100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
antwoorden: geschiedenis MEMO hoofdstuk 10 $3.21   Add to cart

Answers

antwoorden: geschiedenis MEMO hoofdstuk 10

5 reviews
 1676 views  9 purchases
  • Course
  • Level

Uitgebreide antwoorden van de methode MEMO, geschiedenis, hoofdstuk 10. Deze antwoorden zijn geschikt voor zowel bovenbouw havo als VWO.

Preview 3 out of 27  pages

  • July 16, 2018
  • 27
  • 2017/2018
  • Answers
  • Unknown
  • Secondary school
  • 6

5  reviews

review-writer-avatar

By: 5485 • 1 year ago

review-writer-avatar

By: rosalievanhelden • 2 year ago

review-writer-avatar

By: vlmonasch • 3 year ago

review-writer-avatar

By: suzannevanhilten • 3 year ago

review-writer-avatar

By: romigul12 • 5 year ago

avatar-seller
Hoofdstuk 10 Politieke strijd en emancipatie
§ 1 Conservatisme en liberalisme

Casus

1 a Een bestuurssysteem waarin de koning de politieke macht heeft.
b Zij waren voor representatief bestuur, want volgens de opstellers van
het verdrag was de situatie in Spanje erg gevaarlijk. Daaruit kun je
concluderen dat de 'liberales' tegen de monarchie waren.

2 Representatief bestuur, een vrije pers, een kritische houding
tegenover de kerk (scheiding van kerk en staat).

3 Als duidelijk werd dat deze regeringen oorlog wilden voeren om de
rechten van het volk tegen te gaan, zou dat misschien in meer landen
verzet uitlokken. De idealen van de Franse Revolutie hadden na de
overwinning op Napoleon het onderspit gedolven, maar ze waren niet
dood. Het leek veiliger de afspraken geheim te houden.

Basistekst 1

4 Verschillen:
- Het conservatisme hecht veel waarde aan historisch gegroeide
verhoudingen en geleidelijke ontwikkeling; het liberalisme aan
principiële vrijheidsrechten, die bij voorkeur worden verankerd in een
grondwet.
- Het conservatisme legt de nadruk op gehoorzaamheid en orde; het
liberalisme op inspraak en dynamiek.
- Het conservatisme gaat uit van ongelijkheid van mensen; het
liberalisme van gelijkheid.

5 Sociale verklaring: de groep geschoolde burgers (middenklasse) is
in aantal en
invloed sterk gegroeid.
Economische verklaring: de burgerij betaalde in toenemende mate
mee aan de inkomsten van de staat en verwachtte daarvoor
compensatie.

6 Burgers zouden conservatief kunnen zijn uit angst dat de liberale
idealen opnieuw zouden leiden tot ontsporingen zoals die van de
Franse Revolutie (Terreur).

7 Zin 1 is van Mill (uit On liberty). Hij zegt hier dat je iemand zijn gang
moet laten gaan, zelfs als hij iets doms doet of iets doet waar hij niet
gelukkiger van zal worden. Dat past bij Mills overtuiging dat je
individuele vrijheid alleen mag beperken als iemand een ander
schaadt.
Zin 2 is van Burke (uit Refections on the revolution in France). Hij erkent
dat vrijheid een belangrijke verworvenheid is, maar bespot ook de
overmatige nadruk die anderen erop leggen door te suggereren dat die
anderen zelfs een ontsnapte misdadiger zouden feliciteren met zijn

,herwonnen vrijheid.

, 8 De stelling is niet helemaal juist, omdat de staatshoofden en
diplomaten tegelijk
streefden naar nieuwe machtsverhoudingen, om te voorkomen dat
Frankrijk
opnieuw zo machtig zou kunnen worden.

Basistekst 2

9 Van Hogendorps tekst is overwegend conservatief: hij wil dat oude
tijden terugkomen, dat de 'aanzienlijken' in de regering komen en dat
Nederland wordt geleid door de prins van Oranje (Willem Frederik, de
latere koning Willem I). Het 'volk' krijgt geen inspraak, maar alleen een
'vrolijke dag'. Tegelijkertijd is hij ook de auteur van een
grondwetsvoorstel; in dat opzicht past hij weer enigszins bij de
liberalen.

10 De Oranjes worden 'hersteld' in hun oude machtspositie en men neemt
afstand van de revolutionaire Bataafse Republiek, die kortstondig een
democratische grondwet kende.

11 a De gecentraliseerde
eenheidsstaat. Het koningschap
(Koninkrijk Holland). Het idee
van een grondwet.
Het idee van verkiezingen.
b Men ging ervanuit dat een gecentraliseerde eenheidsstaat minder
besluiteloos zou zijn en dus sterker zou staan. Bovendien wilden veel
Nederlanders dat er een Oranje aan het hoofd zou staan.

12 a Alleen mannen mochten stemmen.
Slechts een klein deel van de mannelijke bevolking mocht stemmen (de
allerrijksten).
Er waren alleen indirecte verkiezingen voor de Tweede Kamer (via Provinciale
Staten).
De koning kon een lastig parlement naar huis sturen.
De koning kon het parlement omzeilen met Koninklijke Besluiten.
b Niet de koning, maar de ministers zijn verantwoordelijk voor het
regeringsbeleid.
c Door de ministeriële verantwoordelijkheid was een minister niet langer de
dienaar
van de koning, maar van het parlement, en dus van (een kleine bovenlaag
van) het
volk.

Historisch denken

13 1798:
- artikel a: de grondwet gaat uit van volkssoevereiniteit;
- artikel c: de grondwet geeft veel (mannelijke) burgers het kiesrecht,
maar is wel gericht tegen het Huis van Oranje (stadhouder) en dus een
republikeinse grondwet;
- artikel f: de oude provinciegrenzen zijn afgeschaft en vervangen
door grenzen van rivieren/water.
1814:

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Isabelletje20. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

70055 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.21  9x  sold
  • (5)
  Add to cart