100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting MODELS Literatuur College 9 Depressie en diabetes $3.21
Add to cart

Exam (elaborations)

Samenvatting MODELS Literatuur College 9 Depressie en diabetes

 38 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Ik heb alle literatuur van models proberen samen te vatten en te vertalen in het Nederlands. De overgrote meerderheid vond de artikelen die opgegeven werden voor dit vak niet of moeizaam te volgen, en daarnaast zijn ze ook nog eens heel lang. Kortom: er gaat enorm veel tijd in zitten om ze te lezen...

[Show more]

Preview 2 out of 11  pages

  • August 3, 2018
  • 11
  • 2017/2018
  • Exam (elaborations)
  • Only questions
avatar-seller
COLLEGE 9 DEPRESSIE EN DIABETES


KORCZAK, D.J., PEREIRA, S.K., KOULAJIAN, A., MAEJCEK, A, & GIACCIA, A. (2011). TYPE I
DIABETES MELLITUS AND MAJOR DEPRESSIVE DISORDER: EVIDENCE FOR A BIOLOGICAL LINK.
DIABETOLOGIA, 54, 2483-2493

Prevalente Major depressieve stoornis jeugd met type 1: 20-27%. Prevalente depressie in jeugd zonder
diabetes: 5-8%. De kans op een depressie is dus 2-3 keer groter. De early-onset in combinate met diabetes is
geassocieerd met:
- Slechtere diabetes controle
- Verhoogde diabetes gerelateerde complicates
- Verhoogde frequente bezoek aan de eerste hulp en meer opnames in het ziekenhuis
- Grotere functonele beperking
- Verhoogde suïcidaliteit
- Hogere kosten gezondheidszorg
Huidige verklaring: indirecte relate tussen de ziekten waarbij de neurovegetateve (gebrek concentratee
slaapproblemene schulde vermoeidheid etc.) symptomen en negateve zelf-cognites van MDD leiden tot
therapieontrouw aan het insuline regime.
Huidige benaderingen: individuele en familietherapie; suboptmaal resultaat op diabetes controle.
Nieuwe verklaring: biologische parallellen gevonden in structurele hersenafwijkingene neurocogniteve
symptomen en neuro-endocrine dysfunctes voorkomend bij beide ziektes.
Doel artkel: bekijken huidige kennis over pathofysiologische basis van depressie en type 1 diabetes met als
doel de gedeelde kwetsbaarheden van de twee gebieden ophelderen om de prevalente van depressie bij de
jeugd met type 1 beter te begrijpen.

Immuno-inflmmlaoory flcaooen:
De meest prominente mediatoren op dit gebied zijn de rol van cytokines en oxidateve stress
Cytokines:
Diabetes: Type 1 ontstaat als resultaat van auto-immuun
destructe van insuline producerende bètacellen van de
eilandjes van Langerhans. De fase waarin leukocyten de
bètacellen beschadigen is al jaren voordat de diabetes
ontstaat (insulits fase). Cytokines zijn gerelateerd aan de
bètacel immuunrespons. Onderzoeken laten zien dat de
karakteristeken van type 1 verschillen afankelijk van de
leefijd van onset. Jong = meer plotselinge en extensieve
bètacel destructe  groter maar minder persistent
ontstekingsreacte in type 1 diabetes. Wat het efect
daarvan ise is niet duidelijk. Bijkomend bij de infammaton
door bètacel destructee zorgt de hyperglykemie voor
cytokineproducte. Patinten met een slecht
gecontroleerde diabetes hebben verhoogde cytokine
concentrates (IL-6e IL-10eIL-4e TNFα).
Depressie: Verhoogde immuun actviteit in depressie. Geschiedenis met depressie geassocieerd met 64%
verhoogde risico op verhoogde C-reacteve proteïne levels. Ook andere pro-infammatoire cytokines
gerapporteerd bij MDD (IL-6e IL-1e TNFαe INFα). IL-6e IL-1 en TNFα induceren vermoeidheide anorexiae
slaapverstoringen etc (=sickness behavior). Let op: vrijwel alle voorgaande resultaten gaan over volwassenen
en niet over de jeugd.

Oxidatieve stress:
Wordt als potenteel mechanisme onderliggende cellulaire dysfuncte in meerdere pathologische processen
gezien.
Mechanisme: overproducte reacteve oxygene (zuurstof) soorten (ROS) kunnen de antoxidant verdedigingen
overweldigen en resulteren in oxidateve schade; waaronder proteïne oxidatee lipide peroxidate en DNA

, schade wat kan leiden tot celdood. De bètacellen in de alvleesklier en de cellen van het centrale zenuwstelsel
zijn erg kwetsbaar hiervoor door de lage levels van antoxidant enzymactviteit.

