Het is belangrijk om kennis te hebben van kansen, want wanneer risico's in kaart worden gebracht, dient ook de kans van optreden te worden berekend. Ook is het belangrijk voor het uitrekenen van de betrouwbaarheid van jouw onderzoek tijdens onderzoek, projecten en afstuderen. In deze samenvatting l...
Hoofdstuk 1. Beschrijvende statistiek ............................................................................................ 3
1.1 Case Game 16 ................................................................................................................................ 3
1.2 Populatie en steekproef ................................................................................................................ 3
1.3 Meetniveaus .................................................................................................................................. 3
1.4 De frequentieverdeling.................................................................................................................. 4
1.5 Grafieken ....................................................................................................................................... 5
1.6 Centrummaten............................................................................................................................... 6
1.7 Spreidingsmaten............................................................................................................................ 8
Hoofdstuk 2. Lineaire regressie ................................................................................................... 11
2.1 Case Mediamarkt ........................................................................................................................ 11
2.2 Het spreidingsdiagram ................................................................................................................ 11
2.3 Het lineaire verband .................................................................................................................... 11
2.4 Het lineaire model ....................................................................................................................... 11
2.5 Kleinste-kwadratenschatters ...................................................................................................... 12
2.6 De voorspelling ............................................................................................................................ 13
2.7 De correlatiecoëfficiënt ............................................................................................................... 13
Hoofdstuk 3. Tijdreeksen ............................................................................................................ 14
3.1 Case Wegenwacht ....................................................................................................................... 14
3.2 Tijdreeksmodellen ....................................................................................................................... 14
3.3 Het voortschrijdend gemiddelde................................................................................................. 15
3.4 De berekening van seizoensindices............................................................................................. 16
3.5 Het bepalen van de trendlijn....................................................................................................... 17
3.6 De toepassing van het model...................................................................................................... 18
Hoofdstuk 5. De binomiale verdeling........................................................................................... 25
5.1 Case Samsung .............................................................................................................................. 25
5.2 Kansvariabelen ............................................................................................................................ 25
5.3 De binomiale verdeling ............................................................................................................... 26
5.4 Verwachte waarde en standaarddeviatie van de binomiale verdeling .................................... 28
Hoofdstuk 6. De normale verdeling ............................................................................................. 29
6.1 Case Pinlock ................................................................................................................................. 29
,6.2 De standaardnormale verdeling ................................................................................................. 29
6.3 De normale verdeling .................................................................................................................. 31
6.4 De sigmagebieden ....................................................................................................................... 31
6.5 Het gemiddelde en de normale verdeling .................................................................................. 32
6.6 De benadering van de binomiale verdeling met de normale verdeling .................................... 33
,Hoofdstuk 1. Beschrijvende statistiek
Het bedrijfsleven besteed veel aandacht aan marktonderzoek. Maar hoe doe je dat goed? In
dit hoofdstuk maak je kennis met de beschrijvende statistiek.
1.1 Case Game 16
Irrelevant voor deze samenvatting.
1.2 Populatie en steekproef
De situatie in de case komt veel voor: er wordt onderzoek gedaan en de verzamelde
gegevens dienen te worden geanalyseerd. Het liefst zouden we alle personen die het spel
gaan kopen testpersoon willen hebben. In dat geval onderzoeken we de populatie, in de
praktijk zijn dat veel te veel mensen. We ondervragen een gedeelte van de populatie, we
nemen dan een steekproef.
Het aantal elementen van een populatie wordt genoteerd met een N.
Het aantal elementen in een steekproef wordt daarentegen genoteerd met n.
We willen de gegevens van de steekproef uit de case generaliseren naar de populatie. Maar
omdat de steekproef klein is, geven de resultaten van dit onderzoek slechts een indicatief
beeld. Naarmate de steekproef groter is, ontstaat er een meer nauwkeurige indruk.
1.3 Meetniveaus
Om de gegevens van de vragenlijst uit de case op de juiste wijze te kunnen analyseren, moet
je eerst goed kijken naar de gebruikte antwoordschaal.
Schaal: een logische weergave van de antwoordmogelijkheden.
Er zijn verschillende soorten schalen. Bij elke schaal hoort een meetniveau.
Meetniveau: het type schaal.
Er zijn vier meetniveaus:
• Nominaal
• Ordinaal
• Interval
• Ratio
Nominaal
Bij een nominaal meetniveau is er alleen sprake van verschillende antwoordmogelijkheid. Er
zit geen systeem in deze antwoorden; er is geen logische volgorde.
Een nominaal meetniveau: verschillende antwoordmogelijkheden zonder logische volgorde.
Ordinaal
Bij een ordinaal meetniveau is er sprake van zowel verschillende antwoorden als een
logische volgorde. Een voorbeeld is de vraag naar een mening. Bij ordinaal kan je wel een
volgorde in antwoorden zien.
