Abdomen 1 partim spijsverteringsorganen (UA_1033GENGE2)
Exam (elaborations)
Examenvragen volledig uitgewerkt abdomen 1
50 views 2 purchases
Course
Abdomen 1 partim spijsverteringsorganen (UA_1033GENGE2)
Institution
Universiteit Antwerpen (UA)
Dit document bevat alle vragen tot in de details uitgewerkt, opgemaakt met zowel lesnotities als de hele cursus. Als je dit kent, ken je het vak.
19/20 mee gehaald.
Abdomen 1 partim spijsverteringsorganen (UA_1033GENGE2)
All documents for this subject (16)
Seller
Follow
chianacappelle
Content preview
Academiejaar 2022-2023
ALGEMENE GASTROENTEROLOGIE
1. Leg de begrippen endocrien, paracrien en neurocrien uit aan de hand van
telkens 2voorbeelden uit de gastro-intestinale tractus.
Functies van de GI tractus worden geregeld door peptiden, afgeleiden van AZ en een veelheid
aan mediatoren afkomstig van zenuwen. Zij kunnen ingedeeld worden naargelang de wijze
waarop deze mediatoren aan het doelwit afgeleverd worden.
Zo heb je neurocrien (is via zenuwen, wordt rechtstreeks naar het effector orgaan gebracht en
moet enkel nog de synpatische spleet overbruggen). Je hebt endocrien (dit zijn hormonen die
worden aangemaakt in de GI tractus en dan via BV naar het effector orgaan vervoerd worden
om daar een effect uit te oefenen) en als laatste hebben we dan nog paracrien (zo wordt het
grootste deel van de GI tractus beïnvloedt. Dit zijn cellen die hormonen produceren en dan de
cellen in de buurt een stimulus kunnen geven).
Alle GI hormonen zijn peptiden.
A. De endocirien mediatoren = GI hormonen
Worden dus vrijgesteld vanuit de GI tractus en gaan dan via de algemene circulatie (BV)
naar het doelwitorgaan, deze zal specifieke receptoren hebben om de hormonen te
binden, hieruit zal dan een effect komen.
GI hormonen worden op basis van 3 families ingedeeld:
• Gastrine familie: gastrine en cholecystokinine
- Gastrine: wordt vrijgesteld door stimulatie van peptiden en AZ door neurale
reflexen. Het gaat inwerken op ECL cellen en pariëtale cellen → stimulatie
maagzuursecretie en mucosale groei! Kan geïnhibeerd worden door
somatostatine.
- Cholecystokinine: wordt vrijgesteld door stimulatie van vetzuren en sommige
AZ, gaat inwerken op de pancreas, maag en galblaas. Stimuleert
galblaascontractie en pancreasenzymsecretie. We krijgen een
verzadigingsgevoel wanneer CCK in actie is. Wordt soms ook als
neurotransmitter gebruikt.
• Secretine familie: secretine, gastric inhibitory peptide (GIP), glucagon like peptide 1
(GLP-1) en neurocriene mediator vaso-actieve intestinale peptide (VIP)
- Secretine: Vrijstelling wordt gestimuleerd door zuren in het duodenum en gaat
inwerken op de panreas en de maag. Het gaat de bicarbonaatsecretie stimuleren
(voor het bufferen van het maagzuur) en zal maaglediging en zuursecretie
inhiberen.
- GIP: Vrijstelling wordt gestimuleerd door glucose, vetzuren en AZ in de dunne
darm. Het GIP gaat inwerken op de Beta cellen van de pancreas (dit is het
endocriene gedeelte van de pancreas en zal de insuline aanmaken voor het
omzetten van glucose naar glycogeen en voor het sneller opnemen van glucose
met de GLUT transporters). Gaat dus de vrijstelling van insuline stimuleren.
Daarnaast zal die ook, zoals secretine, de maaglediging en de zuursecretie
inhiberen.
