100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Voorbeeldexamen Publieke Financiën - André Decoster $5.44   Add to cart

Exam (elaborations)

Voorbeeldexamen Publieke Financiën - André Decoster

1 review
 38 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Dit is een voorbeeldexamen (vragen en oplossingen) voor het vak 'Publieke Financiën' door professor André Decoster. Het correcte antwoord wordt ook steeds verduidelijkt, eveneens waarom de andere antwoordmogelijkheden niet correct zijn.

Preview 4 out of 33  pages

  • February 9, 2024
  • 33
  • 2022/2023
  • Exam (elaborations)
  • Questions & answers

1  review

review-writer-avatar

By: samanthaglorioso • 2 months ago

reply-writer-avatar

By: ElleWoods2709 • 2 months ago

Translated by Google

Bye Samantha! Thanks for your review! If you have any improvements for my document, you can always let me know and I'll adjust it! ☺️

avatar-seller
OPLOSSING VOORBEELDEXAMEN D0N89 PUBLIEKE FINANCIËN
Prof. A. Decoster


21 december 2023



 Bedoeling van dit voorbeeldexamen is enkel om een idee te geven van de aard van de vragen
en de vorm waarin die gesteld worden (m.n. meerkeuze met vier antwoordmogelijkheden).
▪ Het is geen set van ‘oefeningen’ dat een substituut zou kunnen vormen voor het grondig
instuderen van de leerstof.
▪ Maar het probeert bvb. een antwoord te geven op de vraag die bij sommigen leeft “hoe we
de formules moeten kennen” en of “er een formularium ter beschikking is?”. Bekijk
daarvoor vragen 8, 23 en 29. Zoals je ziet geef ik de formule meestal weer in de vraag
zelf. Mijn doelstelling is immers dat jullie een formule begrijpen, kunnen interpreteren en
ermee kunnen ‘werken’. Niet dat jullie ze van buiten moeten leren (parate kennis kan
natuurlijk wel een denkproces versnellen; en vaak leidt goed begrip ook op een natuurlijke
wijze tot het “van buiten kennen”).

 Ik heb willekeurig vragen geselecteerd uit vroegere examens (van vóór 2022).
▪ Daardoor kan dit voorbeeldexamen licht afwijken van de leerstof van dit academiejaar,
zeker wat betreft de vorm van empirisch materiaal dat ik jaarlijks update (bvb. in vraag 13
en 32).
▪ Maar de theoretische en conceptuele onderdelen van het grootste deel van de leerstof zijn
weinig tot niet veranderd.
▪ Vragen 24 en 26 (aangeduid in het rood) betreffen onderdelen die dit jaar niet (meer) tot
de leerstof behoren. Ik heb die twee vragen toch behouden in dit voorbeeldexamen, zowel
voor studenten die dieper willen gaan, als omdat een deel van de antwoordmogelijkheden
wel aan bod kwam. Het spreekt vanzelf dat op het examen geen vragen gesteld wordt over
leerstof waarvan ik expliciet heb aangegeven dat die wegvalt.

 Het finale examen zal bestaan uit 30 vragen. Dit voorbeeldexamen bevat 32 vragen.

,D0N89 Publieke Financiën Prof. A. Decoster – Voorbeeld examen – december 2023 - OPLOSSING 2
1. In onderstaande figuur stelt  het initiële endowment voor en de indifferentiekrommen de
voorkeurordening van twee individuen Ann en Bert over twee goederen X en Y. Stel dat de
relatieve prijs gegeven wordt door prijslijn p0 .
Y

0Bert




M



U 1Ann
0
0
U Ann
U Bert p0
X
0 Ann

Welke van onderstaande uitspraken is juist?
0
A) Aangezien indifferentiecurve U Bert raakt aan prijslijn p0 zal er geen ruil tot stand komen tussen
Ann en Bert.
B) Gegeven de voorkeuren van de consumenten weergegeven door de indifferentiecurven U Ann en
U Bert , zal, vertrekkend van endowment  en de prijs p0 , goed X duurder en goed Y goedkoper
moeten worden.
C) Het endowment  ligt op de Paretogrens.
0 0
D) Aangezien punt M in het lensvormig gebied ligt tussen U Ann en U Bert , kan punt M nooit op de
Paretogrens liggen.

