Een uitgebreide samenvatting van het boek 'De wereld van het recht' met duidelijke uitleg en voorbeelden.
-
Periode A: Inleiding SJD
-
Cijfer: zelf heb ik een 9,4 gehaald.
1.2 Indelingen
Het recht van Nederland wordt onderverdeeld in 2 categorieën:
Privaatrecht (Civiel/burgerlijk recht) regelt het recht tussen burgers onderling
Publiekrecht rechtsbetrekking tussen burgers en de overheid
Burgers: Natuurlijke personen en rechtspersonen
Natuurlijke personen: Mensen van vlees en bloed
Rechtspersonen: Organisaties die ook rechten en plichten hebben (vereniging)
Rechtssubjecten: Dragers van rechten en plichten (= personen en rechtspersonen)
De rechtsgebieden binnen het publiekrecht en privaatrecht:
(De indeling binnen de rechtsgebieden, behalve het staatsrecht)
Een andere indeling van het recht betref de indeling:
Materieel recht
Formeel recht
Het materieel recht bevat de inhoud van het recht. Hierin staan dus wat je rechten en
plichten zijn, wat je wel of niet mag doen, en wat er gebeurt wanneer je bepaalde plichten
niet nakomt of wanneer je rechten van anderen schendt.
Het formeel recht is van toepassing als jouw recht is geschonden of als je jouw
verplichtingen niet nakomt. Het formele recht geef namelijk regels voor procedures. (ooals
Hoelang mag de politie mij vasthouden? Welke procedure moet ik volgen om DUO aan te
vechten?)
Naast Materieel en formeel recht bevaten weten en regels ook”
Objectief recht Het geheel van rechtsregels die in Nederland gelden
Subjectief recht De bevoegdheid die je hebt om aanspraak te maken op het
objectieve recht. (Je hebt de bevoegdheid om iets te vragen, vorderen of te eisen van
een ander.)
,Bijvoorbeeld discriminate is verboden volgens artkel 1 van de grondwet (objectef rechtt) Als
je wordt gediscrimineerd dan heb je de bevoegdheid om hier beroep op te doen (subjecteft
Een andere indeling:
Dwingend recht weten en regels waar je je verplicht aan moet houden
Aanvullend recht (bij privaatrecht) Het wetsartikel slechts geldt voor zover er niet
door een regeling van partijen afgeweken is. We spreken van de contractsvrijheid
tussen partijen in het privaatrecht. Voor veel aanvullende regels geldt dus dat je je
volgens die regels mag gedragen, maar het is niet verplicht. Tenzij het wetsartikel
dwingend is dan mag je er niet van afwijken ook al stemmen alle partijen ermee in.
(Bijvoorbeeld: trouwen met meer dan 1 persoon)
Als de regel uit 1 van deze 4 rechtsbronnen kom, dan wordt de regel pas als rechtsregel
gezien, anders niet.
De wet: wordt gemaakt door staatsorganen = Staten-Generaal + de regering. Dit zijn
weten in formele zin.
Jurisprudentie: is het geheel van de rechterlijke uitspraken die door rechter zijn
gedaan. Ontstaat doordat er in de wet vage termen of “open” normen worden
gebruikt. Als een rechter ergens uitspraak over moet doen, is het mogelijk dat zij
daarbij een weg inslaan waarop zij door andere rechters worden gevolgd. Hierdoor
kan vaste rechtspraak ontstaan.
Gewoonterecht: staat nergens genoteerd maar wordt nageleefd, omdat het gepaard
gaat met de gewoonte/ het echte leven. Maar bijvoorbeeld je mag niet met volle
mond eten is geen gewoonterecht, want je kan niet naar de rechter stappen als
iemand dat toch wel doet.
Het gewoonterecht gaat gepaard met rechtsonzekerheid en rechtsongelijkheid.
