▪ Horizontaal familierecht → Partners = je echtgenoot, de persoon met wie je samenleeft, je
vriendje… Deze personen hebben de wettelijke plicht om elkaar te beschermen. Daaruit
vloeien voort persoonlijke relaties, solidariteit, duurzaamheid en gelijkwaardigheid.
We gaan het in de cursus wat betreft het horizontale familierecht hebben over het begin van die
levensgemeenschap, hoe je u huwelijk aangaat. Wat is de inhoud en wat gaat er gebeuren tijdens dat
samen zijn en wat gebeurt het wanneer het niet langer zo is.
Twee soorten: huwelijk en wettelijke samenwoningen zijn verhoudingen van staat die beschermd
worden door het recht op bescherming van het gezinsleven dat je terug vind in art 12 van het evrm.
Zowel het grondwettelijk hof als het Europees hof heeft gezegd dat het geen discriminatie uitmaakt dat
gehuwden meer bescherming genieten dan feitelijk samenwonenden.
▪ Verticaal familierecht → Ascendenten – descendenten = je ouders, grootouders (ascendenten)
en je kinderen (descendenten)
▪ Verwanten is een ruim begrip = iedereen die door bloedverwantschap met u een band heeft
dan wel aanverwantschap (= de aangetrouwde familie)
▪ Kruispunten → Reglementering
De kruispunten, de plaatsen waar er reglementering gaat komen en waar het horizontaal en het
verticaal familierecht elkaar gaan kruisen. Voorbeeld: het ontmoeten van huwelijksrecht en
afstammingsrecht geeft huwelijksbeletselen + als je met iemand gehuwd bent en de vrouw bevalt dan
ben jij als man automatisch de vader = het vaderschapsvermoeden
In dit hoofdstuk bespreken we drie soorten partnerrelaties:
▪ Huwelijk → Echtgenoten
▪ Wettelijke samenwoning → Wettelijke samenwoners
▪ Feitelijke samenwoning → Feitelijke samenwoners
2
, 2) Huwelijk
Voor het huwelijk, wanneer je iemand ten huwelijk vraagt heb je nog een bepaalde periode dat je de
verloving noemt. De verloving vind je nergens terug in de wet. Een echte wettelijke bescherming
bestaat er dus niet.
Een huwelijk is een algehele levensgemeenschap van twee natuurlijke personen bij een plechtige
overeenkomst dat georganiseerd is als een instituut.
▪ Organisatie van instituut: invulling van levensgemeenschap in principe aan contractvrijheid van
gehuwden onttrokken.
▪ Huwelijk regelt persoonlijke en vermogensrechtelijke solidariteit. → Instituut ook van sociale
zekerheid, door sociale functie is er geen zuivere privéaangelegenheid.
Staat is betrokken bij:
▪ Huwelijksvoltrekking (art 164/1 ev oud BW)
▪ Inhoud (art 212 ev oud BW)
▪ Einde (art 229 en 230 oud BW)
↔ Verloving: Inhoud is heel sterk veranderd. Voor het huwelijk heb je een verloving = periode van
verloving, nog geen juridische verbintenis maar een sociale verbintenis.
a) Grondvoorwaarden
De geldigheid van een huwelijk hangt af van de naleving van de vorm- en grondvoorwaarden. Er zijn
ook nog toelatingsvoorwaarden, wie is wel en niet geschikt om huwelijk aan te gaan. Bij miskenning
van toegangsvoorwaarden en het bewijzen ervan zijn bijzonder geregeld.
▪ Leven → Niet prenataal of post mortem
Om te huwen moet je leven, je kan dat niet aangaan als je nog niet geboren bent of niet meer in leven.
Dat is niet vanzelfsprekend, in Frankrijk kan je nog altijd huwen met een persoon dat overleden is. Als
je verloofde komt te overlijden (art 171 code civil) en diens wil stond vast dat die weldegelijk met je
zou huwen kan dat huwelijk nog aangegaan worden. In België kan wel nog gehuwd worden op het
sterfbed. Dus ook al weet men dat die persoon niet meer lang te leven heeft kan die alsnog huwen.
▪ Geslacht → Vastgesteld
3
, Je geslacht moet vastgesteld zijn, vanaf 2003 is dat zo. Daarvoor moest het gaan om een man en een
vrouw. Nu kan iedereen met iedereen trouwen. Het Europees hof en het hof van justitie aanvaarden
het homohuwelijk. Het Europees hof heeft gesteld dat het niet in strijd is met artikel 12 van het evrm
en het hof van justitie heeft gezegd dat het niet strijdig is met artikel 9 handvest grondrechten EU.
▪ Toestemming → Geen wilsgebreken
Er moet toestemming zijn, vroeger moesten de ouders ook akkoord zijn terwijl nu enkel de twee
personen in kwestie akkoord moeten gaan.
o dwaling, is dat een reden om te zeggen dat er geen huwelijk was? Ja dat is een reden
tot nietig verklaring van het huwelijk maar enkel en alleen wanneer het gaat om
dwaling om een persoon en niet een dwaling over een eigenschap. Dwaling leidt tot
relatieve nietigheid, er is een bijzonder vervaltermijn, de vordering tot nietigverklaring
is niet meer ontvankelijk wanneer de samenwoning wordt voorgezet gedurende 6
maanden na ontdekking dwaling. Bedrog is geen nietigheidsgrond tenzij als het de
dwaling tot gevolg heeft. Je kan uiteraard op grond van bedrog een echtscheiding
aanvragen.
o Benadeling, misbruik van omstandigheden is ook geen nietigheidsgrond.
→ Het grote verschil tussen nietig verklaring en echtscheiding van een huwelijk
is dat je dan een ontbinding van het huwelijk ex nunc hebt terwijl dat bij een
nietigverklaring ex tunc is. dat wil zeggen dat er nooit een huwelijk is geweest.
▪ Bekwaamheid → Niet-beschermde meerderjarigen
o als het blijkt dat er een huwelijk gesloten is door minderjarige personen is het huwelijk
absoluut nietig. Die nietig verklaring moet gevorderd worden. Je hebt daarvoor maar
tijd tot 6 maand nadat die persoon meerderjarig geworden is, nadien hersteld die
nietigheid zich vanzelf.
o Om te huwen moet het gaan om een niet beschermde minderjarigen. Bij rechterlijke
bescherming gaat de vrederechter beslissen of er een huwelijk kan aangegaan worden.
Als die persoon handelingsonbekwaam is maar wel wilsbekwaam dan zal die
vrederechter een machtiging kunnen geven. Wordt er een huwelijk aangegaan zonder
de machtiging van een vrederechter dan is dat huwelijk relatief nietig (art 493 oud bw).
Een bewindvoerder zal hiervoor nooit tussenkomen en zal iemand hierin geen bijstand
geven.
▪ Twee personen → Met één, andere, natuurlijke persoon
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller RECHTENVUB1234. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $17.07. You're not tied to anything after your purchase.