HC huid
HC 13: huid epitheel
Weefsels bestaan uit groepen cellen die samen één of meerdere functies vervullen.
- Epitheelweefsel
- Spierweefsel
- Zenuwweefsel
- Bindweefsel = complex want je hebt cellen en extracellulaire matrix. Dit bestaat dan weer uit
vetweefsel, kraakbeen, bot en bloed.
Organen die zijn opgedeeld in deze lagen:
Heel dun epitheel = endotheel
Tussenliggend bindweefsel, ligt om de epitheel klieren
(rondjes)
Bedekkend epitheel vormt een afgrenzende laag aan inwendige darm of uitwendige huid
oppervlakken.
Klierepitheel bestaat uit een, in weefselverband gegroepeerd, aantal cellen dat tot secretie in staat is.
Kenmerken epitheel:
- Aaneengesloten
o Celverbindingsstructuren
▪ Afsluitende verbindingen: Tussen de ene cel en andere
cel, lekkage wordt voorkomen door tight junction. Zit aan de
rand van de cel dicht bij het lumen.
▪ Hechtende verbindingen: net onder de tight junctions.
Zijn de adhesion belt(zonula adherens), zijn verbonden aan
de actine filamenten (deze draaien rond de cel). De adhesion
belt verbinden de losse actine filamenten als 1 geheel.
Daarnaast heb je de desmosomen (macula adherens), zitten
verspreid over de hele laterale kant. Verbinden de cellen
onderling en gaat het hele epitheel door.
Hemidesmosomen en focal adhesions, deze zorgen dat de
epitheel cellen niet lossen komen van het bindweefsel. De
hemidesmosomen zorgen voor de stevigheid en de focal
adhesions zorgt voor nog beetje beweging.
▪ Communicerende verbindingen: gap junctions, naast
elkaar gelegen cellen hebben kleine ruimtes om signalen
onderliggen af te geven. Zit connexin in.
- Polariteit is functioneel, het zorgt ervoor dat de apicale locatie anders is samengesteld dan de
baso-lateraal.
o Apicaal = alles wat grenst aan de lumen. Natrium en kalium gaat er samen in door de
gradiënt aan de baso-laterale kant en dan gaat er glucose mee de cel in. Natrium –
glycose symporter zit aan de lumen
o Baso-latereraal = alles onder de tight junction. De eiwit samenstelling is anders als bij
apicaal want ze bewegen op een andere plek. Hier zit een plek die continu natrium uit
de cel pompt, het kalium er dan uit. Zit baso-latereraal dus natrium kalium poort en
glucose poort.
o De tight junctions zorgen ervoor dat de uitgescheiden deeltjes niet weer aan de
andere kant van de cel naar binnen kan. Dit veroorzaakt de polariteit, want dan is er
verschil en geen 1 doorlopende stroom van de stoffen.
, - Basale membraam, ligt onder het epitheel weefsel en boven het
bindweefsel
o Oppervlakte specialisatie
▪ Microvilli; zijn meer aan 1 stuk
▪ Trilhalen; zijn wat verder uit elkaar
▪ Sluitlijst, zijn veel eiwitten aanwezig. Donker gekleurd
bij ligt microscoop. De microvilli of trilhalen liggen
hier bovenop.
o Functies van basale membraan
▪ Stevige verbinding epitheel en bindweefsel
▪ Compartimentalisatie (ook bij spier en zenuw)
▪ Filtratie
▪ Structuur voor cellen tijdens de regeneratie, als er
beschadiging is geweest
▪ Regulatie en signaaloverdracht
- Niet doorbloed
o EPITHEEL HEEFT GEEN BLOEDVATEN
o De bloedvaten in onderliggende bindweefsel zorgen voor
aan en afvoer van voedingsstoffen.
Epitheel ga je classificeren: het type epitheel dat men aantreft op verschillende locaties in het lichaam
past volledig bij de functie die het epitheel daar moet uitoefenen.
- Het aantal cellen (eenlagig, meerlagig, pseudomeerlagig = 1 lagig maar lijkt op meer)
- De vorm van de cellen aan het oppervlak, je kijkt hiervoor naar de cellen die grenzen aan het
lumen om een naam te geven. (plaveisel = dun, kubisch = alle cellen vierkant, cilinder =
uitgerekt, overgangsepitheel = van vorm veranderend)
Eenlagig plaveiselepitheel : zit in je longblaasjes en capillairen → gaat via passief transport, diffusie,
gassen en voedingsstoffen uitwisselen. Platte cellen is dan handig
Eenlagig cilinderepihteel (met microvilli): zit in de darm → functie is absorptie door actief transport.
Hoe meer glucose je wilt opnemen hoe meer microvilli je moet hebben, oppervlakte vergroten.
Meerlagig onverhoornd plaveiselepitheel: zit in de slokdarm → functie is bescherming
Meerlagig verhoornd plaveiselepitheel: zit op je huid → ontstaat stratum corneum voor bescherming
Pseudomeerlaging cilindepitheel (+trilharen): zit op de trachea → transport langs epitheel – oppervlak
Meerlagig overgangsepitheel: zit in de blaas → zit op de dekcellen, moet een rekbaar mogelijkheid zijn
Je huid is wel verhoornd en je slokdarm niet. De stratium corneum is het verhoornde van de huid, is
vaak een dode laag. De stratium corneum is onder je voeten veel dikker dan op je rug.
In de darm wordt epitheel in 1-4 vernieuwd, worden onderaan in de crypten van liberkühn opnieuw
gemaakt. Op de huid wordt heet epitheel in 6-8 weken vernieuwd.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daniellew4. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.39. You're not tied to anything after your purchase.