100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Examenvragen Chemie $11.38   Add to cart

Exam (elaborations)

Examenvragen Chemie

 506 views  4 purchases
  • Course
  • Institution

Dit document bevat alle opgeloste examenvragen, die bovendien door de prof ook verbeterd werden.

Preview 4 out of 41  pages

  • August 17, 2018
  • 41
  • 2016/2017
  • Exam (elaborations)
  • Only questions
avatar-seller
Examenvragen chemie
Oplossingen

Deel 1: algemene chemie
Hoofdstuk 1: inleidende begrippen
a) Wat verstaan we onder de begrippen zuiver stof, enkelvoudige stof,
samengestelde stof, element, molecule?
Zuivere stof = Een zuivere stof bestaat uit 1 stofsoort. Het is
gekenmerkt door een reeks samenhorende fysische
constanten en chemische eigenschappen.
Enkelvoudige stof = Bestaat uit 1 atoomsoort of element. Men
onderscheidt hierbij ook nog:
- de moleculaire enkelvoudige stofen (NM-NM binding)
vb. O2
- de kristallijne stofen (M-C binding)
- Edelgassen
Samengestelde stof = Is opgebouwd uit atomen van twee of meerdere
verschillende atoomsoorten die chemisch met elkaar
gebonden zijn.
Vb. NaCl, H2O
- Moleculaire samengestelde stofen (NM-NM +
molecuulformule)
H2O
- Ionaire samengestelde stofen (M-NM +
verhoudingsformule)
NaCl
Element = Een atoomsoort
Molecule = Bestaat uit twee of meerdere gebonden atomen.

b) Wat verstaan we onder de begrippen homogeen mengsel,
heterogeen mengsel, oplossing, colloïdale oplossing?
Homogeen mengsel = Mengsel met overal dezelfde samenstelling: de
afzonderlijke deeltjes zijn niet zichtbaar. Je zou
zeggen dat het geen mengsel is.
Vb. NaCl + H2O
Heterogeen mengsel = Het mengsel heeft niet overal dezelfde
samenstelling: de afzonderlijke deeltjes zijn te
onderscheiden.
Vb. Zand in H2O (zand licht vanonder op bodem)
Oplossing = Homogeen mengsel van twee of meerdere
moleculair verdeelde stofen
Colloïdale oplossing = De overgang tussen heterogene en homogene
mengsels.
Vb. mayonaise, bloed
Mengsel = Bestaat uit minstens 2 verschillende soorten
bestanddelen in een variabele samenstelling


1

,c) Wat is een nuclide? Geef de algemene voorstelling van een nuclide?
Wat stelt het atoomnummer en het massagetal van een nuclide voor?
Nuclide = Een atoomkern met een welbepaald aantal protonen en
neutronen.
Atoomnummer = Geeft het aantal protonen dat in de kern van een atoom
voorkomt weer.

#protonen = #elektronen
Massagetal = Geeft de som van het aantal protonen en neutronen die in
de kern zitten weer.




d) Wat verstaan we onder atoommassa-eenheid (u)? Wat verstaan we
onder de relatieve nuclidemassa? Wat is de massa van een 63Cu-
nuclide (Ar=62,930) in g?
1
1 u= van de massa van het 12❑C isotoop=1,66 x 10−27 kg
12
Relatieve nuclidemassa = Een onbenoemd getal dat uitdrukt hoeveel keer de
massa van dat nuclide groter is dan de atomaire massa-eenheid:

Ar ( 12❑C )=m ¿ ¿
Oefening
Gegeven:
Ar = 62,930
63
Cu
Gevraagd:
m? (g)
Oplossing:
m = Ar x u
= 62,930 x 1,66.10-24 g
= 1,04.10-22 g

e) Wat zijn isotopen? Wat is een element? Hoe berekent men de
relatieve atoommassa van een element. Wat is de relatieve
atoommassa van het element A als er in de natuur 12.4% 201A, 0.6%
202
A, 48% 203A, 5% 205A en 34% 209A voorkomen.
Een isotoop = een atoom met eenzelfde aantal protonen in de kern, maar

2

, een verschillend aantal neutronen. Hierdoor is dus ook hun
massa verschillend. De chemische eigenschappen blijven wel
dezelfde aangezien die bepaald worden door het aantal
elektronen.
Een element = Een atoomsoort, alle atomen met hetzelfde aantal neutronen
in de kern en dus hetzelfde atoomnummer zijn een chemisch
element.

Berekening relatieve atoommassa:

= het gemiddelde van de relatieve atoommassa’s van de isotopen, rekening
houdend met de verhouding waarin deze isotopen voorkomen.

Relatieve atoommassa van A (voorbeeld):

Gegeven :
201
A = 12.4%
202
A = 0.6%
203
A = 48%
205
A = 5%
209
A = 34%
Gevraagd:
Ar?
Oplossing:
Ar = 0,124 x 201 + 0,006 x 202 + 0,48 x 203 + 0.05 x 205 + 0,34 x 209
= 204,89 g

f) Wat verstaan we onder het begrip mol? Wat is het getal van
Avogadro? Wat is de relatie tussen het getal van Avogadro en de
atoommassa-eenheid?
Mol = Hoeveelheid stof dat overeenkomt met het aantal
atomen in 12g 12C-nuclide
Getal van Avogadro = De hoeveelheid deeltjes in 1 mol stof




3

, Relatie:
1mol = 6,02.1023 deeltjes
Berekening:
aantal deeltjes= massa/massa van 1 deeltje
Massa = 12g
Massa 1 C12 nuclide= 12*1.66 10-24g
Zodat:
❑ ❑ ❑
❑❑ ❑❑ ❑




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller irisroelandt. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.38. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77858 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.38  4x  sold
  • (0)
  Add to cart