Minor LWK en OE (Lage Wervelkolom en Onderste Extr
Institution
Hogeschool Utrecht (HU)
Uitgebreide samenvatting voor de kennistoets (blok B) van de fysiotherapeutische minor: ''Diagnostiek en behandeling bij klachten aan de lage rug en onderste extremiteit'' (Hogeschool Utrecht). Alle lessen uit dit blok zijn samengevat (o.a. door het uitwerken van de leerdoelen per les). In deze min...
Minor LWK en OE (Lage Wervelkolom en Onderste Extr
All documents for this subject (8)
5
reviews
By: jeffreywestland1 • 4 year ago
By: lisapronk1 • 5 year ago
By: rikverboom • 5 year ago
By: thomspoelstra • 6 year ago
By: sannevanholst • 5 year ago
Seller
Follow
FysiostudentHU
Reviews received
Content preview
Samenvatting kennistoets blok B (Hogeschool Utrecht)
Minor: Fysiotherapie bij musculoskeletale klachten in de lage rug en onderste
extremiteit
Inhoudsopgaven
A.1. Heup
• Journalclub: behandeling liesklachten
• Vaardigheidsles 1: Functionele krachttraining van de heup
• Vaardigheidsles 2: postoperatieve revalidatie
• College 1: orthopedische interventies liesklachten
• College 2: spierproblematiek
A.2. Enkel
• College 1: Trainen van de looptechniek
• College 2: hulpmiddelen
• Vaardigheidsles 1: behandeling enkel- en voetproblematiek
• Vaardigheidsles 2: motorisch leren looptechniek
• Journalclub: therapie chronische enkel instabiliteit
A.3. Knie
• College 1: perspectieven aanpak AKP
• College 2: motorisch leren – een verdieping
• Vaardigheid 1: verhogen belastbaarheid bij AKP
• Vaardigheid 2: motorisch leren toegepast
• Journalclub: therapie anterior knee pain
A.4. Myofasciale pijn
• College 1: Klinisch redeneren behandelen myofasciale pijn syndroom
• Vaardigheidsles 1: klinsich redeneren behandelen myofasciale pijn syndroom
• College 2: interventies tendinopathie
• Vaardigheidsles 2: interventies tendinopathie
• Journalclub: interventies tendinopathie
A.5. Bekken
• College 1: behandelmogelijkheden bekkengordel
• Journalclub: behandeling bekkenproblematiek
• Vaardigheidsles 1: behandeling bekkenproblematiek
• Vaardigheidsles 2: behandeling complexe casuïstiek
A.6. Chronische Lage rugpijn
• Journalclub: gedragsgerichte therapie bij chronische lage rugklachten
• College 1 en vaardigheidsles 1: integratie psychosociale bevindingen in behandeling
• College 2: behandelmogelijkheden multidisciplinair
• Vaardigheidsles 2: motor control bij lage rugklachten
A.7. Hip-Spine syndroom
• Journalclub: Behandelmogelijkheden stenose
• College 1: operatietechnieken LWK en OE
• College 2: behandelmogelijkheden degeneratie
• Vaardigheidsles 1: postoperatieve begeleiding
• Vaardigheidsles 2: Multidimensonele behandeling
A.8. FBSS
• Journalclub: zelfmanagement
• College 1: pijnbestrijding
• College 2: pijneducatie en graded activity
• Vaardigheidsles 1: neurodynamica in behandeling
• Vaardigheidsles 2: gedragsverandering als behandeldoel
,Journalclub: behandeling liesklachten
Leerdoel(en) bijeenkomst
1. Kent de functies van de musculatuur rondom het heup gewricht.
Er wordt getheoretiseerd dat er in het menselijk lichaam twee spierstelsels bestaan:
Lokale systeem
Van lokale spieren wordt geacht dat ze belangrijk zijn in de stabiliteit van het gewricht door dicht bij
de gewrichtsas te werken (diep gelegen), waardoor ze overwegend gezamenlijk compressie bieden
in plaats van torsie. Lokale spieren hebben het vermogen om het gewricht te verstijven vanwege hun
uitgebreide aanhechting aan de belangrijkste passieve elementen van het gewricht.
