hoofdstuk 1:
overerving - er zijn overerfbare eigenschappen
- vb. haarkleur
variatie - er bestaan variabiliteit in deze eigenschappen
- mutatie ⇒ kans op fouten bij overerving, fout bij
het doorgeven van genetische codes (vaak
negatief, maar niet altijd)
selectie - sommige van deze eigenschappen hangen in een
bepaalde context samen met groter reproductief
succes
- binnen een bepaalde context, zijn sommige van
deze eigenschappen voordelig ten opzichte van
andere eigenschappen
verwantenselectie - geen selectie van individuen, maar van genen
- selectie gebeurt op niveau van de genen, dat jij
kinderen krijgt of je broers , dat maakt niet uit
→ wat belangrijk is, is dat je genen doorgeven
worden
- belangrijke psychologische implicaties →
herkennen van verwaten, psychologische van
het altruïsme
seksuele selectie eigenschappen die ertoe leiden dat je meer kans hebt
om je voort te planten
psychologische - erfelijke invloed kan ook open via “banale”
relevantie fysieke kenmerken eigenschappen
- leer van de overerfbaarheid van gedrag =
gedragsgenetica
primaten - zoogdieren
- kunnen allemaal op twee voeten lopen
- groot brein
monkey apen met staart
ape apen die geen staart hebben, de zogenaamde mensapen
obstetrisch - groot brein + smal geboortekanaal →
dilemma-hypothese complicaties bij het baren
- versmalling geboortekanaal door het
rechtop lopen
- groot brein → grotere schedel
- verklaring voor rijpingsvertraging
rijpingsvertraging belangrijke periode van postnatale groei en
ontwikkeling brein in mensen van mensen versus
andere soorten
,pruning - te veel connecties aan maken om uiteindelijke
de beste te behouden
- van achteraan naar vooraan in het brein
heel intelligente maken nieuwe connecties aan tot hun 11de, dan pas
kinderen begint het snoeien. terwijl normale kinderen connecties
maken tot hun 6de
exceptioneel brein - absoluut en relatief zwaar
- neuronen dicht opeen gepakt
- sterk gegroefd
- relatief grote cortex
- grootste aantal corticale neuronen, voor zover
geweten, in het bijzonder prefrontaal
- maturatie in belangrijke mate na de geboorte
- zeer veel connecties aanmaken
- zeer veel connecties wegsnoeien
sociaal brein-hypothese - complexiteit van sociaal leven als drijvende
factor achter vergroting (vooral frontale) cortex
- vermogen om na te denken/ rekening te houden
met wat hier en nu niet is
- sociaal leren
erfelijkheidsfactoren
oogkleur 95%
lengte 80%
gewicht 70%
maagzuren 70%
autisme 70%
schools presteren 60%
IQ 50%
schizofrenie 50%
persoonlijkheid 40%
borstkanker 10%
heritabiliteit = mate waarin variabiliteit in een eigenschap verklaard
wordt door genetische variabiliteit - steeds in een
bepaalde omgeving/ groep
formule van Falconer (concordantie MZ - concordantie DZ)*2
, menselijke genoom - genetische code
- = genetisch materiaal in elke celkern
- 46 chromosomen
- genotype = genetische code van een individu
- fenotype = observeerbare eigenschappen van
een individu
genen - coderen voor de aanmaak van bepaalde proteïne
(eiwit)
- slechts 1.5% van het DNA: de rest (“junk DNA”)
staat in voor regulatie
- kookboek → 1.5%
- ⅓ daarvan is enkel voor de brein bedoelt
junk DNA - beschrijft niet hoe je een proteïne moet
aanmaken, maar bepaalt de expressie (=
wanneer moet het actief zijn)
- bepaalt wanneer je welk recept moet gaan
maken → 98.5%
allelen versie van een gen, vaak meerdere courante varianten
(varianten van een gen dat het meest voorkomen)
FOXP2 spraak-/ articulatie stoornis
vassopressine-receptor bepaalt oef een grasland- of een prairiewoelmuis een
partnervoorkeur hebben of niet
hoofdstuk 2:
dorsaal rugkant
ventraal buikkant
neuraxis denkbeeldige lijn door de lengte van het CZS, van
onderaan het ruggenmerg tot vooraan de hersenen
mediaal - lateraal bij het middenvlak - weg van het middenvlak
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller SamiaOJ. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.23. You're not tied to anything after your purchase.