4 hoofdvragen van Tinbergen:
2 proximate vragen
o What is the causation of the behaviour? ~oorzaak
o How does the behaviour develop during ontogoney? ~ontwikkeling
2 ultimaat
o What is the function of the behaviour? ~functie
o How does the behaviour develop during pfylogeny? ~evolutie
Aanvullende vragen op die van Tinbergen:
o Wat is het effect van leerprocessen op het gedrag?
o Zijn er modellen mogelijk die het gedrag kunnen verklaren en concepten
integreren?
Vinden van antwoorden:
Uitgebreide anamnese
Klinisch onderzoek
Observatie
o Valkuilen:
Selectieve attentie
Optische uitdagingen (Zonder eigen interpretatie, gedrag heel simpel
benoemen)
Structureel observeren vereist dat we dezelfde informatie op
een andere manier bekijken
Mens verstoord gedrag (dieren gaan anders gedragen in
aanwezigheid van mens, ongeacht de interactie)
Context
Kennis passen we onbedoeld toe
Kan alleen opgelost worden door objectief & systematisch te observeren in controle en
‘experimentele’ situatie, open ipv gesloten vragen
Hoe observeren:
Bewust van dat het menselijk brein eigen wetten heeft
Werk systematisch
o Ethogram = algemene lijst van gedragingen
Bewaar zoveel mogelijke geschreven documenten en video’s
Werk indien mogelijk dubbelblind (= degene die met het dier omgaat niet weet waar
het over gaat) of triple blind (= nog 1 tussenpersoon ertussen)
Wees bewust van de invloed van je fysieke aanwezigheid en van het Slimme Hans-
effect
Erken de verschillen in perceptie
H2 Evolutie & domesticatie
Nature vs nurture
Gedrag steunt op informatie opgeslagen in het genoom aangeboren, instinct
Gedrag steunt op informatie uit individuele ervaring aangeleerd gedrag
Gedrag ontwikkelt door interactie met omgeving
Slechte omgeving slechte invloed, goeie omgeving goeie invloed
Meeste gedrag beïnvloed door heel veel genen
Evolutie – selectie
Natuurlijke selectie
o Gebeurt op niveau van het gen en niet op het niveau van het individu
o Onder invloed van omgeving
1
, o Survival of the fittest
Seksuele selectie
o Onder invloed van andere sekse
Kunstmatige selectie
o Onder invloed van mens
Surivial of the appropiate
Bestuderen via fossielen
o Geeft zeer weinig informatie ivm gedrag
Bestuderen via vergelijkende studies van gedrag van verwante soorten
Modificatie en ritualisatie
Intentiebewegingen en overspronggedrag krijgen uiteindelijk signaalwaarde. Veel ‘Fixed
Action Patterns’ hebben een signaalwaarde, ontstaan in sociale situaties
Gedragingen leverde het dier voordeel op bij verjagen tegenstrever of copulatie
Zijn daarom geselecteerd en veranderd qua context
Oversprong gedrag
Bij langdurig intern conflict ineens over naar ander systeem
Soms is de oorsprong van gedrag lastig te achterhalen
Disinhibitie hypothese: 2 sterk gemotiveerde gedragingen inhiberen elkaar en heffen
daarmee ook hun remming op andere motivaties op
Functie: poging om tijdens conflict aandacht te verleggen en daarmee voor zichzelf
mogelijkheden scheppen om oplossing van het conflict te vinden
Functie van gedrag
Linken aan voordelen voor een individu (niet de soort) reproductief succes = fitness
Evolutie selecteert gedrag dat verschil tussen kosten en voordelen maximaliseert optimale
gedrag
Domesticatie
Populatie dieren aangepast aan de mens en de (opgelegde) omgeving door
o Genetische veranderingen over generaties (kunstmatige selectie)
o Omgeving geïnduceerde veranderingen in de ontwikkeling bij elke generatie
Gevolgen voor morfologie en fysiologie
H3 gedrag en fysiologie
Gedrag omvat complexe serie fysiologische patronen:
Zenuwstelsel (zeer snel, kortdurend)
o Animale deel (bewust)
o Autonome deel (sympatisch = actief en parasympatisch = inactief)
Endocriene stelsel (trager, langdurend)
o Hormonen
Oversprong gedrag: interne conflict oplossen overspringen naar een lager gedrag
Geritualiseerd gedrag: gedragingen in bepaalde vorm uitvoeren om de indruk te creëren dat
ze intimiderend zijn (geen bedreiging, maar komt wel zo over).
Centrale regulatie van gedrag:
Brein: centrale punt met complexe interacties <-> endocriene stelsel
Bv hypothalamus en hypofyse
Bv biologische klok
Hormonen zijn heel belangrijk onderdeel van regelsysteem (gedrag)
Hypothalamus stuurt aan
2
, o Reguleert autonome zenuwstelsel
o Intermediair tussen zenuwstelsel en endocriene stelsel
o Via zenuwprikkeling en hormonaal via releasingfactoren
Hypofyse regelt (thermostaat)
o Geeft boodschapperstoffen af stimulating factors naar endocriene klieren
Endocriene klieren koppelen terug op beide systemen zodat balans ontstaat
Hypothalamus:
Speelt belangrijke rol in de motivationele toestand van een dier
Regelt honger, dorst, angst etc.
Interne toestanden die variëren in grootte en helpen bepalen op welke stimuli een
dier zal reageren en op welke niet, met welke intensiteit ze een gedrag zullen
vertonen
Causale verklaring voor gedrag
Reguleert homeostatische processen en emotionele reacties
Directe verbinding met hypofyse
Neuronen produceren hormonen
o Oxytocine
o ADH of vasopressine
Releasing en inhibiting hormonen
Via bloedbaan naar hypofysekwab
Regulatie hormoonvrijstelling door endocriene cellen van adenohypofyse
Lymbisch systeem
Herinnering en emoties
Bestaat uit:
o Hypothalamus
o Hippocampus
o Amygdala
Amygdala: zorgt ervoor dat er dingen opgeslagen worden die
met een levensbedreigende situatie te maken heeft (de details ect van die situatie; 1
onderdeel van de onthouden situatie kan al angst triggeren autogeluid bij bink)
Gedrag = beslissingen nemen
2 soorten behoeften
Korte termijn ‘needs’:
o Onmiddellijke fysiologische feedback als aan voldaan
o Gedrag gemonitord en gereguleerd door de consequenties van dat gedrag
negatieve feedback (bv honger en eten)
Long termijn needs (onvervangbare/essentiële gedragingen)
o Niet bepaald door direct consequenties
Bv grooming en zandbaden
Sociale interactie
Neurobiologische regulatie van beloningssysteem
Lange termijn behoeften kunnen niet direct worden beloond door effect je brein
geeft stof af wat voldaan gevoel geeft
Ethological needs
Besluitvorming
Beloningscentra zijn deel van het limbisch systeem (reguleren de reactie op potentiële
beloning/straf
Amygdala belangrijk component beloningssysteem (dopamine en opiaten/endorfine)
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller joellemarcks. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.02. You're not tied to anything after your purchase.