100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting: Metabolisme en Voedingspatronen $5.04   Add to cart

Summary

Samenvatting: Metabolisme en Voedingspatronen

 389 views  3 purchases
  • Course
  • Institution

Het document bevat 60 pagina's. Het is een uitgebreide samenvatting, maar hierin zijn ook hoorcollege's meegenomen. Ook is de Understanding Nutrition stof hierbij opgenomen.

Preview 3 out of 60  pages

  • August 19, 2013
  • 60
  • 2012/2013
  • Summary
avatar-seller
Samenvatting Metabolisme en Voedingspatronen
Energie
Vier verschillende vormen van energie:
- ATP, ADP, AMP (celniveau)
- Kreatine fosfaat

Anaerobe verbranding 2 ATP
Hierbij wordt glucose of glycogeen afgebroken tot melkzuur en ATP. Bij dit proces ontstaat er
melkzuur, omdat er onvoldoende zuurstof beschikbaar is. Anaerobe verbranding levert slechts
gedurende circa 2-3 minuten energie. Bij anaerobe verbranding kan de citroenzuurcyclus niet
draaien.
- Glucose → pyruvaat → lactaat (katabolisme)
o Bij voldoende O2 weer terugvorming glucose uit lactaat (anabolisme) in de lever

Aerobe verbranding 32 ATP
Dit is verbranding met behulp van zuurstof. Hierbij worden koolhydraten, vetzuren of eiwitten
afgebroken tot kooldioxide, water en ATP.

Volgorde van gebruik:
1. ATP: 2-3 sec
2. Kreatine fosfaat: < 10 sec
3. Anaerobe glycolyse/melkzuursysteem: 1-2 minuten
4. Aerobe energiesysteem (glucose + vet)

‘Man met de hamer’
Dit gebeurt als de glycogeen voorraad in de spieren is uitgeput. Er wordt dan overgeschakeld op
vetverbranding want meer zuurstof kost. Bloedsuiker gaat omlaag door gebrek aan glucose.

Bij langdurige lage intensiteit → relatief meer vetverbranding
Bij korte intensieve inspanning → anaerobe verbranding. Dit houdt in dat de beperkte
glycogeenvoorraad in lever en spieren wordt afgebroken.

Energetische waarde van nutriënten
- 1 gram eiwit 17 kJ 4 kcal
- 1 gram koolhydraten 17 kJ 4 kcal
- 1 gram voedingsvezel 8 kJ 2 kcal
- 1 gram vet 37 kJ 9 kcal
- 1 gram alcohol 29 kJ 7 kcal

Energiebalans
Energiebalans is in evenwicht als het BMI ligt tussen de 18,5 en 24,9.
Bij een positieve energiebalans:
Een van de eerste gevolgen van gewichtstoename is insulineresistentie, waarbij de normale werking
van insuline is verstoord. Insulineresistentie speelt een sleutelrol bij de ontwikkeling van het
zogenoemde metabool syndroom. Dit syndroom kenmerkt zich door verscheidene onderling
samenhangende afwijkingen zoals insulineresistentie, dislipidemie (stoornissen in de
vetstofwisseling) en hoge bloeddruk. Deze afwijkingen liggen weer ten grondslag aan de ontwikkeling
van diabetes mellitus type 2 en de complicaties daarvan zoals hart- en vaatziekten.

,Factoren die van invloed zijn op de energiebalans:
- Lichamelijke activiteit: ten minste vijf - maar bij voorkeur op alle - dagen van de week
minstens een half uur matig inspannende activiteiten te verrichten. (4-6,5 MET). Volgens
‘Overgewicht en obesitas’ is dagelijks een uur matig inspannende lichamelijke activiteit
nodig.
- Energieleverende voedingsstoffen:
o Discretionaire energie: Deze hoeveelheid vrij te kiezen energie. De hoeveelheid
discretionaire energie neemt toe naarmate de lichamelijke activiteit – en daarmee de
energiebehoefte – toeneemt.

Honger
Fysiologische reactie op een behoefte aan voedsel veroorzaakt door zenuwsignalen en chemische
boodschappers vanuit en in de hypothalamus.

Verzadiging
Als receptoren in de maag en hormonen zoals cholecystokinine actief worden, begint de persoon vol
te zitten. Verzadiging treedt op en de persoon stopt met eten.