Antwoord: B

Uitleg:
 A: is fout, want dit beschrijft enkel het individuele optimum voor Bert, en niet hoe dit zich
verhoudt tot het individuele optimum van Ann en dus evenmin een eventueel onevenwicht op de
markt en eventuele ruilmogelijkheden;
 B: inderdaad, want het evenwicht zal in elk geval in het lensvormig gebied liggen, en de prijslijn
in het evenwicht moet blijven door het punt  gaan; dus kan ze enkel steiler zijn. D.w.z. dat X
relatief duurder en Y relatief goedkoper zal zijn;
 C: neen, op de Paretogrens moeten IC’s elkaar raken en in  snijden ze elkaar;
 D: neen juist omgekeerd, de punten op de Paretogrens (die kunnen bereikt worden vanuit  )
zullen net allemaal binnen het lensvormig gebied liggen. Waarmee we natuurlijk niet zeggen, dat
punt M zeker op de Paretogrens ligt. Maar het kan er eventueel op liggen, en dus is D fout.




D0N89 Publieke Financiën – Prof. A. Decoster Voorbeeldexamen december 2023- OPLOSSING

,D0N89 Publieke Financiën Prof. A. Decoster – Voorbeeld examen – december 2023 - OPLOSSING 3
2. In het artikel van Rana Foroohar uit de Financial Times, over trading apps als Robinhood, kan
je volgend fragment lezen. Is dit een illustratie dat, in deze situatie, de voorwaarden van de
geldigheid van het eerste welvaartstheorema niet voldaan zijn?
“We have no idea of the true value of the personal data that is sold by platform giants like
Facebook to advertisers as the hidden charge for the supposedly “free” services we enjoy
online. In the same way, the users of Robinhood have no idea that the reason they and their
fellow retail bros can trade “free” online is that their order flows are being shared with
bigger, richer fish. They are, meanwhile, being induced to trade as much as possible, as fast
as possible, via digital nudges designed by behavioral scientists whose job it is to create the
most addictive interfaces. ”
A) Ja, want Robinhood gebruikt asymmetrische informatie.
B) Ja, want elke gebruiker van de gratis app Robinhood heeft marktmacht die de prijzen van
aandelen kan beïnvloeden.
C) Ja, want gebruikers van Robinhood die aandelen aankopen via Robinhood veroorzaken een
externaliteit voor andere mensen die aandelen willen kopen.
D) Nee, in deze situatie is aan de voorwaarden van het eerste welvaartstheorema wél voldaan.


Antwoord: A

Uitleg:
 A: is inderdaad juist; de gebruikers van Facebook kennen de marktwaarde niet van hun
persoonlijke info die ze doorgeven, en die asymmetrische informatie geeft Facebook marktmacht;
dus zijn de voorwaarden voor perfecte mededinging – die deze zijn waaronder het eerste
welvaartstheorema opgaat - niet voldaan;
 B: een individuele gebruiker heeft net geen marktmacht want ze zijn met miljoenen;
 C: er is hier geen sprake van externaliteiten;
 D: fout, zie het argument gegeven onder A.




D0N89 Publieke Financiën – Prof. A. Decoster Voorbeeldexamen december 2023- OPLOSSING

, D0N89 Publieke Financiën Prof. A. Decoster – Voorbeeld examen – december 2023 - OPLOSSING 4
3. Welke uitspraak is juist?
A) Er is geen vraag naar een zuiver publiek goed omdat de marginale kosten om een extra eenheid
van het goed te produceren gelijk zijn aan nul.
B) Aangezien consumenten zich gedragen als vrijbuiters bij een zuiver publiek goed, spelen de
voorkeuren van de burgers geen enkele rol bij het bepalen van de optimale hoeveelheid van het
publiek goed.
C) De Samuelson-regel karakteriseert de optimale hoeveelheid van een zuiver publiek goed als deze
hoeveelheid waarbij de marginale resourcekost voor een extra eenheid van het goed gelijk is aan
de som van de marginale bereidheden tot betalen van alle consumenten
D) De Samuelson-regel voor de optimale hoeveelheid van een zuiver publiek goed stelt dat,
aangezien iedereen dezelfde hoeveelheid van het goed consumeert, iedereen ook evenveel moet
betalen.

Antwoord: C

Uitleg:
 A: de marginale kosten zijn niet gelijk aan nul (denk aan de kost voor een extra rechter, een extra
gevechtsvliegtuig, ...)
 B: toch wel, de Samuelson-regel is net gebaseerd op de marginale bereidheden tot betalen voor
het publiek goed door de burgers;
 C: inderdaad, dit is de omschrijving van de Samuelsonregel;
 D: neen, de Samuelsonregel zegt daar niets over, die karakteriseert enkel de optimale hoeveelheid
van het publiek goed. Hoe ervoor moet betaald worden is een andere vraag (of probleem).




D0N89 Publieke Financiën – Prof. A. Decoster Voorbeeldexamen december 2023- OPLOSSING

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ElleWoods2709. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.44. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

81298 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.44
  • (1)
  Add to cart