Dit is een samenvatting van het vak Organisatie en Technologie waarin de hoorcolleges, eventuele artikelen en de uitgebreide samenvatting van het vak wordt samengevat. Hierdoor staat alle nuttige informatie in 1 document en blijft het overzichtelijk.
Belanghebbenden (stakeholders)
1. Interne = in de organisatie
2. Extern = omgeving van de organisatie
Taken CEO
1. Vaststellen doelstellingen en het ontwerpen van de structuur
2. Kiest topfunctionarissen uit, die de hoogste posities in de hiërachievervullen
3. Stelt de bonussen vast
4. Beheerst toewijzing van schaarse middelen aan de functies en divisies binnen een organisatie
5. Gedrag en reputatie van CEO zijn van groots belang voor de organisatie (imago etc.)
Taken COO
1. Verantwoordelijkheid voor het beheer van de interne activiteiten van de organisatie.
Taken Executive vice presidents
1. Toezicht op belangrijkste lijn- en personeelsfuncties van een organisatie.
2. Een manager met een lijnfunctie is direct verantwoordelijk voor de productie van goederen
en diensten
3. Manager met een personeelsfunctie heeft geen verantwoordelijkheid over de productie,
maar heeft een adviserende rol
Taken top management team
1. Beslissingen over welke strategie de organisatie moet nastreven. Ze zijn allemaal corporate
managers die verantwoordelijk zijn voor het vaststellen van de strategie van een bedrijf.
Taken divisie managers
1. Stellen een beleid vast voor de divisie welke zij besturen
Functionele managers
1. Verantwoordelijk voor een bepaalde functie binnen het bedrijf. Zoals marketing of financiën.
2. Verantwoordelijk voor de dingen die leiden tot de core competences.
Agentschapstheorie
- Het duurt lang om een manager te controleren
- Managers streven eigen doelen na i.p.v. die van de aandeelhouders.
- Moreel risicoprobleem = maken gebruik van de informatie achterstand van de
aandeelhouders.
Topmanagers en ethiek
- Ethiek bevat de morele principes of overtuigingen van mensen over wat geod of slecht is
- Etisch dillema: 2 belangrijke waarden tegen elkaar botsen.
3 Etische modellen
1. Utilitaristische model= beslissing is etisch als het voor zoveel mogelijk mensen een voordeel
oplevert.
, 2. Morele rechten model= beslissing is etisch als de grondrechten van de betrokkenen zo goed
mogelijk beschermd worden
3. Gerechtigheidsmodel= een beslissing is etisch als de nadelen en voordelen zo eerlijk mogelijk
verdeeld zijn onder de belanghebbenden.
Hoorcollege 1: definities en historisch perspectief
Organisatie = hulpmiddel dat mensen gebruiken om acties te coördineren en iets te kunnen
bereiken.
Technologie= combinatie van vaardighedem, kennis, technieken, materialen, machines, computers
en ander gereedschap om grondstoffen zo te veranderen dat het mensen kan dienen.
Waarom bestaat een organisatie
1. Specialisatie en verdeling van werk
2. Gebruik van grootschalige technologie
3. Managen van de omgeving wordt makkelijker
4. Verminderen van transactiekosten
5. Uitoefenen van macht en controle
Week 2
H1: organisatieomgeving
Omgeving = de krachten rondom de organisatie die het handelen met schaarse middelen kunnen
beïnvloeden.
Domein= de directe input en output. De combinatie hiervan
Micro-omgeving= factoren die directe invloed hebben op de mogelijkheid van een bedrijf om
middelen aan te trekken
Macro-omgeving= krachten welke de micro omgeving vorm geven
1. Economsiche krachten
2. Technologische krachten
3. Politieke krachten
4. Omgevingskrachten
5. Demografische en culturele klachten
6. Internationale krachten
TOPIC OPTIE
Global supply chain management= coördineren van stroom van alle materialen en producten. Om
distributeurs etc goed op orde te houden.
