Microbiologie
Gram(+) houdt kristalviolet vast met dikke peptidoglycaanlaag, Gram(-) heeft dunne
peptidoglycaanlaag dus houdt het niet vast
verschil membraan archaea en bacterie:
1. archaea hebben een monolaag (enkelvoudig celmembraan)
2. bacterien en eukaryoten: glycerol-ester-lipiden ; archaea: glycerol-etherlipiden
3. bacteriën hebben mucopeptide, archaea niet (andere stoffen voor stevigheid)
wortelknolletjes: staafvormige bacterie > bacterioiden
Micro organismen door het college heen
Escherichia coli (E. coli)
E. coli = gram(-), facultatief anaeroob, staafvormige bacterie, chemo heterotroof
bewoner darmstelsel dieren/mensen → de ‘poepbacterie’
- meestal onschadelijk
- soms ernstige voedselvergiftiging
helpt bij voedselvertering & productie vitamine K2
indicatororganisme van fecale (:mbt ontlasting) besmetting van oppervlaktewater
darmbacteriën zijn katalase-positief; productie zuren uit glucose; reductie nitraat tot nitriet
darmbacteriën zijn nauw verwant; identificatie kan moeilijk zijn
kweek is makkelijk en goedkoop (gunstige omstandigheden: verdubbeling binnen 20 min)
kan leven op veel substraten
maakt, bij anaerobe omstandigheden, gebruik van gemengde zurengisting → productie
lactaat, succinaat, ethanol, acetaat en koolstofdioxide
Thiomargarita namibiensis
bijna zichtbaar met het blote oog (door grote centrale vacuole)
1 grote vacuole (insluitsel)
- opslag nitraat & zwavel
,cytoplasma om vacuole heen
micro-aerofiel: groeit optimaal bij lage zuurstofconcentratie
> sediment waar bacterie is gevonden; vaak zuurstofarm
in dat geval schakelt het organisme over op het gebruik van nitraat als elektronenacceptor
oxidatie zwavel: onttrekking elektronen (> elektronendonor = zwavel)
reductie nitraat: ademhaling voor genereren energie (> elektronenacceptor = nitraat (of O2))
beide stoffen worden opgeslagen zodat in periodes met een gebrek aan (een of beide)
stoffen, het organisme kan overleven
= koppeling van zwavel- en stikstofcyclus
Borrelia burgdorferi
is een spirocheet en veroorzaakt de ziekte van Lyme (borreliosis)
langzaamgroeiend (12-24 uur); optimale groeitemperatuur is 32 ℃
micro-aerofiel
de bacterie kan verschillende vormen aannemen
- spirocheetvorm
- cystevorm; stevige wand om de cel heen
- L-vorm; geen celwand aanwezig
verschillende vormen van de bacterie beschermen haar tegen de werking van antibiotica
Haloquadra walsbyi
‘het zoutvierkant van Walsby’
extreem halofiel (hoge zoutconcentratie)
→ toename oppervlakte/volume verhouding → positief effect op opnamesnelheid nutriënten
talloze gasvacuoles → positie = dichtbij & parallel aan vloeistofoppervlak
beweging door 1 of meerdere flagellen
organisme kan door dunne cellen, via fotosynthese, energie vastleggen & gebruiken
kan ook heterotroof groeien (suikers omzetten etc.)
overleeft hoge concentraties (>2 M) 𝑀𝑔𝐶𝑙2 (speelt rol bij stabiliteit DNA)
Chapter 1 The microbial world
virussen vallen niet onder de microbiële cellen
,Louis Pasteur: sterilisatie technieken; alcohol maak proces mbv bacteriën en fermentatie;
spontane generatie; eerste hondsdolheidvaccin
cyanobacteriën kunnen zuurstof vrijlaten
Sergei Winogradsky: nieuwe vorm; (oxideren anorganische stoffen) heteroautotrofie
oxidatieve fosforylering in mitochondriën
bij archaea lijkt het chromosoom op die van bacteriën; manier van oprollen & replicatie zoals
eukaryoten
prokaryoten peptidoglycaan
eukaryoten geen peptidoglycaan
anammoxosoom; ammonium-oxiderende bacterie, omgeven door lipidenmembraan
voorbeeld van snelle evolutie bij MO’s is antibiotica resistentie
, stamboom wordt gemaakt op basis van de hoeveelheid overeenkomend DNA; sequentie
van archaea lijkt meer op de sequentie van eukaryoten dan op die van bacteriën
onderzoek thijs ettema: lokiarchaeote; werden sequenties gevonden van eukaryote eiwitten
in archaea → conclusie = eerst had je prokaryoten en archaea en uiteindelijk zijn eukaryoten
ontstaan uit de archaea
reden gebruik rRNA voor onderzoek/maken fylogenetische boom:
- alle organismen hebben rRNA
- dezelfde functie in de verschillende organismen
- sterk geconserveerd; weinig variatie (door bv mutatie)
- sequentie is lang genoeg om voldoende verschillen te hebben tussen organismen
het sequencen gaat als volgt;
rRNA + eiwitten = subunit
ecosysteem: alle organismen samen met hun habitat (en haar fysische/chemische
componenten daarvan)
- bijv. huid, dikke darm etc.
veel UV straling kan het DNA van microben beschadigen
water is meest belangrijke voorwaarde voor microbiële activiteit
micro organismen zijn circa 17% van de organische koolstof op aarde
- planten hebben meeste aandeel
microben zijn bepalend voor de instandhouding van ons milieu; draaiende houden
biogeochemische cycli (zwavel, stikstof, koolstof)
pathogenen; vervelende micro organismen (maken je ziek (of erger))
- Clostridium botulinum (in zuurstofarm water) maakt een toxine aan die de
acetylcholine receptor remt → verlamming spieren = botulisme
botox komt van botuline toxine (spieren (die rimpels veroorzaken) stilleggen)
- Borrelia burgdorferi veroorzaakt de ziekte van Lyme (overgedragen door teken)
- kan overgaan in cyste-vorm of L-vorm (geen celwand) → minder gevoelig voor
antibiotica, dus zware antibiotica-kuur voor patiënten
- Yersinia pestis = de (builen)pest
- overgedragen van ratten naar mensen via vlooien
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sanne035. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.95. You're not tied to anything after your purchase.