Verzadigdheid
Na een maaltijd, blijft het gevoel van verzadiging honger onderdrukken en zorgt het ervoor dat een
persoon niet meer hoeft te eten tot de volgende maaltijd.

Vertering, absorptie en transport
Spijsvertering
Stofwisseling: bloed/cellen
Vertering: mond t/m darmwand
1. Inname
2. Vertering
3. Absorptie
4. Eliminatie/uitscheiding
- De vertering van vet en eiwitten duurt langer dan die van koolhydraten. CCK zorgt ervoor dat
het proces slomer gaat, zodat de vertering helemaal verloopt.
De binnenkant van het spijsverteringskanaal bestaat ‘lumen’.

- Mond
o Kleiner maken van het voedsel
o Vermengen met speeksel
o Proeven
o Koolhydraten
- Keelholte (farynx)
o Luchtpijp wordt afgesloten door strotklep
o De huig sluit de neusholte af
- Slokdarm (oesofagus)
o Heeft 2 sluitspieren
o Onderste voorkomt teruggaan van het voedsel vanuit de maag
- Maag (ventriculus, gaster)
o Bewaart het voedsel
o pH ligt tussen de 1,5 en 1,7. Als het voedsel de maag binnenkomt, laten cellen in de
maagwand gastrine vrij. Dit stimuleert de productie van HCL. Als de pH van 1,5 is
bereikt, stopt het uitscheiden van gastrine en dus van HCL.
o Eiwitten

, - Maagsluitspier
o Als er voedsel door de maagsluitspier komt, wordt het gebied erachter zuur → de
spier sluit. Vervolgens wordt het voedsel geneutraliseerd door bicarbonaat uit de
alvleesklier (gestimuleerd door secretine) → spier opent en laat opnieuw voedsel
binnen. Het is belangrijk dat het voedsel wordt geneutraliseerd, omdat de dunne
darm minder slijm als bescherming heeft tegen het zuur.
- Dunne darm
o Absorptie en vertering
o Galbuis vervoert gal vanuit de alvleesklier en de galblaas
o 1e deel: duodenum (12-vingerige darm)
o 2e deel: jejunum (nuchtere darm)
o 3e deel ileum (kronkeldarm)
o Koolhydraten, eiwitten en vetten
- Dikke darm (colon)
o Ileocecal = klep van bauhin
o Opening naar blinde darm
o Endeldarm → anus (rectrum)
o Terugresorptie van water en mineralen
- Endeldarm

De spieren in het spijsverteringsstelsel maken peristaltische bewegingen. De maag heeft de sterkste
spieren en de dikste wand. Het heeft behalve ringvormige-, en lengtespieren ook nog diagonale
spieren. Hierdoor worden water en vet goed gemengd.
Segmentatie: gelijktijdige contracties van vlak bij elkaar gelegen stukken (ringvormige spieren) 
voedselbrij wordt niet voortbewogen, maar goed gekneed en gemengd met verteringsenzymen.

Koolhydraten, vetten en eiwitten worden uiteindelijk verbrand tot koolstofdioxide en water. De
aminogroepen kunnen niet worden verbrand, deze worden omgezet in ureum → urine

Rotting: anaerobe afbraak van eiwitten, hierbij ontstaan ammoniak en waterstofsulfide
Gisting: anaerobe afbraak van koolhydraten, hierbij ontstaat melkzuur

Enzymen:
- ….ase
- Altijd eiwitten
- Komt onveranderd uit de reactie
- Versnellen de reactie
- Specifiek
- Activiteit afhankelijk van pH en temperatuur
- Bevorderen hydrolyse: onder toevoeging van water, kleinere stukken maken

Enzymen in:
- Speekselklieren
o Speeksel beschermt de binnenkant van de mond, slokdarm en maag
o Amylase: vertering koolhydraten
- Maagsap
o De speekselenzymen worden onwerkzaam → koolhydraatvertering stopt
o HCL: vertering eiwitten, voorkomt groei van bacteriën en activeert pepsine.
o Pepsine: vertering eiwitten
o Maagsap kan de maagwand aantasten, daarom produceert de maag slijm
- Alvleeskliersap
o Vertering van alle 3 de nutriënten

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Romyvossen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.04. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

85443 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.04  3x  sold
  • (0)
  Add to cart