Een uitgebreide samenvatting die ALLES bevat van informatie die je nodig hebt voor het examen! Alle lessen zijn getranscribeerd vanuit het jaar van Stijn Joye, dus moet het boek niet per sé gelezen geworden.
Geslaagd in 1e zit :)
LES 1: HOOFDSTUK 1: BOUWSTENEN DEEL 1: Teken & betekenisvol communiceren
1) Hoe ontstaat betekenis?
a. Vb. getal 1999
i. Uitspraak “duizendnegenhonderdnegenennegentig” => link met getal
ii. Uitspraak “negentiennegenennegentig” => link met jaartal
iii. Materiële tekenvorm (hoe materaliseert een teken zich?) =
signifiant (SA) Uitspraak
2) Basisconcepten
a. Semiotiek (overkoepelend veld) = het leren van tekens; hoe zijn de tekens op
elkaar afgestemd?
- Subdomeinen
i. Fonologie = Veel interesse voor de kleinste eenheden (vb. klanken)
ii. Syntaxis = structuren, patronen van een zin
iii. Semantiek = Relatie tussen teken & betekenis?
iv. Pragmantiek = Relatie tussen tekengebruiker en betekenis?
b. Intensie = alle mogelijke criteria waaraan een bepaald
object/voorwerp/persoon moet voldoen opdat je die term kan toepassen
(maw: wat zijn kenmerken/eigenschappen die iemand moet bezitten opdat je
term zou kunnen toewijzen aan iets)
VB: Romantische komedie = liefde, romantiek, drama, happy end, meestal een
heteroseksuele relatie
Extensie = Alle mogelijke voorwerpen/objecten die terecht dat label/term
kunnen dragen: klasse/verzameling van zaken die alle mogelijke
eigenschappen van de intentie hebben voldaan
VB: Romantische komedie = (de objecten waar dat je die kenmerken in
terugvindt), veel films met Hugh Grant
Subjectief, gaat over tekens en hun context
c. Teken bestaat uit 2 elementen:
i. Signifiant/Betekenaar = tekenvorm, de materiële vorm waarin het
teken tot uiting kan komen/drager van betekenis (wat we waarnemen)
VB: uitbootsing van klank “stoel” = materiële betekenisdrager OF
combinatie van allemaal lijntjes op het bord OF icoon/foto van stoel
ii. Signifié/Betekende = definitie die je vindt op Wikipedia, het begrip
Relatie toevallig/op afspraak
d. Referent = Fyiek object waarnaar teken verwijst
i. Niet elk teken referent! (vb. liefde/waarheid; geen ref, wel SA/SE)
1
, ii. Hoeft niet aanwezig te zijn in kamer om te weten over wat het gaat
Subjectief
e. Significatie (Roland Barthes)
i. Primair betekenisniveau = ALTIJD! - Vergelijkbaar met signifié
(Wikipedia definitie) – denotatie
ii. Seculdair betekenisniveau = mogelijke (niet altijd) connotatie, extra
betekenis – afhankelijk van signifiant
Evaluatieve lading = Negatieve/positieve connotatie?
Referentiële lading = betekenis variabel van persoon -
persoon/tijdsgeest – tijdsgeest
iii. Vb. Signifiant = de afbeelding zelf of een aantal lijntjes die getekend
zijn
Signifié = wikipediadefinitie “de davidsster”
Primair niveau = davidsster
Secundair niveau = vervolging vd joden
Evaluatief negatieve connotatie
3) Tekensystemen (= wat zijn relatie van tekens?)
a. Charles Peirce
i. Representamen = teken (heeft SA & SE)
Object = afbeelding vh representant
Interpretant = combinatie representamen & object creëert extra
betekenis bij persoon (mentale concept/betekeniseffect van relatie op
tekengebruiker) Bij 80% vd mensen hetezelfde (=> signifié)
ii. Relatie representamen (teken) – object HEILIG
iii. Interpretant kan individueel veranderd worden (vb. negatieve
ervaring? interpretant wordt beïnvloed daardoor!
2
, b. De Saussure (Uitvinder SA & SE)
i. Onderlinge relaties tussen tekens HEEL belangrijk!
Objecten/referenten niet nodig!
ii. Iets haalt betekenis uit iets anders (hond – kat, warm – koud)
iii. Categoriseren: Indelen van voertuigen, voedingsmiddelen…
adhv tekens kunnen we dat doen; maken we zelf!
iv. VB: APPEL (signifiant = foto van appel, signifié = wikipediabetekenis)
je weet wat signifié ve appel is, dus ken je ook signifiant van
volgende begrip ENZ.
SE wordt EXTRA SA voor ander teken
v. Signifiant/betekenaar = drager van betekenis ve bepaald teken
c. De Saussure 2 SOORTEN RELATIES:
i. Paradigma = verticale relatie, klasse van tekens die allemaal bij elkaar
horen omw. van gemeenschappelijke kenmerken tekengebruiker
selecteert teken uit een ganse reeks tekens
ii. Syntagma = horizontale relatie, tekens betekenisvol combineren
3
, 4) Tekenindelingen (=wat bestaat er allemaal van tekens? Classificatie)
a. Charles Peirce
i. Relatie teken – object
ii. 3 soorten tekens:
Icoon (=gelijkt op het ding naar waar het verwijst imitatie)
VB: plattegrond van gebouw = icoon want het lijkt op het
gebouw zelf OF man/vrouw bij toiletten)
Index (= verwijst naar natuurlijk verband; oorzaak-gevolg
Ervaring!
VB: litteken wijst op ongeval/operatie)
Symbool (=abstract, toevallig door ons gecreëerd)
b. Peters
i. Hoe zit relatie in elkaar?
ii. Relatie natuurlijk zonder tussenkomst mens? Index
iii. Relatie gemaakt door mens? Kunstmatig
Toeval/arbitrair => conventioneel
Gemotiveerd (=er is een reden waarom je link legt)
a. Icoon (=er is een gelijkenis)
b. Symbool (=associaties; vb. wit met puurheid, zee met
oneindige, lente voor een nieuw begin)
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marie-julielambrecht. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.40. You're not tied to anything after your purchase.