100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Literatuursamenvatting Inleiding bestuursrecht $6.31   Add to cart

Summary

Literatuursamenvatting Inleiding bestuursrecht

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Literatuursamenvatting Inleiding bestuursrecht eerste jaar. Week 1 tm 6. Cijfer: 9

Preview 3 out of 17  pages

  • February 12, 2024
  • 17
  • 2018/2019
  • Summary
avatar-seller
Bestuursrecht literatuur

Week 1
H.1

Wat is bestuursrecht?
- Relatie tussen overheid (bestuursorgaan) en burgers (belanghebbenden)
- Eenzijdige rechtshandelingen
Functies:
1. Instrumentele functie= de overheid krijgt bevoegdheden om het algemeen belang te
behartigen en de publieke taak te vervullen.
2. Waarborgfunctie= burgers hebben de middelen om het beleid van het bestuur te
beïnvloeden en zich daartegen te verzetten – bescherming
3. Normerende functie= regels (normen) waar de overheid zich aan moet houden bij de
uitoefening van zijn bevoegdheden

Eenzijdige rechtshandeling
- Een orgaan kan alleen eenzijdige handelingen uitoefenen als hij daarvoor de
bevoegdheid heeft verkregen in een wettelijk voorschrift
 Publiekrechtelijke bevoegdheid

Algemeen en bijzonder bestuursrecht
- AWB bevat algemene bepalingen
- Bijzonder bestuursrecht staat in overige regelingen – belangrijkste bestuursrecht

Bronnen van het bestuursrecht
 Wetgeving
 Jurisprudentie en annotaties
 Literatuur

H.2

Doelstellingen AWB:
- Bevorderen van de eenheid binnen het bestuursrecht – uniformering
- Systematiseren en vereenvoudigen
- Codificeren van ontwikkelingen in de jurisprudentie
- Treffen van voorzieningen voor dingen die niet in een bijzondere wet thuishoren

Soorten AWB-regels
1. Dwingend recht – geen mogelijkheid om af te wijken, lagere regelgevers kunnen geen
afwijkende regels maken.
2. Regelend recht – ‘tenzij bij wettelijk voorschrift anders bepaald’ Er mag worden
afgeweken. Lagere wetgevers mogen regels opstellen.
3. Aanvullend recht – indien er niks anders is bepaald, geldt de algemene regel.
4. Facultatief recht – geldt niet, tenzij een regelgever bepaalt dat het moet worden
gevolgd.

,H.3 – behalve 3.5

Openbaar lichaam
1. Territoriale openbare lichamen – provincie/gemeente etc.
2. Functionele openbare lichamen – Orde van advocaten

Rechtspersoonlijkheid= mogelijkheid om contracten te sluiten en dus deel te nemen aan het
privaatrechtelijk rechtsverkeer.
Publiekrechtelijke rechtspersonen= rechtspersoon die krachtens wetten zijn ingesteld.
Privaatrechtelijke rechtspersonen= NV, BV, stichting en vereniging
- Verschil zit hem dus in de manier waarop het is opgericht

- De AWB is alleen van toepassing op een orgaan dat bestuurt.
 Bestuursorgaan

Bestuursorgaan 1:1 Awb
1. Krachtens publiekrecht ingesteld
2. Met enig openbaar gezag bekleed
A-organen= alle organen die in de wet genoemd worden
 Voor al hun handelingen gebonden aan de AWB
B-organen= met enig openbaar gezag bekleed
 Alleen voor de publiekrechtelijke taken gebonden aan de AWB
 Meestal op grond van een wettelijk voorschrift, maar niet altijd: stichting oud-
mijnwerkers. – uitkeringen. Alleen een b-orgaan indien voldaan aan:
1. Inhoudelijke vereiste – criteria moet worden bepaald door 1 of meer a-organen
2. Financiële vereiste – financiering moet afkomstig zijn van a-organen (2/3)

Uitzonderingen (geen bestuursorgaan)
- De wetgevende macht
- De kamers en de verenigde vergadering der Staten-Generaal
- De Algemene Rekenkamer
- De raad van state
- Rechtspraak
- Nationale ombudsman
En meer

Arresten week 1

Stichting Silicose Oud-Mijnwerkers
- Er werd een stichting opgericht om uitkeringen te verstrekken aan mijnwerkers die
door hun werk silicose hadden opgelopen. In beginsel kan de stichting niet worden
aangemerkt als bestuursorgaan omdat het geen wettelijk openbaar gezag had.
Buitenwettelijk gezag:
1. Inhoudelijk vereiste (goedkeuring criteria)
2. Financieel vereiste (2/3 geld is van de overheid)
 Dan een b-orgaan

, Stichting bevordering leefomgeving Schiphol
- Er wordt geld uitgekeerd vanwege de overlast rondom Schiphol.
- Huidige jurisprudentielijn
- In beginsel alleen een b-orgaan indien op wettelijk voorschrift, tenzij het gaat om
geld verstrekken.
1. Inhoudelijk criteria
2. Financieel criteria

Week 2
H. 3.5

Belanghebbende 1:2 AWB
- Bezwaar- en beroepsgerechtigd – je mag dus alleen bezwaar indienen als je
belanghebbende bent
- Bij besluitvorming moet de overheid alleen de belangen van de belanghebbende
tegen elkaar afwegen. Rekening houden met de hele bevolking is namelijk
onmogelijk.
- Natuurlijke personen en rechtspersonen en bestuursorganen
- Belanghebbende heeft rechtstreeks belang bij een besluit

Derde-belanghebbenden
- Niet geadresseerde, maar wel een rechtstreeks belang
- Omwonenden bijv.
Om derde-belanghebbende te zijn moet worden voldoen aan de opera-criteria

Opera-criteria:
1. Objectief – het belang moet objectief zijn
2. Persoonlijk – persoonlijk belang, de gevolgen zijn voor de betreffende persoon
anders dan willekeurige personen
3. Eigen – eigen belang, of gemachtigde 2:1
4. Rechtstreeks – direct betrokken bij het besluit, causaal verband
 Nuanceringen: tegengestelde belangen/fundamentele rechten
5. Actueel – geen toekomstigheid

Behartigers van algemeen/collectief belang
- Bepaalde groepen bijv. stichting natuur, mag opkomen voor collectieve belangen
- Gebonden aan criteria

Arresten week 2

LTO-noord
 Collectief belang
- Bundeling van individuele belangen.
- Kijken naar de statuten, de feitelijke werkzaamheden hoef je niet te toetsen.

Stichting Openbare ruimte
 Algemeen belang

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller StudentLeiden40. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.31. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

75759 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.31
  • (0)
  Add to cart