Globale systeem
Daarentegen zijn globale spieren meer oppervlakkig gelegen spieren die een grotere torsie kunnen
genereren bij gewrichten als gevolg van hun grotere fysiologische dwarsdoorsnede en grotere
momentarm.
Type I spiervezels à lokale systeem
• Trage spiervezels
• Goed geschikt voor het maken van tonische spiercontractie omdat ze niet vermoeid worden.
• Ideaal voor posturale controle
• Diep gelegen vezels
• Stabiliserende rol
• Nabij het draaipunt van het gewricht
Type II spiervezels à globale systeem
• Oppervlakkig gelegen
• Dragen bij aan de gewrichtspositie
• Door een grotere CSA- en momentsarm kunnen ze een grotere torsie kracht genereren.
De rotator cuff van de heup = de diepe heup exorotatoren + gluteus minimus = hoofd actieve
stabilisatoren van de heup.
• Quadratus femoris
• Obturatorius internus
• Obturatorius externus
• Gemelli
• Gluteus minimus; uitgebreide aanhechtingen aan het gewrichtskapsel. Om deze reden kan
de gluteus minimus belangrijk zijn bij het stabiliseren van de heup doormiddel van het
moduleren van gewrichtskapsel stijfheid.
De diepe exorotatoren produceren minimale rotatiekracht gezien hun kleine PCSA en momentsarm.
Deze spieren hebben echter een gunstige verhouding tussen PCSA en vezel lengte, waardoor ze
mogelijk geschikt zijn om de heupkop in het acetabulum te drukken.
Hypertrofie van de m. iliocapsularis kan een compensatie strategie zijn om de gewrichtsstabiliteit van
de heup te verbeteren bij aanwezigheid van passieve heupinstabiliteit.
,Overige spieren
• Gluteus medius; voorkomt pelvic-drop (adductie).
• Gluteus maximus
• Iliopsoas à heeft een vergelijkbare rol met de spieren van de rotator cuff doordat ze de
stabiliteit van het gewricht kunnen beïnvloeden, niet alleen door de insertie maar ook door
de spanning in de musculotendineuze eenheden als ze over het anterieure aspect van het
heupgewricht gaan.
2. Kent de inter- en extra-capsulaire ligamentaire structuren van het heupgewricht.
Extra-capsulaire ligamenten
• Lig. iliofemorale
o Na het doorsnijden van het lig. iliofemorale is er een significante toename van de
heup exorotatie en translatie van de femurkop. Dit suggereert dat het ligament een
significante stabiliserende rol in de heup kan hebben.
• Lig. pubofemorale
• Lig. ischiofemorale
Intra-capsulaire ligamenten
• Lig. teres
o Dit ligament bevat vrije zenuwuiteinden en hecht aan op het lig. transversale
acetabulare en dus ook op het acetabulare labrum, dit suggereert dat het ligament
een proprioceptieve en pijn functie heeft.
3. Kent de verschillende risico factoren voor het ontwikkelen van degeneratieve
heuppathologie.
Risicofactoren ontwikkelen degeneratieve heuppathologie:
• Gegeneraliseerde laxiteit van de ligamenten
• Repetitieve lage belasting in de heup
• Acute hoge belasting in een normale heup
• Ontwikkeling van dysplasie van de heup
• Abnormale morfologie van het acetabulum, femurkop of nek.
Vervroegde degeneratieve heuppathologie
• Letsels van acetabular labrum en van de iliofemorale ligamenten leiden tot verhoogde
translatie van de femurkop en mogelijk tot gevolg vervroegde degeneratieve
heuppathologie.
• Instabiliteit leidt tot verhoogde spierspanning en osteofytvorming wat leidt tot verminderde
translatie mogelijkheid en dus ook stabiliteit.
4. Kent de functie van het acetabular labrum.
Sealing mechanisme
Het acetabulaire labrum en het lig. transversale acetabulare hebben een belangrijke rol als afdichting
(seal), waardoor beweging van synoviaalvloeistof in en uit de intra-articulaire ruimte wordt beperkt.
