100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting - Vergelijkende biologie (EO5C2a) $16.72   Add to cart

Summary

Samenvatting - Vergelijkende biologie (EO5C2a)

 50 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Samenvatting van alle hoorcolleges Vergelijkende biologie met veel afbeeldingen ter verduidelijking. ()

Preview 4 out of 123  pages

  • February 13, 2024
  • 123
  • 2023/2024
  • Summary
avatar-seller
GRONDSLAGEN VAN DE BIOLOGIE

Thema 1: De structuur van een cel

1.1 Celtheorie

=Wat is een cel?

Geschiedenis:
o Cellen ontdekt in 1665 door Robert Hooke
o Eerste studies op cellen uitgevoerd door Mathias Schleiden (1838) en Theodor Schwann (1839)

Celtheorie:
1. Alle organismen zijn samengesteld uit cellen
2. Cellen zijn de kleinst levende eenheid
3. Cellen ontstaan alleen uit reeds bestaande cellen à Alle vandaag levende cellen vormen een
continue lijn van afstammelingen vanuit de eerste levende cellen

Celgrootte is gelimiteerd: als de celgrootte toeneemt duurt het langer voor inkomend of uitkomend
materiaal om te diffunderen van celmembraan tot binnen in de cel
o Verschil in structuur en grootte afhankelijk van de functie van de cel


Cellen worden meestal alleen waargenomen met microscopen en na specifieke kleuring:
o Lichtmicroscopen: onderscheiden structuren die 200nm (=nanometer) van elkaar liggen
o Electronenmicroscopen: onderscheiden structuren die 0.2nm van elkaar liggen
• Meer detail waarnemen, celkern en celorganellen waarnemen

Alle cellen hebben bepaalde structuren gemeen:
o Genetisch materiaal: bevindt zich meestal in celkern of nucleus
o Cytoplasma: semivloeibare matrix, omgeving binnenin de cel
o Plasmamembraan: een dubbele fosfolipide laag bestaande uit eiwitten en cholesterol

1.2 Prokaryote en Eukaryote cellen


o Gemeenschappelijke kenmerken:
• Celmembraan
• Cytoplasma
• DNA
• Ribosomen
o Verschil: prokaryoten hebben geen celkern, eukaryoten wel


Prokaryote cellen: studie van prokaryoten= microbiologie
o Geen echte celkern, genetisch materiaal aanwezig in kernzone of nucleoïd
o Eenvoudig cytoskelet
o Roterend flagellum (beweging)
o 2 typen van prokaryoten:


1
Nina Hoevenaars (2023-2024)

, 1) Archea: geen peptidoglycaan in celwand
2) Bacteria: celwand bestaat uit peptidoglycaan à gram positief (meer peptidoglycaan
aanwezig) of gram negatief


Eukaryote cellen: studie van eukaryoten= celbiologie
o Membraan-omgeven nucleus
o Complexer dan prokaryote cellen à cellulaire functies gecompartimentalizeerd in organellen =
(“aparte fabriekjes met eigen functie binnen een cel”) en het endomembranair systeem (=systeem
dat aan de binnenkant van een cel zit, bestaat uit membranen die aan elkaar gelinkt zijn)
o Ctyoskelet voor steun en behoud van celstructuur
o Dierlijke cellen en plantencellen




1.3 De belangrijkste componenten van de cel


1. De celkern


o Bevat genetisch materiaal in de vorm van vele lineaire chromosomen (DNA vormt samen met
eiwitten chromatine)
o Omgeven door een nucleaire enveloppe bestaande uit twee dubbele fosfolipide lagen
o Nucleaire lamina
o Nucleaire poriën= voor de passage van eiwitten (in, transcriptiefactoren) en RNA (uit)
o Nucleoli: synthese van rRNA en rRNA-eiwit complexen
o Nucleolus:




