek
element).
Het kent bevoegdheden aan subjecten en bepaalt het kader waarbinnen deze bevoegdheden moeten
worden uitgeoefend.
Het is niet omdat er een vreemd element is dat het over internationaal recht gaat. horizontale
manier ontwikkeld door de staat
Internationaal recht
er moet staten zijn -> als soevereine identiteiten
Geschiedenis -> geboorte internationaal recht -> staten
o Is een EU product
o Als die ontstaan EU is onstaan dan pas internationaal recht
Afspraken maken -> EU heeft geleid tot internationaal recht
Begonnen 1648 bij de verdragen van westfalen -> niet onderworpen aan hoger gezag -> niet kerk
o Echt soeverein => ontstaan van internationaal recht
o Andere gebieden ook wel verder stond dan EU -> geen overkoepeling
Staten gemeenschap 200 landen
Spanjaarde -> internationaal recht geeft recht om dit te doen -> expansie
Manieren om mogelijk maken -> recht geeft -> mogen doen
o Feministische – communistische
Internationaal element
Internationaal recht onderscheid van nationaal
o Dualistisch = internationaal en nationaal gescheiden -> soeverein hoogst gezag
o Monistische = 1 rechsorde bestaat (internationaal+ nationaal bijeen)
Publiek element
2 kenmerken
o Uitoefening van publiek gezag in de internationale gemeenschap
o Beschermt publieke belangen van individu en belangen staten
Juridische element
Publiek element
Co-existentie (passief internationaal recht): !
1
,Internationaal recht I
= staten komen in contact met elkaar, maar blijven soeverein. Er zijn regels omtrent de afbakening van
het grondgebied (bv. door vredesverdragen en grensverdragen) en regels over de
meesterloze gebieden (terra nullius).
Dit zijn regels met het oog om langs elkaar te kunnen bestaan. Staten zijn hier belangrijk.
Co-existentie is door de industriële revolutie geëvolueerd naar coöperatie.
Ook een evolutie van passief naar actief recht. Dit gebeurde omdat men nood had aan afspraken
omtrent de immigratie, gebruik en ontwikkeling van wapens enz.
Recht veranderd van co-extensie naar co-operatie: niet enkel onafhankelijke staten zijn maar ook meer
samenwerken om samen vraagstukken op te lossen.
Staten gaan nadenken over betere samenwerkingsbanden -> internationale organisaties oprichten
-> jaren ’90: op gebied van telecommunicatie; de post, radiofrequenties
Algemene politieke organisaties: raad van Europa,VN, ... -> veel bredere bevoegdheid
Supranationaal deel van hun soevereiniteit afgegeven -> organisaties kunnen bindend optreden en zo hun
lidstaten binden-> staten moeten maatregelen opvolgen. (Europese Unie)
Coöperatie (actief internationaal recht): !
men gaat samenwerken om diverse problemen op te lossen die men niet alleen kan oplossen (bv.
1898 afspraken over het gebruik van wapens in Den Haag uitgenodigd door de
tsaar van Rusland
o samenwerken
Er werd beslist dat bepaalde gassen niet meer gebruikt mochten worden.)
Individuen worden subjecten van IR zo ontstaat de veroordeling van individuen omwille van
oorlogsmisdaden of misdaden tegen de mensheid.
Kenmerken!!!
1. Geen centrale wetgever
o Staten zorgen voor dat ze respecteren
o Geen politie
o er is niets dat echt recht oplegt of hoort) -> horizontale manier
Zonder wetgever geen recht? -> staten zijn rechtsonderhorig maar zijn ook hun
eigen wetgever.
Beslist recht en moet er zelf naar luisteren.
