WEBLECTURE 1 STUDIE VAN DE SAMENLEVING
Wat is sociologie?
= Studie van de samenleving.
- Samenleving: mensen die met elkaar omgaan in een afgebakende ruimte en een cultuur delen.
Hoe mensen dingen met elkaar doen. Bv hoe je met je burgen omgaat, met je ouders, dat je dezelfde
taal spreekt.
- Maatschappij: groepen, organisaties in de samenleving, instituten zoals het huwelijk, onderwijs,
wat voor wetten we hebben.
- We meten veranderingen door terug te kijken naar de tijd en te kijken over een bepaalde periode.
Je kan kijken naar bepaalde ontwikkelingen.
- Technologisch determinisme: ervan uitgaan dat alle samenlevingen hetzelfde pad volgen en dat is
puur afhankelijk van de technologie in een samenleving en wat beschikbaar is. Maar technologie is
echt niet alles bepalend voor wat samenlevingen kunnen bereiken, er zijn beperkingen bv mileu.
- Gerhard en Jean Lenski: keken verschillen tussen samenlevingen. Wat zij terugzagen in veel
ontwikkelingen is dat veranderingen, sociaal-culturele veranderingen, ook heel erg gerelateerd
kunnen zijn aan informatie en technologie die in die samenleving ontwikkelt. Het gaat vaak samen
met wetenschappelijke uitvindingen, ideeën en ontwikkelingen en dat werkt door in hoe mensen
met elkaar omgaan.
Laag ontwikkeld Hoog ontwikkeld
Kleine samenlevingen Grote samenlevingen (Westerse landen)
Weinig keuze in manier leven Gevarieerde en gespecialiseerde manier van leven
Trage ontwikkeling/verandering Snelle ontwikkeling/verandering
- Sociaal-culturele evolutie: het proces van verandering dat het resultaat is van samenlevingen die
nieuwe informatie en technologie verkrijgen.
- Als socioloog wil je kijken naar de manier hoe het sociale leven is vormgegeven. Hoe mensen
bepaalde activiteiten met elkaar doen en wat voor betekenissen zij daaraan geven en hoe het zich
ontwikkelt tussen deze mensen. Kijken naar het sociale leven door een andere bril op te zetten:
buiten samenleving plaatsen. Hoe functioneert een samenleving?
- Sociale transformaties: samenlevingen ontwikkelen en groeien. Er zijn verschillende trends die
daarachter liggen. Het is voortgekomen uit sociale transformatie:
1. Groei kapitalisme (fabrieken): misère en lijden, verzwakte familierelaties, verdwijnen tradities.
2. Groei steden: armoede, ziektes, vervuiling, criminaliteit, daklozen.
3. Politieke verandering: individuele vrijheid en individuele rechten.
4. Verdwijnen gemeenschappen: ondermijning sterke sociale structuren van familie en traditie door
individualisering en nadruk op economische efficiëntie (Toennies).
Gemeinschaft (hechte sociale relaties) en gesellfschaft (sociale omgang vanuit eigenbelang).
- Sociologie wordt ook vaak aangeduid als de studie van de open deuren. We bestuderen onszelf en
wat we met elkaar doen. Ook denken we hier alles van te weten.
- Sociologen willen dit laten zien door systematisch, sceptisch en kritisch het sociale leven te
bestuderen.
- Sociologie wordt wel eens weggezet als studie naar open deuren en wat algemeen bekend is, maar
vaak laat het het onverwachte in het algemeen zien. Ze laten ook nieuwe kennis zien en wat bv een
coronacrisis voor invloed heeft op het sociale leven.
- Het duidelijke uitdragen, de wereld in twijfel trekken en het afleren/afwennen van het vertrouwde.
1
,- Een manier van denken. Begrijpen van de samenleving.
- Identificeren van algemene patronen van sociaal leven door naar concrete voorbeelden te kijken.
- Mensen in hokjes indelen: sociologen proberen ook te laten zien dat als je naar specifieke
voorvallen kijkt, wat daar het algemene in is.
- Bv diner, wat is er interessant aan een normaal diner: gelaagdheid, bepaalde klasse, etiketten, hoe
we aan tafel zitten, waar we het over hebben. Het is veel meer dan alleen de behoefte te hebben om
te eten, het is een sociaal evenement. Het laat structuren zien hoe mensen met elkaar leven. HET
IS NOOIT ALLEEN MAAR WAT JE ZIET.
Sociologie is overal: in films, boeken, schilderijen, kranten, op straat.
- Sociologie gaat over de samenleving op verschillende manieren bekijken om zodoende het
ongewone in het gewone te zien.
Structuur
- Alle maatschappelijke vraagstukken kun je indelen in drie hoofdvraagstukken. Dat is handig omdat
bij al die vraagstukken ook een bepaalde manier van kijken hoort, een bepaalde manier van
verklaren, een bepaalde manier van begrijpen. Dus op het moment dat je een specifiek
maatschappelijk vraagstuk ziet en je kunt dat onderbrengen onder een van de drie hoofdvragen, dan
helpt het je al om te kijken ‘hoe ga ik met deze vraag aan de slag’, ‘hoe ga ik het analyseren’ en ‘hoe
ga ik het thema dat centraal staat bestuderen’. Waar ga je verklaringen zoeken?
1. Ongelijkheidsvraagstuk (Karl Marx): wie krijgt wat en waarom.
- Het gaat breder dan alleen krijgen in de vorm van inkomen, het gaat ook om maatschappelijke of
sociale posities, machtsverhoudingen en het kan gaan om blootstelling aan bepaalde risico’s die
ongelijk verdeeld zijn.
