Complete samenvatting van het vak 'Leren en veranderen' in blok 2. Bij het maken van de samenvatting heb ik het boek en de hoorcolleges erbij gehad en tentamen in één keer gehaald.
Door dingen te leren kijk je naar dingen op een andere manier, leren is betekenisgeven leidt tot
een bril waarmee je de werkelijkheid ziet (referentekader). Waarheid staat los van leren. De
werkelijkheid ga je steeds beter interpreteren als je dingen leert.
Het referentekader Deze bril is gekleurd
- Door eerdere ervaringen
- Door sociale interacte
- Door wat je leest
- Door nadenken. … En wordt voortdurend bijgesteld; als je een keer door een hond
gebeten bent, is de betekenis verschoven van een lief huisdier naar een agressieve hond
(leerervaring). Referentekader word bijgesteld door leerervaring.
Die leerervaring gebruik je voortdurend, soms onbewust (bijv. op een trap rechtslopen) en soms
bewust. (bijv. het geluid bij Q-music, je gaat je referentekader af om te kijken waar je dat geluid
eerder heb gehoord).
Van smal naar breed:
- Smal: ‘’leren doe je op school’’
- Breed: ‘’leren doe je altjd en overal!’’
Leren door sociale interacte:
- De mens is een sociaal wezen; we leren veel door middel van sociale interacte, en we delen
ervaringen.
- Sociale wezen willen ‘bij de groep horen’ en daar een bijdrage aan leveren.
- Dat levert je een status op als groepslid.
- We hebben dus meerdere belangen bij:
1. Meedoen door napraten:
Het delen van informate gebeurt overal. Door communicate wordt informate gedeeld, maar ook de
verhoudingen tussen de sprekers vastgesteld. Praten gaat niet alleen om de inhoud, maar ook als
sociaal smeermiddel small talk. Lachen en plezier maken versterkt de groepsbinding. Voorbeelden
zijn discussie, dialoog, brainstorm.
2. Meedoen door nadoen:
Nadoen gebeurt onbewust en bewust. Bewust: observateleren en model-leren. Onbewust:
imitateleren. Modellen worden gekozen op basis van respect (ouders) en bewondering (held).
Negateve modellen: ‘zo wil ik nooit worden’ of ‘hoe ik niet bekend wil staan’:
- Dit is meestal bewust. Nadeel: ontbreken van een zichtbaar alternatef. Let-op: een
gedragsvoorbeeld kan sterker zijn dan de bewuste afwijzing hiervan.
Nadoen is belangrijk bij het opgroeien. Voorbeeldgedrag wordt (vaak onbewust) overgenomen. Als
ruziemaken ‘not done’ is, kan het leiden tot onbespreekbaar maken van meningsverschillen en zelfs
tot ontkenning of niet opmerken van conficten.
3. Leren door ervaring (zelf doen)
- Handelen en kijken wat het wordt, zo ontdekken mensen de wereld.
- Trial and error vallen en opstaan: leren fetsen, leren koorddansen.
- Vaak een fysieke ervaring (iets in de vingers krijgen, onder de knie hebben) (zwemmen)
Leren door middel van sociale interacte:
- Leren heef een dubbel gezicht.
De inventeve en createve kant (uitvinden), het overnemen van ideeën van anderen (kopiëren).
- Er bij horen is het hogere doel: een volwaardig deelnemer in de sociale omgeving.
Dat is niet alleen afankelijk van leervermogen, maar ook van mogelijkheden.
,Hoorcollege 2: hfd 2 (blz 37-57)
De kern van de ontwikkeling:
1. Directe ervaring:
- Emotes hebben de functe van signalering en sturing.
- Primair belang van prikkels: pijn en genot.
- Het leren door directe ervaring wordt ook wel associatef leren genoemd.
2. Imitate (onbewust nadoen):
- Voor het voortbestaan van de soort is imitate noodzakelijk. Een individu signaleert gevaar
Iedereen reageert. Dat werkt soms paniek in de hand (als één in paniek raakt, raakt de ander ook
in paniek).
- Mensen beziten spiegelneuronen. Imitate is biologisch bepaald.
3. Deelnemer Taalspel:
- De mogelijkheid tot coördinate in de groep neemt toe door taal.
- Je kunt ook verwijzen naar het verleden of naar fantasie.
- De rol van verhalen.
- Om erbij te horen moet je de taal van de groep spreken.
- Een gedeelde betekenis in de taal van de groep: discours
- Taal is meestal vanzelfsprekend: dialecten.
4. Experimenteren
- Nadenken en taal geef de mogelijkheid om te simuleren
- Wat als…
- Kan ook samen experimenteren!