2
Nina Hoevenaars (2023-2024)

, • Kern in de kern, bevat het belangrijkste DNA + belangrijke informatie voor functionerende
ribosomen
• Cluster van rRNA genen + rRNA + r proteïnen
o Basis van de genetica:
• DNA: helix van 2 strengen die aan elkaar verbonden zijn
• 4 verschillende baseparen (DNA: GC/AT en mRNA: GC/AU)
- Genetische code is in drievoud
• DNA ----(transcriptie)---> RNA----(translatie)---> proteïnen
• Verschillende soorten RNA:
1) mRNA: messenger RNA, boodschapper RNA: uitwisseling van informatie tussen de
kern en het cytoplasma voor verdere processing
2) rRNA: ribosomal RNA
3) tRNA: transfer RNA, verantwoordelijk voor detecteren drievoudige genetische code
+ bijhorende aminozuur naar het ribosoom te brengen
• Anticodon loop: hier bevinden zich 3 baseparen
• Acceptor end: hier bevinden zich de omgezette aminozuren




2. Ribosomen


o Cellulaire machines van eiwitsynthese
o Bestaan uit ribosomaal RNA en eiwitten
o In cytosol of cytoplasma, gebonden aan interne membranen
o Universeel voorkomend in alle cellen
o Grote eenheid (bovenste deel ribosoom) en kleine eenheid (onderste deel ribosoom)


3. Endomembranair syteem


o Een serie membranen doorheen het cytoplasma
o Verdeelt cel in compartimenten met verschillende cellulaire functies
o Cisternale ruimte versus cytosol: cytosol is de vloeistof die zich bevindt binnen de cel, de cisternale
ruimte is de vloeistof die zich bevindt binnen de organellen
o Bestaat uit:


3
Nina Hoevenaars (2023-2024)

, 1) Endoplasmatisch reticulum
• Ruw endoplasmatisch reticulum (RER)
- Functie: helpen proteïnen aanmaken
- Door aanhechting van ribosomen geeft
het een ruw uitzicht
- Synthese van te secreteren eiwitten à
worden verder gezonden naar lysosomen
of plasmamembraan
• Glad endoplasmatisch reticulum (SER)
- Relatief weinig ribosomen aangehecht
- Synthese van (membraan)lipiden
- Intercellulaire calcium opslag
- Detoxicatie van vreemde substanties (bv. drugs, alcohol)
2) Golgi apparaat
• Samengesteld uit Golgi cisternae
• Platte structuur van geïnterconnecteerde membranen
• Voorkant= cis face (kant van de kern)
• Achterkant= trans face (kant van celmembraan)
• Eerst inpakken en distributie van materiaal naar
verschillende delen van de cel
• Dan post-translationele modificaties (= na de
vertaling van DNA à RNA à proteïnen) van
eiwitten en lipiden voor afgifte van cisternae
• Synthese van celwandcomponenten
3) Lysosomen
• = opruimingssysteem binnen de cel
• Membraan-omgeven vehikels die digestieve enzymen bevatten
• Afbraak van macromoleculen (= proteïnen, nucleïnezuur, lipiden, carbohydraten) en
oude celorganellen à dit proces= autofagie
• Afbraak van vreemde stoffen door cel opgenomen via fagocytose
• Zure pH via protonpomp activatie à dient om lysosoom te activeren en in werking
te brengen
• ‘Lysosomal storage disorders’: verlies van 1 lysosomaal enzyme dat
membraanglycolipide afbreekt, leidt tot aantasting van zenuwcelfunctie, resulterend
in spierrigiditeit en epileptische aanvallen


4. Microbodies


o Membraan-omgeven vehikels die enzymen bevatten
o Kunnen ontstaan uit fusie van ER vehikels
o Peroxisomen= blaasjes waarin vetzuren worden afgebroken tot belangrijke bouwstenen voor de cel
• Bevatten oxidatieve enzymen (voorzien de cel dus van zuurstof)




4
Nina Hoevenaars (2023-2024)

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ninahoevenaars. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $16.72. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$16.72  2x  sold
  • (0)
  Add to cart