Dit document is een zelfgemaakte tabel met daarin de begrippen die moeten gekend zijn voor het examen met daarbij een korte toelichting. Het omvat de begrippen van alle hoorcolleges. Dit is een heel handig document om voor het examen te herhalen.
Leiderschap & innovate: terminologie
HC 1 – inleiding tot het leiderschap
Leiderschap Is een proces waarbij een persoon tracht invloed uit te oefenen op een groep mensen of een team, ten einde de
gemeenschappelijke doelen te bereiken. Leiderschap gaat om mensen verbinden, motveren, inspireren, waarbij je
hen naar hetzelfde doel drijf en probeert om de vooropgestelde doelen te behouden. Het gaat hier vooral of
effectviteit, waarbij je tracht de doelen te behalen en aandacht te hebben voor de medewerkers.
Missie De bestaansreden van een team, dat verder komt uit gemeenschappelijke waarden
Visie De richtng waar het team naartoe wil, de doelen die men samen wil bereiken
Conceptualisate Individueel (bv. kenmerken van een leider), dyade (duo, functoneringsgesprek), groep (bv. het team sturen in
levels dagelijkse werking), gemeenschap (ziekenhuisbreed)
Formeel LS Formeel leiderschap is leiderschap waaraan een formaliteit gekoppeld is. De persoon heef de rol dus toegewezen
gekregen waardoor hij van hogere hand verkozen/aangesteld werd als leider.
= Assigned LS
Informeel LS Leiderschap dat niet voortvloeit vanuit een toewegezen rol of functe, maar eerder spontaan optreedt omdat de
betrokken persoon in de mogelijkheid is om door kennis, expertse en vaardigheden de leiding over te nemen. Deze
= Emergent LS
vorm mag zeker niet ingeperkt worden, en moet net extra gestmuleerd worden, zeker binnen de context van
complex leiderschap.
Management Dit gaat vooral over budgeten, fnanciën, plannen en begroten. Waarbij je vooral zo efciënt mogelijk wil werken,
de doelen wil behalen met zo weinig mogelijk middelen.
Kenmerkperspectef Bespreekt vooral het nature debat waarbij de leidinggevende werd geboren met een aantal kenmerken die hem tot
een goede leidinggevende maken. Bijvoorbeeld: ENOLA (digman) – extravert, nauwgezetheid, openheid, lage
neurotciteit en aangenaamheid
Procesperspectef Bespreekt het nurture debat dat leidingevende tot goede leidinggevende omdat ze in interacte gaan met elkaar,
met andere leidinggevende, met meer ervaren mensen, met opleidingen en volgers. Dit maakt het tot een goede
leidinggevende.
Clinical leaders Dit zijn leidinggevende die naast het bed van de patënt staan, maar wel invloed uitoefenen om te komen tot een
, bevordering van de kwaliteit van zorg. De leidinggevende zijn ofwel mensen in een klinische setng (bv. arts,
hoofdvpk) of wel mensen met expertse in een bepaald domein van de zorg waardoor ze de kwaliteit van zorg
beïnvloeden en andere mensen beïnvloeden (bv. APN, onderzoeker)
Autoriteit Dit is de formele, toegewezen macht die je verkrijgt omdat je tot een bepaalde posite bent genoemd. Hierbij komen
een aantal rechten en plichten kijken.
Invloed Dit is de manier waarop je effect uitoefent, mensen raakt, bereikt en je kennis wil overbrengen in het leiderschap.
Hierbij kan je kiezen tussen drie strategieën (kelman)
- Internalisate met als resultaat commitment
- Identfcate met als resultaat compliance (of manipulate)
- Compliance met als resultaat compliance of weerstand
Macht Macht is de keuze die je maakt in beïnvloedingsstrategie en modereert ook het effect ervan. Macht is onlosmakelijk
verbonden met afankelijkheid, de afankelijkheid neemt nog meer toe naargelang de machtspersoon beschikt over
zeldzame, onmisbare of belangrijke elementen zoals geld.
HC 2 – Theorieën in het leiderschap
Great man theorie Deze theorie kwam tot stand in de vroege jaren bij Aristoteles en geef aan dat mannen die charismatsch zijn,
geboren leiders waren. Gaat uit van leaders are born, not made. De leiders zijn dan grote, charismatsche mannen
die van nature veel macht uitstralen. Weinig evidente voor deze theorie en ook weinig elementen die dit staven en
hierop verderbouwen. In de 19de eeuw tot de jaren 1920.
Traitheory De traitheory of kenmerktheorie gaat ervan uit dat leiders geboren worden met een aantal kenmerken of op zen
minst deze kenmerken moeten beziten om goede leidinggevende te zijn of te worden. Dankzij deze theorie
resulteerde de leiderschapsliteratuur in een hele hoop aan ellelange lijsten met kenmerken die hiervoor zouden
kunnen helpen. Tot de jaren 1950.
Gedragstheorieën De gedragstheorieën omschrijven dat leidinggevende steeds kiezen voor een bepaalde gedragsstrategie of
leiderschapsstjl. Afankelijk van hun persoonlijkheid en hun belangrijkheden kozen ze dan voor ofwel: de focus op
de taak, of de focus die lag op de relate met de volgers.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller KULeuvenstudent. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.