Onzekerheid van de omgeving
- Complexiteit= kracht, omvang vanonderlinge verbondenheid van micro- en macro-
omgevingsvariabelen die een organisatie moeten beheersen.
- Dynamiek= hoe snel de omgevingsvariabelen veranderen
- Rijkdom= uitgedrukt in geld net als overige middelen zoals kennis en materialen.
Onzekerheid neemt toe wanneer de organisatie complexer, instabieler en schaarser wordt.
Resource dependence theorie
Het minimaliseren van de afhankelijkheid aan andere bedrijfen, en een manier vinden om deze
andere organisaties te beïnvloeden.
1. Invloed uitoefenen op andere organisaties om aan middelen te kunnen komen
, 2. Er moet gereageerd worden op de wensen van andere organisaties in de omgeving
Soorten afhankelijkheden
1. Symbiotische wisselwerking= wisselwerking tussen een bedrijf en zijn leveranciers en
distributeurs
1.1 reputatie= d.m.v. reputatie gewaardeerd worden als bedrijf. Dit is een informele
strategie
1.2 coöptatie= problematische factoren in de omgeving worden geneutraliseerd.
Tegenpartijen tegemoetkomen, tegenpartijen tevreden stellen door ze op te nemen
binnen het bedrijf.
1.3 Strategische alliantie= 2 spelers besluiten om samen te werken in het verkrijgen van
bepaalde middelen. Er zijn 4 soorten strategische allianties van informeel naar formeel:
1.3.1 lange termijncontracten= overeenkomst voor een lange periode
1.3.2 netwerken= overeenkomst waarin de coördinatie van verschillende organisaties
wordt vastgelegd.
1.3.3 Minderheidsbelang= grote groep organisaties heeft kleine hoeveelheden
aandelen en inspraak in elkaars organisatie
1.3.4 Gezamenlijke onderneming (joint ventures)= nieuwe organisatie opgezet door
twee of meerdere organisaties, waarbij de organisatie gedeeld wordt.
1.4 fusies en overnames= een bedrijf neemt een leverancier of ander bedrijf over. Zeer
formeel
2. Concurrerende wisselwerkingen= de wisselwerking tussen organisaties die strijden om
dezelfde inputs en outputs. Dus het verkrijgen van producten om te kunnen produceren. En
tussen de verkoop van eindproducten
2.1 samenspanning en kartelvorming= overeenkomsten gesloten om informatie uit te
wisselend met een misleidend en illegaal doel
2.2 derde partij koppelingsmechanismen= regelgevende organen die organisaties de
mogelijkheid geven om informatie te delen en concurrentie te delen.
2.3 Strategische allianties=
2.4 Fusies en overnames=
Transactiekostentheorie
- Kosten die bij het reguleren en overzien van en het onderhandelen van wisselwerkingen aan
te pas komen. Bij het overzien van werknemers en de aanschaf of verkoop van middelen
- Transactiekosten minimaliseren omdat deze kosten geen toegevoegde waarden hebben.
Bronnen van transactiekosten
1. Onzekerheid + beperkte rationaliteit: hoge onzekerheid maakt overzicht lastig. Maar een
beperkte hoeveelheid informatie kan opgeslagen worden.
2. Oppurtinisme + beperkte mogelijkheden= handelen met oog op omstandigheden en niet op
principes. Als enkele leveranciers beschikbaar zijn. Kunnen ze goedkopere, inferieure
materialen leveren voor dezelfde prijs.
3. Risico’s + specifieke investeringen= afnemer van specifieke inverstering kan de organisatie
uitbuiten.
Koppelingsmechanismen
- Manieren waarop een organisatie zich verbindt met concurrenten of leveranciers en
distributeurs. Als de transactiekosten te hoog oplopen wordt er gebruik gemaakt van formele
koppelingsmechanismen zoasl strategische allianties en fusie en overname.
Minimaliseren van transactiekosten=
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emmavoortman. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.17. You're not tied to anything after your purchase.