Dit is een samenvatting voor Financiële instelling gegeven door Jos Meir, ik behaalde hiermee een 19/20 tijdens de 1ste zit! Deze sv is gemaakt aan de hand van zijn slides + notities.
Banken en kredietinstellingen gaan we door elkaar gebruiken (voor de prof zijn het synoniemen).
Er bestaat wel een verschil: de wet spreekt niet over banken -> bank is een term voor courant gebruik.
Kredietinstellingen: wet van 25 april 2014
‘Kredietinstellingen zijn ondernemingen, waarvan de werkzaamheden bestaan in het van het publiek
in ontvangst nemen van gelddeposito’s (…) en het verlenen van kredieten voor eigen rekening.’
“En”; de bank moet beide taken doen, dus zowel ontvangen en verlenen.
= de bank doet aan intermediatie (d.w.z. als tussenpersoon optreden).
Vb. 500 euro op spaarboekje storten (kan ook op zichtrekening,..)
Vb. 500 euro lening aan de bakker
Vb. ik heb 500 euro op mijn spaarboekje, de bank gebruikt m’n geld om een krediet te verstrekken.
Wat als de bank failliet gaat? Wie draagt het risico?
De bank: als het misloopt is het voor eigen rekening van de bank
Welke rol spelen de banken in de economie
= De banken ontvangen deposito’s van hun clienten en zetten ze om in kredieten om tegemoet te
komen aan de behoeften van de kredietnemers.
= degene met weinig geld
= degene met geld over = particulier/ gezinnen/
= particulier/ gezinnen/ bedrijven/ overheid
bedrijven
2 kanalen voor kredietgevers en nemers om met elkaar in contact te komen.
Vraag 1: Wat is de meerwaarde van het bestaan van een bank/ financiële markt ?
(=financieel systeem, we maken dus geen onderscheidt tussen de 2)
Vraag 2: Wat zijn de voordelen van de onderste versus bovenste kanaal?
• Wat is de meerwaarde van een bank – wel een onderscheid gemaakt.
MH Lessen + notities
2023 – 2024
, 1.2 Meerwaarde financieel systeem
“ Wat is de meerwaarde van de mogelijkheid om te sparen / lenen? “
• Antwoord via grafiek van nut maximalisatie van het individu
• Conclusie: hoger nut bij financieel systeem
Er is geen financieel systeem (bank/financiële markt)
Veronderstellingen:
- 2 periodes (het individu leeft in 2 periodes)
- Dalende rendement (concaaf: rendement daalt als investering stijgt)
- Nut bepaald door C1 en C2 : U(C1, C2)
- Keuze(C1, C2) zodat nut gemaximaliseerd wordt -> restrictie: haalbaar gebied (onder en links FYL)
opbrengst via de fysieke investering
FYL verbindt de investering met de
We gaan ervan uit dat het individu in periode 1 een inkomen Y1 verdient en in periode 2 een inkomen
van Y2 -> verbindt die 2 punten en je bekomt het punt Z.
Stel dat de boer niet alles kan verkopen in periode 1? Dan gaat hij een deel van de aardappelen opnieuw
planten met het oog op een extra opbrengst volgend jaar, dit noemen we een fysieke investering ->
hierdoor verschuiven we van Z => Q. Gevolg? Het inkomen (Y1) zal zakken door de investering waardoor
zijn consumptie in periode 1 kleiner zal zijn dan zijn potentieel inkomen.
Gevolg: C2 > Y2 want volgend jaar extra O.
Het rendement (opbrengsten/investeringen) daalt naarmate de investeringen stijgen: dit komt omdat
je ceteris paribus redeneert -> het enige dat wijzigt is de investering, de rest is gelijkblijvend (opp. van
de grond,..). Als de boer meer gaat investeren zal de O stijgen maar steeds in een beperkte mate.
(Als je meer investeert, zal je meer planten waardoor alles op elkaar zal groeien -> rendement zakt)
MH Lessen + notities
2023 – 2024
, Het nut wordt ENKEL bepaald door de C1, C2.
Er is wel een financieel systeem (bank/financiële markt)
Veronderstellingen:
- 2 periodes (het individu leeft in 2 periodes)
- Dalende rendement (concaaf: rendement daalt als investering stijgt)
- Nut bepaald door C1 en C2 : U(C1, C2)
- Keuze(C1, C2) zodat nut gemaximaliseerd wordt -> restrictie: haalbaar gebied (onder en links FIL)
- Zelfde rente voor sparen en lenen
Fysiek lenen kon ernet niet, we gaan ervan uit dat het nu wel kan.
Fysiek lenen doe je door VOORUIT goederen te verkopen zonder een FS nodig te hebben.
Vb. de boer gaat aardappelen vooruit verkopen, de aardappelen die hij oogst in P2 gaat hij verkopen in
P1 -> in P2 aardappelen leveren aan de tegenpartij, maar de tegenpartij betaalt al in P1 met als gevolg
dat C1 > Y1 . (Fysiek lenen: zonder FS, gewoon met tegenpartij onderhandelen).
opbrengst via de financiële investering
FIL verbindt de investering met de
De FIL raakt in dit voorbeeld de Z, maar dit is niet altijd het geval!
= Je moet beslissen over C1 en C2 zodat je meest optimale punt verkrijgt met hoogste nut (Y is vast).
• C2 (afhn.) volgt uit C1 (onafhn).
MH Lessen + notities
2023 – 2024
, • (Y1 – C1) > 0: meer sparen
• (Y1 – C1) < 0: meer lenen want je consumeert meer
dan je inkomen
• De helling is negatief.
Het kent een dalend verloop als we veronderstellen
dat de rente groter of gelijk is aan 0.
HELLING WORDT ENKEL BEPAALD DOOR DE RENTE.
Verschil tussen met of zonder financieel systeem?
Vanuit Z kan je over de bruine rechte bewegen d.w.z.:
• Naar links: punten dat je kan bereiken door te sparen
• Naar rechts: punten dat je kan bereiken door te lenen
= het haalbaar gebied is hierdoor groter geworden omdat het FS bestaat.
= Je kan een beter punt bereiken dan Q.
MH Lessen + notities
2023 – 2024
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Yuruk. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $14.03. You're not tied to anything after your purchase.