Verschijnselen die met lading hebben te maken, noem je elektrische verschijnselen. Elektrische
verschijnselen ontstaan doordat ladingen krachten op elkaar uitoefenen.
Er zijn 2 soorten ladingen: positief en negatief.
Een positieve lading en een negatieve lading trekken elkaar aan.
Een positieve lading en een positieve lading stoten elkaar af.
Een negatieve lading en een negatieve lading stoten elkaar af.
Ongelijksoortige ladingen trekken elkaar aan en gelijksoortige trekken elkaar af.
Atomen bestaan uit een kern met daarin neutronen (neutrale geladen) en protonen (positief
geladen). Om die kern heen bewegen elektronen (negatieve geladen)
▫ Vaak zijn het aantal protonen en elektronen gelijk waardoor de ladingen opheffen en de
lading neutraal is. Wanneer ze niet gelijk zijn is een atoom geladen.
▫ Elektrische stroom bestaat uit lading die zich verplaatst. Het zijn de negatief geladen
elektronen die zich verplaatsen.
▫ Voor een blijvende elektrische stroom is een gesloten stroomkring en een spanningsbron
nodig.
▫ Metalen hebben als eigenschap dat ze makkelijk een elektron kunnen krijgen en afstaan. Ze
worden ook wel geleiders genoemd.
▫ De elektronen die zich verplaatsen zijn geleidingselektronen.
▫ Hoe meer lading zich verplaatst hoe groter de stroomsterkte. De stroomsterkte (I) is de
hoeveelheid lading die zich per seconde verplaatst en wordt gemeten in ampère (A).
▫ Voor kleine stroomsterktes wordt milliampère (mA) gebruikt, waarbij geldt 1A= 1000 mA.
Spanning veroorzaakt stroom:
De spanningsbron zorgt ervoor dat de elektronen energie krijgen en gaan bewegen.
De energie die er per lading gegeven wordt, wordt de spanning (U) genoemd en wordt
gemeten in volt (V).
Een spanningsbron heeft een negatieve kant met veel elektronen, deze stoten elkaar af en
willen graag naar de andere die heel weinig elektronen heeft en positief geladen is.
Wanneer je de min en plus pool met elkaar verbindt door een metalen draad gaan de
elektronen lopen en heb je dus je elektrische stroom.
Als het verschil in lading tussen min en plus pool heel groot, dan hebben de elektronen veel
energie en is spanning groot.
Bij een gloeilamp moeten de elektronen door een dunne draad, doordat het energie kost
wordt de draad warm en gaat licht geven.
, 3.2
De geleidbaarheid (G) geeft aan hoe goed een voorwerp of draad elektrische stroom geleidt. De
eenheid van geleidbaarheid is siemens (S). De geleidbaarheid van geleiders is groot, de
geleidbaarheid van isolatoren is klein.
De geleidbaarheid van een draad hangt af van:
1.De dikte van de draad: hoe dikker de draad, hoe groter de geleidbaarheid.
2.De lengte van een draad: hoe langer de draad, hoe kleiner de geleidbaarheid.
3.Het materiaal waarvan de draad is gemaakt.
Hoe beter een kabel geleidt, hoe minder energie het elektronen kost om erdoorheen te
gaan, dus hoe kleiner het energieverlies en brandgevaar .Door een draad met een grote
geleidbaarheid loopt bij gelijke spanning een grotere stroom dan door een draad met een
kleine geleidbaarheid.
Stoffen die een slechte geleidbaarheid hebben worden isolatoren genoemd, bijvoorbeeld
hout, plastic en glas.
Formules:
G= I/U
I= G x U
U= G/I
De geleidbaarheid (G) in siemens(S)
De stroomsterkte(I) in ampère (A)
De spanning (U) in volt (V)
Je kunt kijken hoe de geleidbaarheid van een stof verander door de stroomsterkte te meten
met verschillende spanningen.
Wanneer je de gegevens in een (I,U) diagram zet kun je aan de lijn zien wat er met de
geleidbaarheid gebeurt.
Bij recht evenredig verband geldt als de waarde van de ene grootheid twee keer zo groot
wordt, wordt de waarde van de andere grootheid ook twee keer zo groot.
Weerstand:
Weerstand geeft aan hoe slecht een voorwerp of draad stroom geleidt en is dus het
tegenovergestelde van geleidbaarheid.
Wanneer een stof een grote geleidbaarheid heeft, is de weerstand juist laag.
Isolatoren hebben een kleine geleidbaarheid, maat grote weerstand.
Je kunt weerstand berekenen met de geleidbaarheid:
Formules:
R=1/G
G=1/R
R= de weerstand in ohm (Ω)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marghonassan. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $2.71. You're not tied to anything after your purchase.