- GLP-1: Wordt gestimuleerd door een gemengde maaltijd opgenomen met
carbohydraten of vetten. Zal ook inspelen, zoals GIP, op de endocriene pancreas
1
, Academiejaar 2022-2023
en zal daarbij dus ook instaan voor de vrijstelling van insuline. Het GLP-1 zal de
vrijstelling van glucagon inhiberen (glucagon is de tegenhanger van insuline en
zullen we nodig hebben in periodes van vasten, dus niet na een maaltijd). Ook zal
het de maagfunctie verhinderen. Zal instaan voor het verzadigingsgevoel na een
maaltijd (net zoals CCK)
- VIP:
• De derde familie zijn peptiden die we niet kunnen onderbrengen in de andere 2
families. De belangrijkste hiervan is motiline.
- Motiline: Wordt vrijgesteld tijdens vasten om de 1,5 tot 2u en zal inspelen op het
spierweefsel van de maag en darmen, want het zorgt voor het migrating motor
complex (MMC). Het wordt geïnhibeerd na een maaltijd.
Gastrine en motiline zijn de enige 2 hormonen die rechtstreeks worden vrijgesteld door
neurale stimulatie.
We hebben ook nog kandidaat hormonen, dit zijn peptiden vrijgesteld vanuit de mucosa met
mogelijke GI effecten, maar het fysiologiscue mechanisme van de vrijstelling kent men niet.
Hormonen worden altijd vrijgesteld vanuit de mucosa, oiv neurale activiteit, distensie en
chemische stimulatie van de voedingsstoffen ingenomen tijdens een maaltijd.
Belangrijkste GI peptiden effecten:
• Water en elektrolyten huishouding
• Enzymsecreties
• Motiliteit
• Groei (mucosa)
• Vrijstelling van andere hormonen (2 hormonen kunnen elkaar positief of negatief
beïnvloeden)
• Intestinale absorptie
Een GI hormoon moet aan bepaalde voorwaarden voldoen:
• Een fysiologisch gebeuren (bv maaltijd) geeft een stimulus in een bep deel van de GI
tractus. Dit kan dan een ander deel beïnvloeden.
• Effect moet blijven bestaan wanneer alle connecties tussen de 2 segmenten zijn
doorbroken.
• Er moet een chemische substantie geïsoleerd worden en dit kan in de bloedbaan
terecht komen en moet dan later de mogelijkheid hebben om het effect van de
stimulus te kunnen nabootsen.
• De substantie moet chemisch geïdentificeerd zijn.
B. Paracrien
Vrijgesteld vanuit endocriene cellen, hun diffusie is beperkt en hun effecten ook. Beïnvloeden het
grootste deel van de GI tractus.
• Somatostatine: Gaat inwerken op de pariëtale cellen van de maag en zal hier de
loslating van gastrine en maagzuursecretie inhiberen. Somatostatine kan alle
effecten van GI inhiberen.
• Histamine: wordt geproduceerd door de enterochromaffiene cellen (door
decarboxylatie van histidine), deze vrijstelling gebeurt ouiv gastrine en stimuleert de
maagzuursecretie.
2
, Academiejaar 2022-2023
C. Neurocrien
Zitten in zenuwen en worden rechtstreeks naar de plek gebracht waar ze moeten zijn, ze moeten enkel
nog de synaptische spleet overbruggen. Ze stimuleren of inhiberen de vrijstelling van paracriene en
endocriene hormonen. Zitten zowel in de hersenen als in de mucosa.
• Substance P: stimuleert motiliteit en galblaascontractie
3 belangrijke peptiden, hebben een fysiologische werking als neurocriene mediator:
• VIP: relaxatie GSW (zowel BV als GI tractus)
• GRP (gastrine releasing peptide, bombesine): vrijstelling gastrine uit de antrale G-cel.
Wordt vrijgesteld na vagale stimulatie of door eiwitafbraakproducten.
• Enkefalines (met-enkefaline en leu-enkefaline): werken in op de opiaatreceptoren
van het GSW, zorgen voor contractie (<-> VIP). Geven contractie van de onderste
slokdarmsfincter, pylorus, ileocaecale sfincter). Ze zouden ook tussenkomen in de
peristaltische reflex en inhiberen de intestinale secretie.
Neurocrien, endocrien en paracrien regelen samen de basale contractiele activiteit, zodat de fasische
contracties kunnen plaatsvinden en de tonus van de tonische kan worden aangehouden, of net
verminderen.