Verdrag: Overeenkomsten tussen staten en internationale organisaties
Taken van de staat:
1. Weten maken
2. Besturen
3. Rechtspraak
Totstandkoming van een wet in formele zin oie blz 42/43
,Deel 2 Privaatrecht
Hoofdstuk 2: Verbintenissenrecht
2.2 Verbintenis
Verbintenisrecht: Regelt de rechten en plichten van de bij de verbintenis betrokken
personen. Als iemand de verbintenis niet na komt, dan heb je het verbintenis recht
nodig.
Verbintenis: is een vermogensrechtelijke rechtsbetrekking tussen twee of meer
personen op grond waarvan de ene persoon een recht heef op een prestatie die
door de andere persoon verricht moet worden.
Om van een verbintenis te spreken, moet er sprake zijn van:
1. Een rechtsbetrekking, die
2. Vermogensrechtelijk is, en
3. Tussen twee of meer personen geldt
Rechtsbetrekking is een betrekking met juridische gevolgen.
Vermogensrechtelijke rechtsbetrekking: De rechtsbetrekking die is ontstaan is op
geld waardeerbaar. (Uitzondering: rechtsbetrekking dat je gaat trouwen)
Twee personen die rechten en plichten tegenover elkaar hebben.
2.4 Ontstaan van verbintenissen
Verbintenissen ontstaan op 2 manieren:
1. De rechtshandeling (bijv: overeenkomst) Je sluit een overeenkomst met iemand
2. De wet Je verricht een handeling waaraan de wet een gevolg verbindt zonder dat
je dit gevolg wilde. (bijv jij schopt een ruit kapot van de buurvrouw en je moet nu
schade vergoeding betalen, dit is volgens de wet geregeld)
, Hoofdstuk 3: Verbintenissen uit de overeenkomst
3.2 Totstandkoming van de overeenkomst
Overeenkomst: afspraak tussen 2 of meer personen
Als een overeenkomst is ontstaan ben je hier juridisch aan gebonden.
Om een overeenkomst tot stand te brengen moet er allereerst, op basis van artikel 6:213
BW, sprake zijn van een meerzijdige rechtshandeling.
Ook moet er op basis van artikel 6:217 BW sprake zijn van een aanbod dat aanvaard wordt
om een overeenkomst tot stand te laten brengen.
Rechtshandeling: een handeling die je verricht met de bedoeling om een rechtsgevolg
(juridisch gevolg) te laten ontstaan.
Eenzijdige rechtshandeling: is de verklaring van één persoon voldoende. (bijv: je besteld een
pizza, omdat alleen jij de bedoeling hebt om een rechtsgevolg te laten ontstaan. Een pizza
kopen)
Meerzijdige rechtshandeling: Verklaring van 2 personen vereist. oe moeten dus allebei
instemmen. Als 1 iemand nee zegt dan is er dus geen overeenkomst
3.3 Geldigheid van rechtshandelingen
Nietig: Als een rechtshandeling vanaf het begin al ongeldig is. De rechtshandeling wordt
geacht nooit tot stand te zijn gekomen.
Vernietigbaar: Rechtshandelingen die wel tot stand komen, maar achteraf ongeldig kan
worden gemaakt (door de persoon die door de wet beschermd wordt.)
Een nietige rechtshandeling kan bestaan uit 3 gronden”
1. Wilsontbreken/wilsdefect
2. De rechtshandeling is verricht in strijd met de wet, openbare orde of goede zeden
3. De rechtshandeling is niet verricht in de voorgeschreven norm
Een vernietigbare rechtshandeling kan bestaan uit 3 gronden:
1. Handelingsonbekwaamheid
2. Wilsgebreken
3. Geestelijke stoornis
3.4.1 Gronden voor nietigheid
Om van een geldige rechtshandeling te kunnen spreken, dient er sprake te zijn van een wil
bij iemand die door verklaring wordt bekendgemaakt.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daniquevandentweel. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.42. You're not tied to anything after your purchase.