100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting - Operationeel Management (Y05076) $11.28
Add to cart

Summary

Samenvatting - Operationeel Management (Y05076)

1 review
 132 views  8 purchases
  • Course
  • Institution

Dit is een volledige en duidelijke samenvatting van het vak Operationeel Management (Y05076) . Het bevat alle thema's v aangevuld met eigen notities en examenvragen die werd gegeven van het schooljaar . Vak gegeven in het schakeljaar van Handelswetenschappen in KU Leuven Antwerpen.

Preview 4 out of 111  pages

  • February 13, 2024
  • 111
  • 2022/2023
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: SeppeVanderMastTEW • 6 months ago

Translated by Google

PowerPoint slides with unclear notes, perhaps the professor's spoken sentences retyped and no longer edited. Unclear.

avatar-seller
OPERATIONEEL MANAGEMENT
Operationeel management (OM) = is het ontwerp, de operatie en de verbetering van systemen die er
voor zorgen dat een onderneming haar primaire goederen en diensten kan creëren en afleveren tot
bij een klant.
 Core business van het bedrijf

Doel van productie en logistiek management
Goederen en diensten op de markt brengen,
- overeenkomstig de marktvereisten,
- met de gevraagde kwaliteitseigenschappen,
- aan competitieve prijzen,
- zo efficiënt mogelijk,
- en op het gepaste tijdstip
 Kwaliteit eigenschap = kwaliteit voor bepaalde markt
 Als producent kan je je geen fouten veroorloven (denk aan ziekenhuizen: bijvoorbeeld juist
been nemen) --> je hebt 100% zekerheid nodig terwijl dat bij andere diensten niet perse het
geval is
 Wat kost het mij dat ik geen 100% kwaliteit voorzie, wat kost het mij dat ik fouten maak
 Gevolg van fouten: daarna het product daar niet meer kopen
 Binnen operations management leren wat er allemaal misloopt. Daarna zien wat men kan
verbeteren zodat de fout niet meer voorkomt

Transformatie processen
- Wat is de doorlooptijd van het begin tot het einde?
- Wachttijd + productietijd + …
- Tijd – voorraad - output



Een productiesysteem gebruikt middelen om inputs om te zetten (transformeren) in gewenste outputs

• Fysisch--productie
• Locatie--transport
• Ruil--retailing
• Opslag—warehousing (magazijn)
• Fysiologisch--gezondheidszorg
• Informatie--telecommunicatie

Voorbeeld: Transformatieproces vd les:
- Input: les, studenten --> inputs die we gaan transformeren tot de gewenste output
(studenten tot afgestudeerden)
- Middelen: leslokalen, projectoren, lampen, docenten --> Stel minister zegt dat het van 1 jaar
master naar 2 jaar master: dus heel die richting is er langer dus de doorlooptijd wordt langer
maar dat is niet goed want des te korter des te beter
- Effectiviteit (doeltreffend)= doing the right thing: als ik iets wil dan ga ik dat ook doen
- Efficiëntie (doelmatig) : welke middelen ga je ervoor gebruiken
Bedrijven willen zowel effectiviteit en efficiëntie



1

,OPERATING SYSTEM COMPONENTS/ ONDERDELEN BESTURINGSSYSTEEM
Een transformatieproces omvat
- Uitrusting (equipment)
- Mensen (with a range of skills)
- Voorraad aan goederen
- Energie

Components – Uitrusting
- Machines nodig om productie mogelijk te maken
- Vier belangrijke eigenschappen
▪ Mogelijkheden (capability): bv. je hebt een machine, wat kan dat doen?
▪ Capaciteit (capacity): volume of snelheid
▪ Flexibiliteit (flexibility): hoe kan je met veranderde omstandigheden omgaan (lage of
hoge snelheden bv.)
▪ Betrouwbaarheid (reliability) = belangrijkste: b. machine die uit valt, vertraagt het
productieproces en zo wordt de doorlooptijd veel langer --> wachten is resultaat van
problemen met betrouwbaarheid

UITRUSTING
Vermogen
- Verwijst naar wat een apparaat kan doen (wat is mogelijk?)
- Hoeveelheid die de machine kan bevatten (volume)
- Hoeveelheid materiaal, aantal klanten, ..die verwerkt kunnen worden per tijdsperiode
(snelheid)

Flexibiliteit
- Kunnen omgaan met veranderende omstandigheden zonder dat dit invloed heeft op kosten,
tijd, inzet of performantie

Betrouwbaarheid
- Waarschijnlijkheid dat een machine presteert volgens de ontwerpspecificaties

ONDERDELEN
Mensen
- Vermogen, capaciteit, flexibiliteit en betrouwbaarheid hebben ook betrekking op mensen
- Je hebt iemand die goed wiskunde kan. Je geeft 8u wiskunde maar misschien kan je buiten
dat ook nog andere vakken geven.
- Des te meer capabel uw machines of uw personeel, des te minder je ervan nodig hebt

Voorraad
- Alles wat aangekocht wordt voor transformatie of doorverkoop, of alles dat nodig is voor de
transformatie van materialen in verkoopbare goederen
- Drie soorten: grondstoffen, goederen in bewerking (work in progress) en afgewerkte
producten
- Voorraad is duur maar bespaart ook
- Organisaties houden voorraad aan omdat het goedkoper is die te houden dan geen voorraad
te hebben.

