Week 1:
HR 16 mei 1986, NJ 1987, 251 (Landbouwvliegers)
Rechterlijke toetsing algemeen verbindende voorschriften in materiële zin.
De staatssecretaris van Landbouw en Visserij heeft beschikking uitgebracht over het gebruik van
landbouwvliegtuigen. Gevolg van deze regeling is dat de omzet van sproeivliegtuig bedrijven zo’n 50-
70% zou gaan dalen. Twee verenigingen vorderen dat deze regeling buiten werking wordt gesteld.
Deze vordering werd toegewezen. Het Hof oordeelde dat de regeling in strijd is met het algemene
rechtsbeginsel van willekeur. Dit betekende dat de Hoge Raad oordeelt dat lagere wetgeving degelijk
aan algemene rechtsbeginselen mag worden getoetst. De Hoge Raad voegde hier echter wel aan toe
dat dit wel met enige terughoudendheid moet gebeuren, artikel 11 Wet AB. Zo wordt ervoor gezorgd
dat het huidige stelsel van de Trias Politica wel in stand blijft.
Rechtsregel: lagere wetgeving mocht worden getoetst aan de algemene rechtsbeginselen, mits dit
met de vereiste terughoudendheid gebeurde.
Willekeurssluis: AVV die in strijd is met een rechtsbeginsel is alleen onverbindend als de schending
willekeur oplevert.
HR 14 april 1989, NJ 1989, 469 (Harmonisatiewet)
Vanwege bezuinigingsmaatregelen heeft de overheid gezocht naar middelen die de studieduur zover
mogelijk zouden kunnen terugdringen. Dit resulteerde in een regeling waarbij in het gehele hoger
onderwijs zowel de inschrijvingsduur als het recht op studiefinanciering werd beperkt en
teruggebracht naar een periode van zes jaar. In dit arrest komen twee vragen naar voren:
- Mag de rechter een wet in formele zin toetsen aan fundamentele rechtsbeginselen?
- Mag de rechter een wet in formele zin toetsen aan het Statuut voor het Koninkrijk?
Beide vragen zijn ontkennend beantwoord. De Hoge Raad geeft uitleg aan artikel 120 van de
Grondwet, wat betekent dat de rechter niet de vrijheid heeft om een wet in formele zin te toetsen aan
fundamentele rechtsbeginselen. De enige uitzondering hierop valt te volgen uit het Agrarische
Waardebepaling Arrest waarin wordt gezegd dat er alleen aan ongeschreven rechtsbeginselen
getoetst mag worden. Het moet hier met name gaan om een situatie die bij vaststelling van de wet
niet voorzienbaar was en die in het speciale geval ingaat tegen de ongeschreven rechtsbeginselen.
ABRvS 9 mei 1996, Gst. 1997-7053, 9 m.nt. J.M.H.F. Teunissen (KwantumNederland B.V. (Maxis &
Praxis))
Marginale toetsing en verbod van willekeur
Kwantum Nederland B.V. wil een winkel openen op een industrieterrein in Venlo. Het thans geldende
bestemmingsplan laat de detailhandel op dit industrieterrein niet toe. Burgemeester en wethouders
van Venlo hebben wel de mogelijkheid om vrijstelling van dat verbod te verlenen. De rechtbank komt
tot de conclusie dat de nadelige gevolgen van het besluit tot verlening van de vrijstelling aan
Kwantum Nederland B.V. voor Maxis en Praxis onevenredig zijn, ten opzichte van de met dat besluit
te dienen doelen. De rechtbank vernietigt het besluit wegens strijd met artikel 3:4 tweede lid Awb.
Volgens de memorie van antwoord is het echter niet de bedoeling dat de rechter gaat beoordelen
welke nadelige gevolgen nog wel en welke niet meer evenredig zijn, of dat de rechter gaat uitmaken
welke uitkomst van belangenafweging als het meest evenwichtig moet worden beschouwd.
Opgemerkt dient te worden dat in casu ‘vol’ toetsen door de bestuursrechter op gespannen voet zou
staan met de Trias Politica (machtenscheiding). Niet geoorloofd is het dat de rechter in geval van
beleidsvrijheid zou kunnen bepalen welke manier van bevoegdheidsuitoefening het ‘meest evenredig’
is.
Rechtsregel: bij een discretionaire bevoegdheid kan de rechter de door een bestuursorgaan
(ingevolge artikel 3:4, tweede lid, Awb) te maken belangenafweging slechts marginaal toetsen.