- Leidt tot creatviteit
5. (Bewust) nadoen:
- Nadoen kan heel bewust: afijken, vragen stellen.
- Plannen en organiseren
6. Leren door theorieverwerking
- Leren door symbolische informate vereist bewuste aandacht en nadenken
- En het reken-, lees- en schrijfvaardigheden
- Nadeel: informate moet worden terugvertaald naar de werkelijkheid.
- Dat lukt niet goed als betekenisgeving door eigen ervaring met de werkelijkheid ontbreekt.
7. Leren door kritsche refecte
- Refecte is een systematsche vorm van nadenken
- Bewust tjd en aandacht geven aan wat wordt geleerd, aan betekenisgeving in doen en denken
- ‘even afstand nemen,’ dan zie je soms meer…
Valkuilen van onze manier van betekenisgeving:
1. Groepsdenken en groepshandelen:
- Je neemt onbewust gedrag en opvatngen over van anderen waar je bij hoort en de neiging tot
positef oordelen over die eigen groep.
- Zelfs als dit niet ‘waar of logisch’ is. Bijvoorbeeld: ‘’dit is onze manier van doen’’.
, 2. Wij / zij denken:
- Sluit aan bij ‘wat vreemd is, is gevaarlijk’ en ‘wat vertrouwd is, is goed’.
- Maar ook: brown eye- en blue eye. ‘’zij hoort bij de anderen, met hem gaan we niet om want hij
hoort bij die andere klas.’’
3. Waarneming gestuurd door voorkennis:
- We maken een beeld van iemand aan de hand van onze voorkennis
- Er is geen waarneming zonder interpretate
- Sluit aan bij psychologie en bij recruitment
- Richten van aandacht hoort daar ook bij
Voorbeeld: wij denken dat leugenaars vaker de blik afwenden dan mensen die de waarheid spreken.
4. Moeite met toeval:
- ‘dat kan geen toeval zijn!’ ‘het is Gods wil’ ‘het is voorbestemd!’ ‘het heef zo moeten zijn’
- Extreme vorm vindt je bij paranoïde mensen; die zien overal bedreigingen/comploten en
samenzweringen tegen hen.
5. Vasthouden aan het eerst geleerde
- De impact van de eerste indruk
- Dreiging zien we binnen 0,04 seconden
- Atractviteit 0,1 seconden
- Belang bij sollicitates, belang bij de relate docent-student
- Tegenbewijs wordt gemakkelijk geherinterpreteerd kokervisie.
- Voorbeeld: Trump is een rare president, wat hij ook doet. Zegt hij iets positefs, dan doet hij dat
alleen omdat hij goed over wil komen en niet omdat hij dat meent.
6. Macht der gewoonte
- Het is fjn om niet dagelijks na te denken over dagelijkse routnes, je kunt dan nadenken onder
deze dagelijkse handelingen.
- Het is moeilijk om gedrag te veranderen en goede voornemens vol te houden. Het is moeilijk af
te leren als een gewoonte niet meer voldoet.
- Gedrag kan langzaam verschuiven (steeds slordiger autorijden)
- Gewoonte ontstaat omdat er een beloning aan vast zit (groepsbinding, complimenten, winst op
lange termijn en op korte termijn quick wins/instant genot)
7. Wat vreemd is, is gevaarlijk, vertrouwd is goed
- Als iets of iemand vreemd is, weet je nog niet of er gevaar dreigt en hoe je het beste kan
reageren vertrouwde wordt positef beoordeeld
- Ben je eraan gewend, weet je wat je kan verwachten
- Dat is makkelijker dan onzekerheid
- Vertrouwde negateve omstandigheden met risico en gevaar (Stockholmsyndroom)
- Het vertrouwde wordt positef beoordeeld (mere exposure efect)
8. Voorkeur voor het concrete
- De foto van het aangespoelde kindje in Syrië had meer efect dan duizenden debaten en cijfers
over de groote van de vluchtelingenstroom
- Moeite met statstek en abstracte begrippen sprekende voorbeelden werken beter bij
onthouden en leren
9. Voorkeur voor simplifcate en generalisate
- Zwart-wit denken om snel overzicht te creëren over de situate
- ‘’goed of fout’’ ‘’dit of dat’’ terwijl er eigenlijk meer mogelijkheden zijn
10. Voorkeur voor het hier en nu - moeite met langetermijndenken
- Zonder korte termijn is er überhaupt geen lange termijn, heef ook nadelen
- Liever nu van het gezeur af zijn, dan vasthouden aan de waarheid
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller CharlotteCox137. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.90. You're not tied to anything after your purchase.