college blok 3 jaar 1; introductie wetenschappelijk onderzoek (gezondheidswetenschappen)
3 views 0 purchase
Course
Introductie wetenschappelijk onderzoek
Institution
Maastricht University (UM)
Dit is een uitwerking van de colleges van de studie gezondheidswetenschappen in Maastricht. Het gaat hierbij om blok 3 jaar 1; introductie wetenschappelijk onderzoek.
College 2; inleiding epidemiologie
Empirische cyclus = de weg naar
kennis
Een theorie is een samenhangend
stelsel van verklaringen en
aannames waarmee empirische
regelmatigheden of verschijnselen
(zoals ziekte, menselijk gedrag, etc.)
verklaard en voorspeld kunnen
worden.
Als alle onderzoeken perfect zouden gaan en er geen
significantie zou bestaan:
10% van de hypotheses richt zich op waar bevestigen met
een ‘terecht-positieve’ studie
90% van de hypothese richt zich op onwaar verwerpen
met een ‘terecht-negatieve’ studie
Van de ‘negatieve’ studies is een gedeelte ‘fout-negatief’ in
werkelijkheid is de hypothese waar
Van de ‘positieve studies is een gedeelte ‘fout-positief’ in
werkelijkheid is de hypothese ‘onwaar’
Epidemiologie = de leer van de verspreiding & voorkomen van ziekte onder het volk
= De wetenschappelijke discipline die het voorkomen en de verspreiding van ziekten of andere
gezondheidstoestand in humane populaties bestudeert, de oorzaken daarvan probeert te begrijpen
en deze kennis toepast om de gezondheid te bevorderen.
Onderwerpen van epidemiologisch onderzoek
Model dat relatie tussen ziekte en determinanten beschrijft:
Z = f (Di)
Z; voorkomen van ziekte, f; functie, D; determinanten
,Z=fMi(Di{Ci)
D; status van determinanten, C; status van ‘verstorende variabelen’, M; modifcatoren
Centrale variabelen meetbaar maken = operationalisatie
Het voorkomen van ziekte wordt uitgedrukt in frequentiematen
1. Prevalentie; beschrijft het aantal ziektegevallen op een bepaald tijdstip of tijdens een
specifieke periode in een afgebakend populatie (waar de gevallen uit voortkomen).
- Puntprevalentie; aantal ziektegevallen op een bepaald tijdstip
- Periodeprevalentie; deel van populatie dat in een bepaalde periode de ziekte had
Je maakt gebruik van de ‘mid-term population’; (Nbegin + Neind)/2
- Lifetimeprevalentie; deel van de populatie dat de ziekte ooit had gedurende hun leven
2. Incidentie; ziekte is geen toestand (statisch) maar een proces (dynamisch). Je met hiermee
het ontstaan van een ziekte. Je meet de nieuwe mensen die de ziekte krijgen.
- Cumulatieve incidentie (CI); absoluut risico op krijgen ziekte tijdens periode
Gesloten populatie (cohort); kunnen geen mensen bijkomen, wel mensen vertrekken
-lose to follow-up (bv verhuizen, sterfte) onwenselijk
Alleen de populatie at risk; mensen die het al hebben tellen niet mee
- Incidentiedichtheid (ID); gemiddelde snelheid waarmee ziekte zich ontwikkelt per
tijdseenheid. (niet in percentage)
Open populatie; nieuwe mensen komen en gaan (kan ook in een gesloten populatie)
ID heeft een tijdseenheid (tijd-1)
Frequentiematen zijn de ingrediënten om associaties te berekenen tussen determinanten & ziekte.
Relatie incidentie en prevalentie
Prevalentie = incidentie x ziekteduur
Vergelijkbare frequentiematen voor beschrijven van sterfte (mortalieit)
- Brutosterftecijfer; incidentie van overlijden in bepaalde periode
- Specifiek sterftecijfer; oorzaak- of leeftijdsspecifieke incidentie van overlijden
- Proportioneel sterftecijfer; deel van alle sterfgevallen t.g.v. bepaalde aandoening
- Letaliteitspercentage (‘case-fatality rate’): % sterfte aan aandoening binnen bepaalde
periode
, College 3; Theorievorming en
onderzoeksvraagstelling
Inductie = invoeren het opstellen van de theorie
Deductie = afvoeren het uitwerken van de inductie
Theorie = een samenhangende beschrijving van (een stuk van) de abstracte, algemeen geldende
werkelijkheid. Gebaseerd op waarnemingen. Een theorie veranderd gedurende tijd, hij wordt steeds
aangepast.
Theorie is verifieerbaar en falsificeerbaar
- Verificatie; leveren van bewijs ter ondersteuning van theorie
- Falsificatie; leveren van tegenbewijs ter verwerping van theorie
Thomas Kuhn (1962) de structuur van wetenschappelijke revoluties
Hypothese(n) = onderzoeksvraagstelling
Probleemstelling = een nauwkeurige formulering van de vraag (vragen) waarop de onderzoeker een
antwoord wil geven?
Ontwikkeling vraagstelling
- Fase 1; waarneming
- Fase 2; literatuurstudie, kleine veldstudie
- Fase 3; literatuuronderzoek, verdere specificatie
- Fase 4; deductie
- Fase 5; er ontstaat een theoretische traditie
Elementen van vraagstelling
- Begrippen; definitie
ondubbelzinnig en precies
- Relatie; samenhang/oorzaak
deterministisch vs probalistisch
- Domein; domeinafbakening
beperkingen pragmatisch en inhoudelijk
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller floor6212. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.