In de sfeer van bestraffende bestuurlijke sancties is de rechter wel bevoegd en tevens verplicht om de
hoogte van de opgelegde sancties aan het evenredigheidsbeginsel te toetsen.
, ABRvS 4 juni 1996, ECLI:NL:RVS:1996:ZF2229 (Keuringsplaats Scheerwolde)
Terugtrekking marginale toetsing bij bestraffende sanctie; verbod van willekeur (art. 3:4 Awb)
Er dient een uitzondering te worden gemaakt op de terughoudende toetsing aan art. 3:4 lid 2 Awb. In
geval er sprake is van het beoordelen van de oplegging van een sanctie waarbij het bevorderen van
de naleving van rechtsnormen door middel van een toevoeging van extra leed, ter afschrikking,
voorop staat. In dat geval moet de rechter beoordelen of de ernst van het verweten feit en de zwaarte
van de opgelegde sanctie evenredig aan elkaar zijn.
ABRvS 4 maart 2015, AB 2015/160 m.nt. R. Stijnen (Alcoholslot)
Exceptieve (marginale) toetsing; verbod van willekeur (art. 3:4 lid 2 Awb)
De wettelijke regeling van het alcoholslot werd onverbindend verklaard wegens strijd met art. 3:4 lid 2
Awb (evenredigheid), zonder dat werd getoetst of sprake was van willekeur. De Afdeling verklaart de
regeling waarin het alcoholslotprogramma is opgenomen onverbindend, omdat het in strijd is met art.
3:4 lid 2 Awb. Reden hiervoor is dat in een groot aantal van de gevallen waarin het programma wordt
opgelegd de maatregel onevenredig kan uitwerken. De AVV wordt meer indringend getoetst door de
rechter.
Art. 3:4 lid 2 Awb wordt ineens gebruikt als een rechterlijke toetsingsnorm (in afwijking van Maxis &
Praxis). Er wordt meer indringend getoetst en de schending van het evenredigheidsbeginsel leidt
onzelfstandig tot de onverbindendverklaring van het voorschrift.
CRvB 1 juli 2019, AB 2019/463 m.nt. M. van Zanten (Verdeelmodel Participatiewet)
Een AVV kan buiten toepassing worden gelaten als de inhoudelijke rechtmatigheid van dat voorschrift
door een onzorgvuldige voorbereiding of een gebrekkige motivering niet kan worden beoordeeld. Wat
betreft de in acht te nemen belangen en de weging van die belangen geldt dat de beoordeling
daarvan intensiever kan zijn naarmate het AVV meer ingrijpt in het leven van de belanghebbende(n)
en daarbij fundamentele rechten aan. Bij de toetsing van de wijze waarop aan de beslissingsruimte
inhoud is gegeven kunnen het beginsel van zorgvuldige besluitvorming (artikel 3:2 Awb) en het
ongeschreven beginsel van deugdelijke motivering een rol spelen. De enkele strijd met formele
rechtsbeginselen kan niet leiden tot het onverbindend verklaren van een avv. Dat laat onverlet dat,
indien als gevolg van een gebrekkige motivering of onzorgvuldige voorbereiding door de rechter niet
kan worden beoordeeld of er strijd is met hogere regelgeving, de algemene rechtsbeginselen of de
algemene beginselen van behoorlijk bestuur, dit ertoe kan leiden dat de bestuursrechter een
algemeen verbindend voorschrift buiten toepassing laat en een daarop berustend uitvoeringsbesluit
om die reden vernietigt.
Schending van een materieel rechtsbeginsel kan zelfstandig tot een onverbindendverklaring leiden
(conform Widdershoven en Alcoholslot). Schending van formele rechtsbeginselen leidt alleen tot het
buiten toepassing laten van de AVV als door die schending niet meer goed kan worden getoetst aan
hogere regelgeving, rechtsbeginselen of a.b.b.b. A-G Widdershoven wordt dus gedeeltelijk gevolgd.
Toetsing vindt (in afwijking van het advies A-G Widdershoven) alleen plaats aan evenredigheid in
concreto.
ABRvS 2 februari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:285 (Harderwijk).
De Afdeling bestuursrechtspraak heeft in deze uitspraak een algemeen kader geformuleerd voor
toetsing van besluiten die berusten op een discretionaire bevoegdheid (al dan niet ingevuld met
beleidsregels) aan het evenredigheidsbeginsel als bedoeld in artikel 3:4 lid 2 van de Awb.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller emyproenings. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.84. You're not tied to anything after your purchase.