- Persoonlijkheidspsychologie= individuele verschillen in identiteit,
persoonlijkheidstrekken als onderdeel van identiteit.
- Ontwikkelingspsychologie= individuele mijlpalen in identiteitsontwikkeling
Kleuter autobiografisch geheugen (herinneringen)
Vroege adolescentie persoonlijke fabel (goede dingen over jezelf, uit het niets)
Latere adolescentie narratieve identiteit (realistisch beeld van jezelf, meer context,
verhaal vertellen over hoe dingen zijn verandert).
Twee processen van identiteit (marcia):
1. De mens trekt bestaande opvattingen in twijfel en experimenteert met alternatieve
identiteiten en rollen= exploratie.
2. Na deze fase van exploratie identificeert het individu zich met een bepaalde identiteit
en begint in de bijbehorende rollen en taken te investeren= commitment
- Geen exploratie en commitment diffusion (je weet nog niet wat je wilt en hebt ook
geen energie eraan besteed om het wel te weten)
- Geen exploratie, wel commitment foreclosure (je neem van anderen iets aan maar
je hebt zelf nog niet ernaar gekeken)
- Wel exploratie, geen commitment Moratorium (je probeert veel maar legt niks
vast)
- Wel exploratie en commitment achievement (je hebt dingen geprobeerd en daarna
kies je)
Twee identiteitscycli (luyckx):
Formatie verbindingen= breedte exploratie + formatie van bindingen
Evaluatie van bindingen= diepte exploratie + identificatie met bindingen
Interactie tussen 2 cycli je kan van links naar rechts en andersom.
- Functieleer= autobiografisch geheugen: herinneringen
Semantische conceptuele geheugen: dingen die je van jezelf weet
Episodisch geheugen: evenement specifieke kennis over ervaringen in het verleden
Episodisch geheugen neemt af en semantisch neemt toe met leeftijd
- Klinische psychologie=
Erikson: identiteit vs role confusion
Fidelity= intern Kompas, “being able to commit oneself to others on the basis of accepting
others, even when there may be ideological differences”.
3 manieren hoe identiteit verstoord kan zijn binnen KP=
1. Ego-inflatie: Grootheidswaan, narcistische persoonlijkheidsstoornis
, 2. Instabiliteit: borderline persoonlijkheidsstoornissen
3. Dissociatie: psychogene fugue= na een gebeurtenis amnesie en vluchten,
dissociatieve identiteitsstoornissen
- Sociale psychologie=
Sociale identiteit theorie: identificatie met groepen inclusie, gevoel van richting, zelf-
waarde en identiteit.
Sociale categorisatie sociale identificatie sociale vergelijking
Stereotype thread: sociale categorisaties worden getriggerd. Mensen gaan zich gedragen na
stereotypen.
Intersectionaliteit: verschillende vormen/levels van sociale categorisatie/identiteit en
benadering interacteren met elkaar.
COLLEGE 2
Lagen van persoonlijkheid:
1. Trekken= woorden om een persoon mee te beschrijven, persoonlijkheidstrekken,
OCEAN/big 5, hexaco= big 5 + honesty humidity (eerlijk, bescheiden)
Oude sappen leer= biologische systemen (organen en sappen) zijn actiever in sommige
mensen.
EYSENCK opstijgend reticulair activeringssysteem reguleert sensorische input naar de
hersenen. Extraverten: chronisch onderprikkeld, wat prestaties beperkt extraverten gaan op
zoek naar stimulatie.
2. Motivaties= doelen, motieven, waarden en interesses, more specific motivational,
social cognitive and developmental variables that are contextualized in time,
situations, and social rules.
RIASEC model (john holland):
Realistic, investigative, artistic, social, enterprising, conventional
Motieven big three: affiliate, prestratie, macht
3. Levensverhalen= ontwikkeling, internalized and evolving life stories that reconstruct
the past and imagine the future to provide a person’s life with identity
Monodisciplinariteit bestaat niet In de psychologie
Waarom interdisciplinair:
1. Meer verdieping specialisatie
2. Maatschappelijke problemen begrijpen
Maatschappelijke problemen moeten geanalyseerd worden op het niveau van:
- Het brein
- Psychologische ervaring
- Sociale interacties
- Instituties
,Specialisten op ieder gebied en samenwerking nodig
Problemen taalbarrière, andere concept definiëren, andere methoden, andere
operationalisatie van constructen
Artikel:
Crisis? Omdat we allemaal te gespecialiseerd zijn waardoor we allemaal als losse cellen
bezig zijn.