3
, Academiejaar 2022-2023
2. Beschrijf hoe algemeen de gastro-intestinale tractus bezenuwd wordt.
DE GI tractus wordt geïnnerveerd door het autonoom ZS (onbewust). Dit is onderverdeeld in een
extrinsiek en een intrinsiek (=enterisch) ZS. Via het extrinsieke ZS staat het in verband met het CZS =
brain – gut axis! De ingang (bovenste slokdarmsfincter) en de uitgang (externe anale sfincter) staan wel
onderhevig aan onze wil, dus is dwarsgestreept spierweefsel. Bovenaan wordt de motorische
bezenuwing gedaan door de n. hypoglossus (XII) en de sensorische bezenuwing door de n.
glossopharyngeus (IX). Onderaan gebeurt de bezenuwing door de n. pudendes, zowel sensorisch als
motorisch.
• Intrinsieke of enterische ZS
Neuronen liggen in 2 plexussen:
- Submucosale plexus= Plexus van Meissner
- Myenterische plexus = plexus van Auerbach → gelegen tussen de cirulcaire en de
longitudinale spierlaag.
Deze plexussen bevatten ganglia waarin sensorische/ afferente neuronen, interneuronen en
secretomotorische neuronen gegroepeerd liggen. Zenuwuiteinden zijn niet enkel verbonden
met GSW, gaan secretoire en absorptieve cellen innerveren maar zijn ook verbonden met
sensorische receptoren en dus met andere neuronen binnen en buiten de plexus. =>
multisynaptisch! Sssssssssss
Enterisch ZS staat in nauw contact met de effector systemen: cellen van Cajal, gladde
spiercellen, bloedvaten en de secretoire epitheliale cellen.
• Extrinsieke ZS
Moduleert de motiliteit, coordineert de activiteit en vormt basis voor de niet pijnlijke en pijnlijke
gevoeligheid.
Ach is de primaire NT van het postganglionaire PS, prevertebrale ganglia en het enterisch ZS.
NA is de NT van postganglionaire efferente zenuwen (S).
- PS
Vnl door de N. vagus en de nn. Splanchnici (n.pelvicus) zowel afferent als efferent!
Efferente vezels van de n.vagus liggen in de dorsale motor nucleus in de medulla oblongata.
Cellichamen van efferente vezels van pelvische zenuwen liggen in de sacrale regio, van
hieruit vertrekken lange preganglionaire axonen, die binnengaan in verschillende organen
van GI → synaps met cellen van enterisch ZS. ZO verzorgt de n.vagus de PS innervatie van:
slokdarm, maag, pancreas, darm tot colon transversum en dan de nn. Splanchinici vanaf het
colon transversum tot de anorectale regio.
PS bevat ook heel veel afferente zenuwen.
De receptoren liggen in verschillende lagen van de GI, behalve het distale colon! Hun
cellichamen liggen in het ganglion nodosum, hiervan projecteren de vezels naar de nucleus
tractus solitarius. Hierdoor kan men vago-vagale reflexen uitsturen.
Pelvische zenuwen hebben ongeveer de helft afferente vezels vanuit het distale
colorectum.
- S
n. splanchnicus major, n. splanchincus minor, n. splanchinici lumbales en nn. splanchinici
sacrales.
o Ganglion coeliacum
o Ganglion mesenterica superior
o Ganglion mesenterica inferior
4
, Academiejaar 2022-2023
Efferente preganglionaire vezels ontstaan uit cellichamen in het ruggenmerg en nemen synaps
met de postganglionaie neuronen in de prevertebrale ganglia. De postganglionaire zenuwen
komen dus uit deze ganglia en eindigen in het enterische ZS (sommige eindigen specifiek in
secretoire, absorptieve of spiercellen).
Afferente heeft zijn cellichamen in de thoracolumbale dorsale wortel ganglia → komen vanuit
verschillende lagen van de darmwand en lopen doorheen de prevertebrale ganglia, hier nemen
ze synaps en lopen ze door naar het ruggenmerg => staan in voor nociceptie!!
5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller chianacappelle. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $20.42. You're not tied to anything after your purchase.