Dit afdichtingsmechanisme (seal-mechanism) kan mogelijk helpen de belasting gelijkmatig over de
gewrichtsvlakken van de heup te verdelen, waardoor het directe hyalienkraakbeen contact wordt
vermindert. Dit afdichtingsmechanisme kan ook helpen om een gedeeltelijke vacuüm in de
verbinding te handhaven, hetgeen verder bijdraagt aan passieve stabiliteit.
, Break the seal
Van verstoring van het acetabulaire labrum wordt gedacht dat het de afdichting van het heupgericht
verbreekt (break the seal) en leidt tot een verhoogde contactdruk van de femorale kop tegen het
acetabulum en de daaropvolgende pathologie van gewrichtskraakbeen.
Overig
Binnen de fysiotherapie is binnen het behandelen van musculoskeletale klachten vaak aandacht voor
het optimaliseren van de stabiliteit. Hierin wordt regelmatig onderscheid gemaakt tussen drie
systemen, te weten het passieve, actieve en neurale systeem. Het niet optimaal functioneren van
één van de systemen en het niet kunnen compenseren door een ander systeem zou kunnen zorgen
voor toegenomen gewricht translaties en toename van belasting van een gewricht. Dit zou
uiteindelijk kunnen resulteren in het ontstaan van klachten.
Narrative review: in een narrative review maakt de auteur zelf een selectie van te includeren studies
en ontbreekt meestal een (beschrijving van een) zoekstrategie. De wetenschappelijke waarde van
een narrative review is daarom beperkt.
Sportactiviteiten met herhaaldelijk axiale druk en rotaties hebben invloed op het ontwikkelen van
lokale laxiteit. Dit kan leiden tot langdurige rek op de ligamenten en dus lokale laxiteit.
Doel studie: een beter begrip van de relatie tussen de functie van de heupspieren en de
gewrichtsstabiliteit kunnen de specificiteit van oefentherapie interventies verbeteren met potentieel
om de behandeluitkomsten te verbeteren. Het doel van deze studie was om de beschikbare
literatuur te evalueren met betrekking tot de rol van de heupspieren in de actieve stabiliteit van de
heup te beoordelen.
Het heupgewricht is niet helemaal congruent. De heupkop heeft aanzienlijk meer gewrichtsvlak in
vergelijking met het acetabulum. Dit heeft als resultaat dat gedurende het staan, het anterieure en
superieure gewrichtskraakbeen van de heupkop blijven blootgesteld. Dit zorgt voor meer mobiliteit
in de heupflexie, maar verhoogt ok de afhankelijkheid van de anterieure zachte weefsels voor de
stabiliteit = functionele aanpassing.
De link tussen posterieure heup instabiliteit en femorao-acetbulair impingement (FAI)
FAI geeft een verhoogd risico op acetabulaire labrum pathologie en heup artrose. Dit op zich kan
resulteren in de ontwikkeling van heupinstabiliteit. Doordat je verder naar achter schuift kun je
schade aan de ventrale zijde krijgen (FAI).
Bovendien is er onlangs een verband gelegd tussen posterieure heupinstabiliteit en FAI, waarbij de
auteurs stellen dat wanneer de heup voortijdig de eindgrens bereikt in flexie en endorotatie, de
heupkop tegen de achterste gewrichtsstructuren wordt geheven, dit kan al resulteren in subluxatie(s)
met een lage snelheid en kracht.
Feedforward mechanisme: contracties van de lokale spieren worden beschouwd als een feed-
forward strategie door het zenuwstelsel. Het feed-forward mechanisme is de voorbereiding, en dus
het stabiliseren en beschermen van de verbinding of gewrichten voor de verstoring veroorzaakt door
beweging van ledematen.
Primaire actieve stabilisator; spieren die een grote kracht kunnen genereren over een kleine
verandering in spierlengte, zijn spieren die zorgen voor gewrichtscompressie.
Fysiotherapeutische interventie bij heupinstabiliteit
1) Her-trainen van de diepe heupstabilisatoren
2) Her-trainen van een normaal feed-forward posturale activiteit (proprioceptie).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller FysiostudentHU. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.50. You're not tied to anything after your purchase.