Psychologie is gefragmenteerd psychologen die kwalitatieve onderzoeken doen kunnen
niet meer praten met psychologen die MRI’s doen.
Meer kennis van wetenschap versimpelt niet de werkelijkheid.
Hoe meer we weten, hoe complexer de werkelijkheid wordt.
Geen fragmentatie maar differentiatie.
Grand unifying theory (theory of everything): theorie waar je verschillende aspecten
(hersenactiviteit en kwalitatieve interviews) van psychologie samenbrengt een illusie is. Ze
kunnen ook naast elkaar bestaan. (Appels en hamers verschillen zoveel van elkaar dat je ze
niet op dezelfde manier kan bestuderen).
3 reacties:
1. Depressie x
2. Alle hoop vestigen op een grootse verenigende oplossing die alles zou oplossen x
3. Samenwerking ✔️
Probleem te complex uit 1 discipline diversified data collection.
Probleem miscommunicatie tussen disciplines nodal concepts om common ground te
vinden.
Probleem tijd en geld instituties
Paradoxale combinatie van differentiatie en integratie
COLLEGE 3
Problemen hebben 3 niveaus van verklaringen:
1. Biologisch
2. Psychologisch
3. Sociaal
Interdisciplinair theoretisch: het volledig doorgronden van fenomenen,
Praktisch: interventies op verschillende niveaus
- Verklaringen op biologisch niveaus zijn niet beter.
- Compleet reduceren naar biologische processen is niet mogelijk.
Sociale neurowetenschappen: bouwen van bruggen tussen het biologische,
psychologische en sociale niveau.
Lichaam en geest zijn een.
Biologische processen zeggen ook iets over (sociale) psychologie
Centrale zenuwstelsel: ruggenmerg + hersenen
Perifere zenuwstelsel: organen
Anderen uitdagingen
- Reversed inference lastig om valide inferenties te maken
- Spraakverwarring verschillende definities
- Expert zijn op verschillende gebieden
- Methodologische uitdagingen niet alles kan in lab
Pro’s in lab controlled environment, easy to set up.
Con’s in lapattracts a specific sample, time consuming to recruit participants, low external
validity.
Lowlands onderzoek jongens lieten voor het onderzoek een progressief ideaal zien
maar tijdens het onderzoek bleek dat hun fysiologische test meer conservatief leek.
Measuring heart rate remotely rPPG= remote photo-plethysmography, innovative
method to capture heart rate via webcam recoding through skin tone.
Mensen hadden aangegeven dat ze het negatief vonden als de maatschappij hetzelfde bleef en
positief als die veranderde.
Mensen die praatte over hun eigen acties/doelen die een filmpje hebben gezien waarin de
maatschappij verandert en steeds gelijker wordt, hadden een lage hartslag+ betrokkenheid.
Mensen die praatte over hun eigen acties/doelen die een filmpje hebben gezien waarin de
maatschappij hetzelfde blijft, hebben een hoge hartslag en betrokkenheid ze dachten meer
na over hoe hun acties verandering kunnen inzetten.
Sociale uitsluiting dezelfde hersengebieden werden geactiveerd als bij fysieke pijn.
Stereotypering shooter bias: heeft de persoon (zwart of wit mens) een wapen, zo ja, schiet
je de persoon neer. Een zwart persoon zonder wapen wordt vaak toch neergeschoten.
Error-related negativity: een piek in hersenactiviteit na het maken van een fout. Deze piek
was hoger bij het neerschieten van een zwart mens dat geen wapen had dan een wit mens.
Stereotype threat een situatie waarover een stereotype geldt laat het stereotype ook sneller
tot uiting komen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evahaanen2003. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.39. You're not tied to anything after your purchase.