 In theorie: gebouwen zijn voorraad want je kan het verkopen
 Je hebt voorraad omdat je anders stil valt

2

,  Als je geen voorraad aanhoudt en je hebt 2 machines dan moet machine 2 op machine 1
wachten en als die trager is gaat die machine de snelheid bepalen voor heel de lijn -->
snelheid wordt bepaald door traagste machine
 Je hebt altijd variabiliteit
 Er zijn altijd stopzettingen van machines en arbeiders
 Als je voorraad tussen de machines houdt: dan maakt het niet uit dat de ene machine sneller
is want dan wordt het opgevangen door de voorraad. Het wordt gezien als olie (binding)
tussen alle machines

Energie
- Een onderdeel van zowat elke operatie

Producten en diensten?
- Diensten zijn niet tastbaar (intangible)
- Diensten veroorzaken interactie met de klant
- Diensten zijn inherent heterogeen
- Diensten zijn niet ‘houdbaar’ en tijdsafhankelijk
- Diensten worden gedefinieerd en geëvalueerd als een pakket van eigenschappen
 Dienst moet je proberen voor je weet of het werkt. Bij een product weet je niet wie het
maakt of hoe het is gemaakt. In tegenstelling tot bij een dienst dan moet je nadenken wie je
bij wat gaat zetten. Diensten kan je niet stockeren. Bij diensten heb je veel capaciteit nodig.
Diensten worden gezien als een pakket, kijk naar Proximus of de aankoop van een wagen -->
je doet er dingen bij die je denkt dat is moeilijker te onderhouden of waarvan je denkt dat
gaat de klant appreciëren

The Silo View
 Veel bedrijven werken in een silo
 De overheid: je hebt er verschillende onderdelen, ook alles wordt op een
andere manier geëvalueerd
 Alles werkt naast elkaar
 Het bonussysteem werkt ook anders als je kijkt naar heel het bedrijf

The (Open) System View
 Nadenken over het proces
 Je denkt na over waar in je proces het klant binnenkomt en
waar die buitenkomt + nadenken wat je weet over de klant
 Voorbeeld Zara: wilt geen producten maken die al verkocht
worden, men wilt producten maken die mensen willen en
gaan kopen. Maar dat betekent ook dat je het nu gaat
moeten maken want mensen willen het nu. Als je de
collectie pas over een jaar krijgt, dan moet je nadenken wat je daarover weet, bijvoorbeeld
kijken naar trendwatchers. In textielbedrijven moet men snel gaan = fast fashion.
 Voorbeeld Marie Antoinette: binnen de 6 weken lag de collectie in de winkel dus zo speelden
ze snel in op de vraag
 Bonussen? Ze gaan kijken naar wat mensen aan hebben van Zara om te kijken wat men als
bonus gaat geven. Bonussysteem voor managers is gebaseerd op informatie
 Geen just in time want dat is cost cutting.
 Nadelen fast fashion:
o Copy cat gedrag
o Niet super kwaliteit

3

, Cruciaal:
Hoe kunnen we de materiaalstromen (en informatiestromen en geldstromen) zowel binnen het bedrijf
als tussen de schakels van het logistiek netwerk zo effectief en efficiënt mogelijk organiseren en
aansturen?

Hoe kunnen we naast het beheersen van de logistieke kosten, productie en logistiek laten uitgroeien
tot speerpunten van de concurrentiekracht van een bedrijf?

 Supply management is aspecten van vorige dia in kaart brengen en dat wil je zo efficiënt
mogelijk sturen rekening houdend met de kosten

TRANSF0RMATIEPROCES VAN INPUTS NAAR OUTPUTS
Prestatiemaatstaven:
- (doorloop)tijd
- Voorraad
- hoeveelheid (per tijdseenheid)

 Service level agreement: contract met klant dat je bijvoorbeeld maar 2x per jaar te laat mag
leveren --> Hoeveel voorraad ga je dan aanhouden?

Processen (activiteit)
- Omzetting (ijzer - staal)
- Productie (Textiel - kledij)
- Assembleren (Onderdelen - componenten)
- Testen (Kwaliteit)

Soorten processtromen
- Job shop (Copycenter: eindverhandeling afwerken)
- Batch shop (Copycenter: 1000 exemplaren van een tekst maken)
- Assemblagelijn (Automobiel)
- Continue Stroom (Petroleumraffinage)

 Batch shop: Omstelling → water naar lemonade is 1u maar van lemonade naar water is 1,5
dag dus als je om de zoveel stuks gaat wisselen ga je een veel langere doorlooptijd hebben. Als
je het weken gaat doen en dan pas wisselen heb je meer voorraad en wordt de doorlooptijd
Kleiner tov process


 Als je gaat naar een hoger volume dus meer
gestandaardiseerd = eenheidskost lager
 Job shop = maatwerk




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller diedevdm. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $11.28. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$11.28  8x  sold
  • (1)
Add to cart
Added