Inleiding op filosofie
Allegorie van Plato
Allegorie = een verhaal dat symbool staat voor iets anders
= Mensen gevangen in grot, kunnen niet bewegen – vastgeroest
op wand zien ze schaduwen van wat achter hen gebeurt + horen echoën
1 gevangenge wordt bevrijd ziet de echte werkelijkheid
wil andere gevangen overtuigen van de echte werkelijkheid, ontkennen dat
Wereld van zintuigen ≠ echte wereld
Filosofie vanuit verwondering (=ervaring betekenisverlies)
passief : onwillig (bv: gevangene die met dwang de grot uitgestuurd werd)
actief : zelf zoekend (bv: ‘Wat is de werkelijkheid?’)
Filosofie vanuit betekenisverlies
- Heeft alles zin?
+ Op andere manier naar wereld kijken
Dramatisch : effect op je leven
Productief : er kunst over maken
Intellectueel : dingen in vraag stellen
Fundament van filosofie : filosofische reflectie, dingen in vraag stellen
Filosofie heeft het over het object -> gaat fundamenteler te werk
Wat is realiteit?
- Zien we niet, maar is er wel (economisch, taal, politiek, …)
= symbolische orde wereld vooraf georganiseerd
Bij betekenisverlies (scheuren structuren) zien we het
- Voorwerp v verwondering = alles
- Wereld is vooraf geordende structuur
- ‘Tweede natuur’ wordt het voorwerp van kritische reflectie
- “Waarom?” “daarom!” vs. de blik van het kind
Filosofie vs ideologie
Filosofie = wetenschap
= theorie met mogelijkheid tot aanpassing (dmv argumenten)
Ideologie = dogma’s, = onveranderlijk, geen tegenspraak
Antwoorden in filosofie : historische context
= uitdrukking van tijdsgeest
alles is historisch, ben je zelf ook
Vb. Romeo en Julia
Tijd A, betekenis X
Tijd B, betekenis Y
wij staan zelf ook in geschiedenis, ons wereldbeeld bepaalt onze interpretatie
Wereldbeelden ≠ zelf bedacht worden erin geboren
, filosofie = wetenschap
-argumentatie : niet puur verwondering, ook argumenteren
-technisch vocabularium : taal v filosofie aanleren
-stelling poneren : ook verdedigen
verwondering blijft in het spel
-filosofie stelt zich open
-ruimte voor kritiek en vragen
vs. ideologie
-definitieve zekerheden : die het bestaan ordenen (status quo)
-conservatief
‘verfijning’ : vooruitgang in filosofie : ja ; slavernij, vrouwenrechten, …
nee: planeet, natuur, …
Historiciteit v/d filosofie
spatio-temporele context (plaats & ruimte)
vragen en antwoorden veranderen voortdurend (tijdsgeest)
filosofie is wezenlijk historisch
Hegel: “Die Philosophie ist ihre Zeit in Gedanken erfasst.”
ook de interpretatie is historisch bepaald
historisch object én subject (wij)
geen objectieve maatstaf : want wij dragen bij aan interpretatie
Wereldbeelden
bestaanshorizon waarin we zijn ‘geworpen’
voor ons gekozen
slechts gedeeltelijk expliciteerbaar bv: mijn wereldbeeld : vrouwen = gelijk, ik kan ertegen
zijn
veranderlijk:
revoluties bv: val van romeinse rijk
avant-garde : wat je pas nadien kan zeggen, wat vooruit is op zijn tijd
breuken
wijsbegeerte vs. wereldbeeld
conservatief-legitimerend
kritisch-progressief
Mythos Logos
6de eeuw : verhaal rede
Mythos = verhaal
Logos = redelijkheid, het objectieve, rationaliteit
Mythes : over grondleggende gebeurtenissen
≠ kritisch
normatief + legitimerend
heeft normen zijn identiteit bewijzen
- waarom dingen zo moeten zijn
Cultuurschok 6de eeuw :
Handel + contact met andere volkeren andere ideeën over goden
Relativering van eigen posities (goden leken op mensen) kritiek
,Antropomorfisme : kenmerken van mensen geven aan niet-menselijke wezens
Mythologie = logos in mythes ; bijv. stamboom van goden
Grieken :
- Natuurgodsdienst : natuur wordt geanimeerd (relatie tussen goden en natuur)
Uiteenhalen van deze 2: God wordt antropomorf : natuur wordt attribuut
bijv. Poseidon: god van water
Goden = 1 familie verdwijnen uit natuur = desacralisering van de natuur
Wordt er anders naar natuur gekeken, theoria (=theoretische activiteit v wetenschapper)
vanop afstand natuurfilosofie weten omwille van het weten
=== >>> Griekse wonder !
Filosofie als Natuurfilosofie
- Gedesacraliseerde natuur als phusis
= kosmos (gaat ervan uit dat natuur schoon is)
- Natuur = organisme dat groeit uit zichzelf
- Natuur = kosmos, logische, mooie ordening
- Ordening = rationeel = logos
- Rationeel over natuur nadenken oerstof, materialisme
Arché = een materiële principe waartoe de werkelijkheid herleid kan worden
(opzoek naar oerstof)
Bv: Anaximander -> het onbegrensde (in grieks = apeiron) maakt de wereld en vernietigt en
maakt weer en …
Apeiron is iets materieel, is kwalitatief onbepaald, is
het oerelement waardoor water, lucht, vuur en, aarde bestaat
Filosofie
NATUURFILOSOFEN
= materialistisch : op zoek naar materiële oerstof
, Realisme = De manier waarop ik denk & de manier waarop de werkelijkheid is, is parallel (adhv
logos = logos -> verwante rationaliteit)
Idealisme = De manier waarop wij denken is niet parallel met hoe de werkelijkheid is
HERACLITUS : 6DE EEUW V.C
‘De duistere’ Hij was zeer beknopt, raadselachtig in zijn schrijven
Somberheid
125 fragmenten van Heraclitus = AFORISMEN : beperkte, kernachtige spreuken
(bv: oorlog is de vader van alles)
- Filosofie van het worden :
Geen filosofie van de chaos => er is een vaste formule, een logos
- werkelijkheid via ZINTUIGEN
voortdurend in beweging : permanente flux (alles vloeit, niets blijft)
het resultaat van voortdurende conflicten tussen tegengestelden
(oorlog (strijd) is de vader van alles)
conflict = constitutief (= wat de grond mogelijk maakt)
oerstof (arché) = vuur : + / - : warmte / doden
Ordening = kosmos (schoonheid) : is eeuwig en zal eeuwig zijn
logos = eenheid van tegengestelden (dag/nacht, warm/koud, opbouw boog, …)
1: complementariteit : het één kan niet zonder het andere
(Wat is dag zonder nacht? Warmte zonder koude, …)
2: in overgang : constante verandering van het ene uiterste naar het andere
(warme koffie wordt koud, baby wordt volwassenen, …)
3: vanuit particuliere perspectieven lijken sommige zaken zelfs uit het tegengestelde te
bestaan
(als je zeewater drinkt, gaat u dood -> vissen wel / vuur nodig
om te overleven, ook gevaarlijk,. …)
Alles wat substantief is mag uit onze taal verwijderen : die suggereren identiteit (de
stoel, …) alles verandert, er is geen identiteit
PARMENIDES : 6DE EEUW V.C
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller stenepaal. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.57. You're not tied to anything after your purchase.