Ordinaal meetniveau: nominaal + volgorde
3
,Interval
Bij een intervalmeetniveau is er ook sprake van een logische volgorde. Daarnaast hebben de
verschillen tussen de antwoorden een eenduidige betekenis. Denk aan graden Celsius. Als
iemand zegt dat 70 graden Celsius 10 graden meer is dan 60 graden, dan is dat even groot
als je zegt 70 en 80 graden Celsius. Opvallend aan de intervalschaal is het ontbreken van een
natuurlijk nulpunt.
Kenmerkend voor dit meetniveau is dus dat het interval tussen twee antwoorden een
eenduidige interpretatie kent, naast de logische volgorde.
Ratio
Het ratiomeetniveau heeft naast de kenmerken van het intervalmeetniveau een eenduidige
betekenis voor de verhouding (ratio) tussen twee getallen. Merk op dat de verhouding bij
een intervalmeetniveau geen eenduidige betekenis heeft. Als we bijvoorbeeld kijken naar
graden Celsius, dan is het niet zo dat als het 10 graden Celsius is, het twee keer zo warm is
als 5 graden Celsius. Dit is wel zo bij ratiomeetniveau. Als iemand bijvoorbeeld 100 dollar per
maand uitgeeft, is dat tweemaal meer dan iemand die 50 dollar uitgeeft.
Bij een ratiomeetniveau is er sprake van een natuurlijk nulpunt.
Ratiomeetniveau: Interval + natuurlijk nulpunt.
Als je de antwoorden op een vragenlijst in een computerbestand hebt gezet, noem je elke
vraag een variabele. Bij een variabele meet je een kenmerk van een persoon of een object.
Variabelen kunnen kwantitatief of kwalitatief zijn. Bij kwantitatieve gaat het over getallen.
Bij kwalitatieve kijk je naar kenmerken die niet weergegeven worden door getallen.
1.4 De frequentieverdeling
Nu we weten welk meetniveau elke vraag heeft, kunnen we tabellen maken. Bij een
nominaal en ordinaal meetniveau maken we een tabel waar bij elk antwoord het aantal en
het percentage vermeld worden. Bij een interval- of ratio- meetniveau maken we eerst
klassen; daarna vermelden we bij elke klasse het aantal en het percentage.
Geslacht Aantal Percentage
Man 20 50
Vrouw 20 50
Totaal 40 100
Het is gebruikelijk om naast de aantallen en percentages van de antwoorden ook het totaal
in de tabel te zetten. Denk aan de bronvermelding!
Omdat in deze tabel frequenties gebruikt worden, is de naam van deze tabel een
frequentieverdeling.
Mening Aantal Percentage
Zeer goed 8 20
Goed 24 60
Noch goed, noch slecht 6 15
Slecht 2 5
Zeer slecht 0 0
Totaal 40 100
4
, Als we kijken naar de bedragen, dan is het handig om een klassenindeling te maken, als
voorbeeld:
0 tot 50 dollars
50 tot 100 dollars
100 tot 200 dollars
1.5 Grafieken
Behalve frequentieverdelingen kun je ook grafieken maken.
Het staafdiagram
Bij een nominaal meetniveau kunnen we
een staafdiagram maken. We zien een
eenvoudige figuur. Toch zijn er paar
Geslacht (16=n)
dingen op te merken: 100
Percentage
• In de titel staat het aantal
personen dat meegedaan heeft 0
aan het onderzoek Man Vrouw
• Op de y as zetten we de Geslacht
procenten.
Het cirkeldiagram
Bij een nominaal meetniveau kunnen we ook een cirkeldiagram maken. We gebruiken
dezelfde gegevens
De vraag is dus of we nu een Geslacht (16=n)
cirkeldiagram of een staafdiagram
moeten gaan gebruiken. Het antwoord
is dat je zelf mag kiezen, het hangt Man
100% van je persoonlijke voorkeur af. Vrouw
Ook bij een ordinaal meetniveau
kunnen we een staafdiagram en een
cirkeldiagram maken. Het cirkeldiagram is natuurlijk ook mogelijk.
Het histogram
Bij een interval- of ratiomeetniveau maken we een histogram. Denk daarbij aan de
categorieën die we eerder hadden gemaakt.
Klasse Aantal Percentage
0 tot 50 12 30
50 tot 100 18 45
100 tot 200 10 25
Een opvallende klasse in de tabel is de laatste klasse. Deze is veel breder. Dit doen zich vaak
voor bij een variabele op interval- of ratiomeetniveau. Vanaf een bepaalde waarde wordt er
dan een ‘restklasse’ gebruikt, omdat er anders heel veel klassen nodig zijn.
Het gevolg is echter dat de vergelijking van de klassen niet helemaal eerlijk is. Dit probleem
wordt opgelost met de zogenoemde frequentiedichtheid. Deze kan als volgt worden
berekend:
• Kies een geschikte eenheid van klassenbreedte. Vaak is dit de kleine klassenbreedte.
• Bepaal van alle klassenbreedtes de verhouding tot de eenheid van klassenbreedte.
• Deel alle frequenties door deze verhouding.
5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller louist. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.34. You're not tied to anything after your purchase.