- Bv pandemie verdiept sociale kloof in Nederland. De pandemie blijkt mensen te raken. Fysiek (als je
het virus hebt, kan je ziek worden), maar het heeft ook consequenties, bv economisch gezien. De
armen worden economisch harder geraakt dan de rijkeren. Aan de onderkant van de samenleving
hebben mensen het nog moeilijker. Ze raken bv hun baan kwijt of kunnen minder werken door
kinderen die thuis zitten. Blootstelling aan risico’s zien we ook: mensen met meer geld hebben meer
mogelijkheden om zichzelf te beschermen tegen risico’s. STRATIFICATIE IN DE SAMENLEVING.
2. Cohesievraagstuk (Emile Durkheim): hoe leven mensen met elkaar samen, hoe leven mensen
langs elkaar of hoe gaan mensen vreedzaam met elkaar om in de samenleving wat/hoe mensen
doen om tot een werkende samenleving te komen.
- Bv kloof tussen jongeren en ouderen in de coronacrisis. In het nieuws staat ook centraal wat voor
maatregelen we wel of niet moeten doen. Versoepelingen gaan ten koste van de ouderen,
aanscherpingen gaan ten koste van de jongeren. Schept dat een kloof die ook problemen gaan
veroorzaken in de samenleving? Maar het is ook zo dat jongeren en ouderen toenadering naar elkaar
zoeken.
- Als het gaat over hoe mensen met elkaar samenleving, zijn dit interessante sociologische
vraagstukken om meer van te willen weten. Het gaat over cohesie: hoe mensen vreedzaam met
elkaar samenleven.
3. Rationaliseringsvraagstuk (Max Weber): heeft niet alleen te maken met hoe de samenleving
technologisch ontwikkelt en wat daar aan ten grondslag ligt. De technologie maakt wel dat een
samenleving op een andere manier ingericht kan worden en we anders gaan nadenken over de
samenleving (rationaliseringsaspect), dus door de wetenschap zijn we veel meer dingen te weten
2
, gekomen en denken we anders over hoe de samenleving werkt. Voorheen was het vooral religie die
bepaalde hoe we naar de samenleving keken, maar nu is dat anders. Dat noemen we rationalisering.
- Het gaat ook over het steeds efficiënter proberen in te richten van samenlevingen, de manier hoe
we organisaties organiseren, hoe we politiek organiseren, hoe we beleid van de politiek organiseren.
Het gaat steeds meer vanuit de gedachte onderbouwd met wetenschappelijk onderzoek heel erg
gericht op efficiëntie, het moet controleerbaar zijn, er moet afgerekend op kunnen worden. Allemaal
aspecten van het rationaliseringsvraagstuk en wat doet dat nou met mensen.
- Wat betekent dat voor mensen? Verandert het mensen? Kijken zij ook anders naar zaken? Hebben
zij er last van?
- Aspecten van bureaucratisering spelen hier een rol.
- Bv thuiswerken/thuisstuderen in de coronatijd. Is dat iets wat we blijven doen na corona? Er zijn
steeds meer indicatoren die erop wijzen dat we het anders gaan doen. Dat vraagt ook veel van
mensen en laat zien dat mensen wel thuis willen werken en ook werkgevers zien de voordelen van
thuiswerken. Voorheen was dat in Nederland niet zo. Ook hier gaat een verschuiving/verandering
van denkbeelden hoe we het werk kunnen inrichten op de beste manier schuil. Ook deels door de
techniek wordt het steeds makkelijker om thuis te werken, maar activiteiten zullen er ook anders
uitzien om ze op afstand mogelijk te maken. Dat zijn voorbeelden van rationaliseringsvraagstukken.
Allerlei veranderingen die misschien deels technologisch ingegeven zijn die voor een andere
indeling zorgen hoe wij de samenleving inrichten, bv op meer efficiëntie, meer effectiviteit. Vaak
komen die ook voort uit wetenschappelijke ontwikkelingen.
Waarom sociologie?
- Stelt ons in staat om de menselijke verschillen en het menselijk lijden te zien en om de uitdagingen
aan te gaan om in diverse wereld te leven.
- Inzichten over hoe mensen met elkaar samenleven, waardoor verschillende vraagstukken kunnen
worden opgelost of ze kunnen worden voorkomen. Het sociologisch perspectief zet ons aan om
kritisch na te denken over verschillende manieren van leven die er zijn (bv Westerse manier vs
andere landen).
- Het sociologisch perspectief zet ons ook aan om kritisch na te denken over de relatieve kracht en
zwakheid van alle manieren van leven, ook onze eigen manier.
Maar:
- Sociologie is onderdeel van een veranderlijke wereld: een beschrijving of verklaring van nu kan in
korte tijd niet meer voldoen. Bv financiële crisis, veranderingen die consequenties hadden en daarna
ging het goed. Het verandert vrij snel. En bv economische crisis na corona.
- Sociologen maken deel uit van hetgeen ze onderzoeken: een socioloog die in Europa is opgegroeid
bekijkt andere delen van de wereld vanuit een Europees perspectief (etnocentrisme). Het is moeilijk
om onze eigen manier van samenleven los te laten. Je kan nooit geheel neutraal of objectief naar een
situatie kijken. Wel wordt je steeds beter open te staan voor andere denkwijzen en dingen in
perspectief te zien.
- Sociologische kennis wordt onderdeel van de samenleving (kan positieve en negatieve aspecten
hebben): onderzoek naar toenemende criminaliteitscijfers wordt in de media gerapporteerd, mensen
lezen die en worden zich meer bewust van criminaliteit met en gaan meer aangifte doen van
criminaliteit wat dan weer meer wordt onderzocht.
Things are not what they seem (Peter Berger)
- Kijk eens naar je eigen leven. Hoe zou je leven eruit gezien hebben als je in Mumbai geboren was of
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kaceyxgruijters. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.83. You're not tied to anything after your purchase.