Bij nationaal recht: centrale instantie die het rechter maakt, zoals Federale staat of
een parlement.
o IR: rechter gecreerd door Ronderhorigen: men is tegelijk wetgever en onderdaan
2. Beginsel consensualisme (consensueel)
o geen recht zonder toestemming vd staten ( staten beslissen zelf afzonderlijk of ze
onderworpen zijn aan dat recht) -> verdrag is enkel bindend voor de staten die het
ondertekend hebben.
o Staten kiezen zelf of ze al dan niet onderworpen zijn aan het internationaal recht, waar men
in het nationaal recht gebonden is, ongeacht of men dat wil of niet.
o Vb:Statuut van het Internationaal Strafhof: dit document is gecreëerd op
basis van onderhandelingen tussen staten en bepaalt dat misdaden tegen
2
, Internationaal recht I
de mensheid, oorlogsmisdaden en genocide vervolgd zullen kunnen
worden voor het Internationaal Strafhof.
o Er is hier sprake van een verdrag, dus staten kunnen beslissen geen partij te worden en dus
geen gevaar te lopen op vervolging als zij die misdaden begaan.
o De USA heeft niet ondertekend. (ius cogens: wel bindend zonder toestemming)
o Geen verticaal recht (=wetgever legt op aan onderhorigen) maar horizontaal recht (=staten
zijn wetgever en beslissing van onderwerping)
o In internationaal recht is er geen hiërarchie ( in nationaal recht wel). Daarom werkt het meer
op een horizontale manier. Dus gewoon kijken of de staat gebonden is door het verdrag.
3. Afwezigheid van centrale rechter
o Niet naar de rechter stappen -> een wilt andere niet
o (Bij nationaal recht is er altijd een rechter bevoegd)
o Geschil kan niet voor rechter worden gebracht, tenzij er een rechter bevoegd is geacht.
( Hof) = zeer uitzonderlijk . -> Bevoegdheid kan op voorhand maar moet niet.
o Staten kunnen onderling beslissen om de zaak niet voor een hof te brengen -> want er is
geen centrale rechter VB: SYRIË
o Internationaal gezien bestaan er eveneens hoven en tribunalen maar in principe zijn zij niet
bevoegd om geschillen op te lossen:
zij moeten bevoegd worden gemaakt.
Staten kiezen immers zelf hoe zij hun geschillen willen oplossen en kunnen beslissen
de zaak voor een internationaal gerechtshof te brengen.
De meeste geschillen worden echter beslecht op een andere manier.
Indien men, in geval van een geschil, een hof bevoegd wil maken, zal men dat
moeten doen door op voorhand een clausule in te lassen of op het moment zelf de
contouren van het geschil af te bakenen en top het moment zelf overeen te komen
het hof bevoegd te maken.
4. Afwezigheid van een centrale instantie voor rechtshandhaving (geen centrale rechtshandhaver)
o (Normaal is er een openbare macht, zoals een politieman)
o = geen openbare macht - Geen internationale politie
o Men gaat het internationaal recht eerder respecteren uit eigenbelang: respecteert staat A het
recht, zal B dit ook doen, aangezien ze een gemeenschappelijk doel nastreven.
o Staten zijn zelf wetgever & rechtshandhaver
o Er zijn echter ook mechanismen om een staat te verplichten het recht na te leven,
zogenaamde selfhelp-mechanismen.
Eigenrichting = door de staten creeren zelf een recht
zij kiezen hoe recht moet worden toegepast maar terzelfdertijd zijn zij ook
hun eigen rechtshandhavers.
De staten zijn zowel rechtsonderhorige als wetgever.
Zij hebben manieren, mechanismen om andere staten ertoe aan te zetten
het recht te laten toepassen en te respecteren.
Retorsies:
een rechtmatige maatregel waarbij een Staat, in antwoord op een
schending van internationaal recht van een andere Staat ,
bijvoorbeeld beslist deze andere Staat een voordeel te
ontnemen dat hij hem had verleend of faciliteiten te
ontzeggen die hij hem had toegestaan zonder daartoe
rechtens gehouden te zijn. Het gaat dus om een
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller yana23. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.07. You're not tied to anything after your purchase.