Hoofdstuk 8 Verlichting en revoluties
§ 1 De Verlichting
Casus
1 Volgens Voltaire heeft de aardbeving een natuurlijke oorzaak. Het
uitvoeren van religieuze rituelen om God gunstig te stemmen, heeft
geen enkele invloed op het wel of niet plaatsvinden van de aardbeving.
Volgens de kerk kan God een aardbeving veroorzaken of tegenhouden.
2 a De optimist dacht dat er een natuurlijke oorzaak voor de aardbeving
zou zijn. Hij gelooft dat de natuur volgens de natuurwetten functioneert.
b De optimist zag de beving als iets goeds en geloofde dus niet in een God
die de mens straft voor zijn zonden.
c Voltaire laat de optimist zeggen dat de aardbeving iets goeds is tijdens
een diner met slachtofers van deze vreselijke ramp.
3 Een absolutistische koning steunde op de kerk - hij was immers koning
door
goddelijke uitverkiezing. Hij zal het boek, dat de leer van de kerk
ondermijnde, dus
ook gevaarlijk hebben gevonden.
Basistekst 1
4 Door de wetenschappelijke revolutie bleek dat veel overgeleverde
kennis onjuist was, terwijl het vertrouwen in het menselijk verstand
groeide.
5 a Iemand is star in zijn opvattingen en laat zich niet door redelijke
argumenten overtuigen.
b Iemand die uitgaat van zijn verstand en niet van emotie of traditie,
iemand die logisch redeneert.
6 Belangrijke elementen in de defnitie zijn: verlichting is een verschijnsel/
brede discussie, door adel en burgerij, gaat uit van rationalisme en
empirisme, betreft alle soorten kennis, kenmerkt zich door optimisme
over de toekomst.
7 Je eigen antwoord. Aan de ene kant menen mensen nog steeds dat ze
telkens meer van de wereld kunnen begrijpen. Aan de andere kant blijkt
de samenleving lastiger te verbeteren dan gedacht. Er blijven conficten
en oorlogen, het blijkt moeilijk om honger en achterstand in de wereld
op te lossen, armoede en bijgeloof blijven in de samenleving bestaan.
Mensen functioneren bovendien nooit (helemaal) rationeel.
Basistekst 2
8 a De schrijver wil de kinderen leren hoe het hoofd in elkaar zit (verlicht)
waar dat
belangrijke orgaan zit waar mensen mee denken, maar leidt daaruit ook af
hoe slim
,God het menselijk hoofd heeft geschapen (geloof).
, b Veel verlichte denkers hadden harde kritiek op allerlei onderdelen van
het christelijke geloof en werden door gelovigen als 'ongelovig'
veroordeeld. Er waren tijdens de Verlichting blijkbaar ook denkers - zoals
De la Mettrie - die radicaler waren dan de deïsten en atheïstisch waren.
Vanwege die radicale ideeën trokken ze veel aandacht.
9 a Voorbeeld van een goed antwoord:
- het idee dat niet de stand waarin je geboren wordt bepaalt welke
rechten je hebt, maar dat elk mens politieke rechten heeft (natuurlijke
rechten).
- het idee dat een heerser de macht uit handen van het volk
heeft gekregen (contractdenken).
- het idee om het bestuur op rationele wijze te verbeteren,
bijvoorbeeld door de macht op te delen (trias politica).
b Als iedereen gelijke rechten zou hebben, dan is de samenleving van standen
niet
daarmee in overeenstemming.
Als het volk soeverein is, dan is het niet meer vanzelfsprekend dat het gezag
van
Godswege aan koningen is gegeven.
Als de scheiding der machten radicaal wordt doorgevoerd verliezen koningen
veel
van hun gezag (want dat bestond uit onderdelen van alle drie de machten).
10 a Ze zijn met elkaar in tegenspraak. Aanhangers van het
cultuurrelativisme vinden
dat je andere culturen niet mag beoordelen op grond van je eigen
maatstaven: de ene
cultuur is niet meer waard dan de andere. Dat geldt dus ook voor culturen
in andere
perioden: je mag een andere tijd niet met je eigen normen en waarden
beoordelen.
Op die manier kun je niet spreken van vooruitgang of achteruitgang, alleen
van
verandering. Dit is in tegenspraak met het geloof van veel verlichte
denkers dat er in
de geschiedenis sprake is van vooruitgang.
b De geschiedenis is niet alleen een proces van vooruitgang, maar ook
van achteruitgang. Of: niet alle beschavingen ontwikkelen zich op
dezelfde manier.
Historisch denken
11 Voltaire ziet het geloof als iets dat onvrijheid brengt: het geloof dwingt
het volk te gehoorzamen aan haar regels. Dat maakt het volk
ongelukkig. Casanova denkt juist dat het geloof het volk gelukkig en
rustig houdt. Het geloof dient volgens hem om de samenleving bijeen
te houden. Daarom zou hij het volk niet van zijn geloof willen verlossen,
zoals Voltaire wil.
12 a Hij lijkt een tegenstander omdat hij zegt dat het volk niet de
oppermacht heeft. Maar hij beweert vervolgens dat de leider het
volk wel vrij moet laten.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Isabelletje20. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.