Verhoogde markers van oxidateve stress in plasma en bijliggende cellen waaronder verminderde glutathion
peroxidase actviteit en verhoogde proteïne carbonyl en lipide peroxidate vergelijken met gezonde kinderen.
Verbeteren glykemische controle zorgt voor minder markers van oxidateve stresse dus hyperglykemie kan
oxidateve stress veroorzaken. Dit wordt ondersteunt door andere onderzoeken; kinderen die langer type 1
hebben zijn minder beschermd voor peroxidate en raten behandelt met streptozotocin (gif voor bètacellen)
laten markers zien voor oxidateve stress.
Depressie: Correlates tussen hevigheid depressie en magnitude van superoxidedismutase (enzym dat
zuurstofradicalen in organismen 'opruimt')e hoe heviger hoe meer actviteit. Postmortem gevonden dat SOD
niveau verhoogd is in prefrontale cortex wat duidt op compensate voor oxidateve stress. Hypercortsolisme is
ook gelinkt aan verhoogde oxidatve stress; vaak bij depressie aanwezig.
Depressie en diabetes 1: De behandelde raten laten verhoogde levels van ROS zien en verlaagde antoxidante
reactviteit dan niet-diabetes raten bij een model van depressie. Beide ROS en antoxidant verbeteren naar
niet-diabetes levels bij geven een antdepressief medicijn.
DUS: oxidateve stress de sleutel naar pathofysiologie bij type 1 met depressie.

Endocoinologische flcaooen:
Directe link tussen type 1 en MDD duidelijk door de kenmerken van diabetes: abnormaliteiten in insulinee
glucoese insuline defciintee hyperglykemie en iatrogene hypoglykemie.

Insuline defiiintie en insuline-geennduieerde hypoelykemie:
De rol van insuline in cogniteve en emotonele processen
wordt steeds meer erkent. Zo bleek bij raten insuline binding
in het brein het meest in gebieden met cogniteve en
emotonele functes te zijn. Ook blijkt systemisch of nasaal
inbrengen van insuline leren en geheugen te verbeteren en
denkt men aan behandeling van alzheimer hiermee.
Depressie: Te weinig insuline leidt tot symptomen van
depressie. De producte van serotonine is afankelijk van de
beschikbaarheid en transport van aminozuur voorloper:
aorypaoflln. Deze concurreert in het plasma met andere
aminozuren (o.a. BCAA) voor transport langs de bloedbrein
barrière. In gezonde mensen verlaagt insuline de concentrate
van BCAA door remming insuline van eiwitafraak. Patinten
met type 1 laten verhoogde BCAA zien en verminderde serotonine systeemfuncte.
Diabetes: Maar te veel insuline in type 1 behandeling leidt tot hypoglykemie wat geassocieerd wordt met
neurocogniteve schade veelal bij early onset diabetes en MDDe al spreken onderzoeken elkaar tegen. Dit kan
door twee dingen komen:
- Een early onset is al geassocieerd met slechter aandachte schoolprestatee geheugene moeilijkheden
met leren.
- Voor de tegensprekende onderzoeken kan het zijn dat mensen met veel hypo’s minder (lange) hyper’s
(en daardoor een betere algemene diabetes controle) hebben wat compenseeert voor cogniteve
schade.

Hyperaitiviteit van de HPA-gas:
Een link tussen type 1 en MDD is basale hyperactviteit van de HPA-as.
Diabetes: Diabetes is geassocieerd met een hypercortsolemie staat. De ACTH controle is verstoord en de
directe simulate van cortcotropine-releasing hormonen leidt tot hyperactvate van de HPA.
Depressie: In depressieve staat zijn functonele abnormaliteitene in het plasma verhoogde cortsol
concentratese vergrote adrenale cortex en verhoogde concentrates cortsol in het cerebrospinale vloeistof.
Verder blijkt door Cushing’s syndroom (hypercortsol) dat er een link is tussen verhoogd cortsol en MDD:
syndroom geassocieerd met symptomen lijkend op depressiee ook hogere incidente MDD. Dit wordt
behandeld door de hypercortsol te behandelen.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller MPstudent. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.21
  • (0)
Add to cart
Added