Omschrijving De schrijver stelt vast wat hij met zijn tekst wil bereiken (doel) en aan wie hij de tekst schrijft
(publiek). Afhankelijk van doel en publiek kiest hij een bepaald soort tekst.
Toelichting Een tekst wordt nooit zomaar geschreven. Je schrijft bijvoorbeeld een brief aan de gemeente om
te klagen over zwerfvuil in het parkje bij jou in de straat of je schrijft een boodschappenlijstje om
straks in de winkel te controleren of je alles in je mandje hebt gedaan. Een tekst heeft altijd een
doel en ook een lezer of een publiek. Het type tekst dat je schrijft, bijvoorbeeld dat
boodschappenlijstje, is afgestemd op dat doel en publiek. Het tekstdoel, het lezerspubliek en de
tekstsoort vormen samen de communicatieve situatie waarin de schrijver zijn tekst schrijft.
6.1.2 Verzamelen, selecteren en ordenen van inhoud
Omschrijving De schrijver bepaalt de inhoud van zijn tekst. Daarbij put hij uit zijn eigen kennis over het
onderwerp en eventueel uit andere bronnen.
Toelichting Een geschreven tekst gaat altijd ergens over, een tekst heeft een onderwerp. Om over een
onderwerp te kunnen schrijven, raadpleegt de schrijver zijn geheugen: wat weet hij ervan?
Bovendien kan hij andere bronnen erbij pakken, zoals andere geschreven teksten of internet of
personen die hij vragen kan stellen. Uit de beschikbare bronnen over het gekozen onderwerp
selecteert de schrijver inhouden voor zijn eigen tekst. Ten slotte moet hij de geselecteerde
inhouden ordenen: in groepjes bij elkaar zetten of in een bepaalde volgorde zetten.
6.1.3 Structureren
Omschrijving De schrijver geeft zijn tekst een bepaalde opbouw of structuur.
Toelichting Elke geschreven tekst is op een bepaalde manier opgebouwd of gestructureerd. De meest
algemene structuur is die van inleiding – kern – slot. Voorbeelden van meer specifieke
tekststructuren zijn:
- stapelstructuur: waarin de tekst bestaat uit min of meer losse onderdelen (telefoonboek,
boodschappenlijstje, leerboek van een schoolvak);
- verhaalstructuur: waarin personages opeenvolgende gebeurtenissen meemaken;
- betoogstructuur: waarin uitspraken ondersteund worden met argumenten.
Afhankelijk van het onderwerp en van de communicatieve situatie kiest de schrijver een
structuur voor zijn tekst. Voordat hij met het feitelijke schrijven begint, kan de schrijver de
structuur van zijn tekst op papier zetten in een schema of bouwplan.
, 6.1.4 Formuleren
Omschrijving De schrijver zet zijn gedachten om in geschreven taal.
Toelichting De schrijver brengt de inhoud (gedachten, meningen, gevoelens over het onderwerp) onder
woorden in de vorm van zinnen en een tekst. Hij kiest woorden, bouwt met die woorden hele
zinnen, voegt zinnen samen tot alinea’s en ten slotte tot een complete tekst. Bij het formuleren
maakt de schrijver gebruik van conventies van geschreven taal, zoals de regels voor spelling en
interpunctie.
6.1.5 Reviseren
Omschrijving De schrijver herleest en herziet zijn tekst (het product).
Toelichting Reviseren betekent dat de schrijver zijn tekst, of delen ervan, opnieuw leest en herziet. De
revisies kunnen betrekking hebben op de structuur van de tekst, de inhoud, de formulering, de
spelling en de interpunctie. Bij het reviseren reflecteert de schrijver op zijn product. Hij doet dat
in ieder geval aan het eind van de schrijfactiviteit, als de tekst klaar is. Maar ook tijdens het
schrijven reviseert een goede schrijver voortdurend.
6.1.6 Verzorgen
Omschrijving De schrijver maakt de vormgeving en lay-out van zijn tekst in orde.
Toelichting Het verzorgen van de tekst vindt doorgaans plaats aan het eind van de schrijfactiviteit. De
schrijver kiest een passende vormgeving en lay-out, voegt eventueel illustraties toe en
controleert de tekst nog eens op schrijffouten, spelfouten en dergelijke.
6.1.7 Reflecteren op schrijfgedrag
Omschrijving De schrijver denkt bewust na over zijn schrijfactiviteit (het proces) en over de tekst (het product).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller merylvanalfen49. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.