Het mededingingsrecht
Omvat regels die zich richten tot ondernemingen in het kader van realisatie van een interne
Europese markt. Het doel is een perfecte markt: veel aanbieders van goederen/diensten en
de toetreding voor nieuwe aanbieders moet gemakkelijk zijn. Streven naar een level playing
field (ondernemingen hebben de vrijheid om onbelemmerd mee te doen in spel van
vraag/aanbod op een gelijk speelveld)
Soorten marktstructuren
Monopolistische marktstructuur: er is één monopolist. Een onderneming
die als enige een bepaald product of dienst aanbiedt op een afgebakende
geografische markt zonder concurrentie.
Duopolistische marktstructuur: er zijn twee aanbieders.
Oligopolistische marktstructuur: er is een gering aantal grote aanbieders
en er zijn omstandigheden waardoor het voor nieuwe ondernemingen niet
eenvoudig is om deze markt te betreden.
Pluriforme marktstructuur: er zijn een groot aantal marktdeelnemers actief
(zowel vraag als aanbodzijde) en toetreden op de markt is relatief eenvoudig.
dit is de ideale situatie in het mededingingsrecht.
Drieluik van mededingingsregels dat zich richt tot ondernemingen:
1. Het kartelverbod art. 101 VWEU
Dit is het verbod op restrictieve afspraken en praktijken om andere ondernemingen uit te
sluiten.
2. Het verbod op het maken van misbruik van een machtspositie art. 102 VWEU
3. De concentratiecontrole
Toepassingsbereik mededingingsrecht
Als er sprake is van een ‘onderneming’ dan gaat het mededingingsrecht ook werken.
Onderneming is elke eenheid die een economische activiteit uitoefent ongeacht haar
rechtsvorm of wijze van financiering. Echt overheidshandelen: politie, uitkering sociale
zekerheid etc. vallen hier buiten.
Het kartelverbod art. 101 VWEU
Kartelverbod is het maken van afspraken met andere ondernemingen en je gedrag op die
afspraken aanpassen waardoor je als het ware een eigen markt maakt met deze
ondernemingen om andere ondernemingen uit te sluiten.
Vereisten art. 101 lid 1 VWEU:
Je kijkt eerst naar de minimis-regel: mededingingsbeperkende afspraken vallen alleen
onder het verbod van art. 101 lid 1 VWEU, wanneer: de afspraken een merkbare beperking
van de mededinging, dan wel een merkbare beïnvloeding van de handel tussen lidstaten
dienen op te leveren.
De commissie treedt niet op tegen beperkende overeenkomsten tussen concurrenten
(horizontale afspraken) met een gezamenlijk marktaandeel van minder dan 10%.
De Commissie treedt niet op bij afspraken tussen ondernemingen die niet met elkaar
concurreren (verticale overeenkomsten) wanneer het marktaandeel maximaal 15% is
voor elk van de deelnemende ondernemingen.
1. Het moet gaan om twee of meer economisch zelfstandige ondernemingen
Moeder-dochterconstructie wordt hier uitgesloten, is dan maar 1 onderneming. Er
dient wel gekeken te worden of er twee zelfstandige ondernemingen zijn of en
economische eenheid door functioneel te kijken wie er zeggenschap heeft etc. om te
bepalen of er een moeder-dochterconstructie is.
, Zaak C-882/19 Sumal:
Art. 101 VWEU moet zo worden uitgelegd dat het slachtoffer van een mededinging
verstorende gedraging zowel een schadevergoeding tegen moeder als
dochtermaatschappij kan indienen, wanneer: (i) zij samen één economische eenheid
vormen gezien hun economische, organisatorische en juridische banden en (ii) ten
tijde van de inbreuk een specifieke link bestond tussen de economische activiteit van
de dochter en het voorwerp van de inbreuk.
2. Tussen deze ondernemingen moeten afspraken zijn gemaakt.
Volgens art. 101 VWEU zijn er drie soorten afspraken:
1. Overeenkomsten
Het kan hier gaan om horizontale overeenkomsten: afspraken tussen concurrenten
onderling. Maar ook om verticale overeenkomsten: afspraken binnen de
distributieketen bijvoorbeeld afspraak met afnemers over bepaalde prijzen.
Zaak C-230/16 Coty
HvJ EU oordeelt dat de afspraken die twee ondernemingen in de
distributieketen niet strekt of het gevolg heeft om de mededinging te beperken,
vervalen of verhinderen, wanneer: (i) wederverkopers worden gekozen op
basis van objectief vastgestelde criteria (ii) wanneer deze criteria op potentiële
wederverkopers zonder discriminatie worden toegepast, (iii) wanneer het
behouden van de kwaliteit van een product dit distributienetwerk noodzakelijk
maakt en (iv) wanneer de vastgestelde criteria niet verder gaan dan
noodzakelijk.
Conclusie: een selectief distributiestelsel valt buiten het bereik van art. 101
VWEU, mits:
(i) wederverkopers worden gekozen o.g.v. objectieve criteria van kwalitatieve
aard die uniform worden vastgesteld voor alle potentiële wederverkopers en
zonder discriminatie worden toegepast.
(ii) de eigenschappen van het betrokken product maken een dergelijk
distributienetwerk noodzakelijk om de kwaliteit ervan te behouden en het goed
gebruik ervan te verzekeren.
(ii) de vastgestelde criteria gaat niet verder dan noodzakelijk
2. Besluiten van ondernemingsverzekeringen
Dit is het geval wanneer vakbonden afspraken maken die de mededinging verstoren
en hiermee in vaarwater van art. 101 VWEU komen, bijvoorbeeld afspraken wie
wel/niet mag laden en lossen in de haven. Hebben als doel werknemers te
beschermen, maar kunnen toch mededinging raken.
3. Onderling afgestemde feitelijke gedragingen
In Zaak C-8/08 T-Mobile wordt de definitie gegeven: onderling afgestemde feitelijke
gedragingen zijn een vorm van coördinatie, die zonder dat het tot een eigenlijke
overeenkomst komt, de risico’s van de mededinging welbewust vervangen door
feitelijke samenwerking.
3. Die ertoe strekken of tot gevolg hebben dat de mededinging binnen de interne markt
wordt verhinderd, beperkt of vervalst
Zie art. 101 lid 1 a t/m e hierin staan voorbeelden die strekken of tot gevolg hebben de
mededinging te beïnvloeden. Er zijn twee type mededingingsbeperkingen:
1. Doelbeperkingen (ertoe strekken..)
Hier hoeft daadwerkelijke effect van de gedraging op de markt niet te worden
aangetoond. Alleen de aard van de afspraak van partijen is van belang.
Doelbeperkingen: afspraken die de kern van de concurrentie tussen ondernemingen
beperken, zoals prijsafspraken, marktverdelingsafspraken.
2. Effectbeperkingen (ten gevolge hebben..)
Als er geen doelbeperking is dan moeten de economische effecten dmv
counterfeitelijk onderzoek worden onderzocht: Wat zou de situatie zijn geweest
zonder de als mededingingsbeperking aangemerkte afspraak?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jmschoon. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.42. You're not tied to anything after your purchase.